Jonas en de Walvis
Het verhaal bij het bamboe kunstwerk van Antoon Versteegde
Het verhaal bij het bamboe kunstwerk van Antoon Versteegde
Jonas lag te slapen, toen een stem in zijn hoofd zei: "Jonas, ik wil dat je naar de grote stad gaat. De mensen daar doen dingen die ik niet goed vind, en daarom moet jij hen gaan vertellen dat hun stad binnen veertig dagen verwoest zal worden."
Jonas schrok wakker en vroeg: "Waarom ik? Waarom zou ik naar mensen gaan die ik niet ken, ver weg in een vreemde stad? Een stem in mijn hoofd kan toch nooit een hele stad verwoesten?" Jonas besloot niet te gehoorzamen en probeerde te ontsnappen.
Jonas sprong aan boord van een vluchtelingenboot die naar een andere stad zou varen. Maar er kwam een grote storm op hem af. Alle opvarenden werden bang en vreesden voor hun leven. Jonas zei: "Het is allemaal mijn schuld, gooi me maar overboord."
Toen ze dit deden, stopte de storm meteen. Jonas dobberde op het water, tot een grote walvis hem in zijn geheel inslikte. Drie dagen en nachten zat hij in de buik van het beest. Daar smeekte hij om vergeving, waarna de walvis hem ongedeerd uitspuugde op het strand.
De stem zei opnieuw dat Jonas naar de grote stad moest gaan, en deze keer gehoorzaamde hij wel. Hij riep in de straten en op pleinen: "Nog veertig dagen en dan zal deze zondige stad verwoest worden!" De mensen schrokken en smeekten om vergeving.
Zelfs de koning riep op tot boetedoening en bekering. Toen iedereen spijt toonde werd de stad alsnog gespaard van de ondergang. Maar Jonas was verbitterd omdat hij wist dat een stem in zijn hoofd zoiets vreselijks nooit zou kunnen doen.