VERBETER UW REISFILM
Hoe maak ik mijn (reis)film beter !
Peter Miseur (20/12/2020)
Wat heb je liever, een veel te lange vakantievideo waar je snel de aandacht verliest of een vlot gemonteerde film die een aantrekkelijk beeld geeft van je reis? Met dat laatste doe je zeker je vrienden of familie een plezier. Door te kiezen voor gepaste muziek en niet teveel uitleg laat je de beelden je verhaal vertellen.
We maken film. Dus beeld en geluid en hoe je daarmee omgaat, is heel belangrijk. Of het nu gaat over film, reclame of nieuws: het beeld boeit het meest en primeert.
HET BEELD
Enkele richtlijnen:
Correct: inhoud en vorm moeten juist zijn. Maar film kan nooit volledig zijn. Maak dus een soort samenvatting zonder onjuiste informatie te brengen.
Kort: schrijven is schrappen, ook bij het maken van film. Probeer je teksten tot een minimum te beperken. Laat vooral de beelden spreken!
Klaar: film is vluchtig, probeer dus klaar en duidelijk te zijn. Iemand die een krant leest, doet dat vaak rustig in de zetel. Je kan een regel opnieuw lezen. Met film is het zo voorbij.
Om een (reis)film correct, concreet, kort en klaar te kunnen brengen, is het belangrijk dat je . Je kan op verschillende manieren een reisfilm maken over pakweg een mooie locatie/stad/streek/…. Kies één invalshoek en werk die mooi en logisch uit. Voorbeeld: wat wil je laten zien van de kerk die je bezoekt, heeft de kerk een verhaal, wat gebeurt er in de kerk en hoe is de lichtinval?
Kies niet voor verschillende invalshoeken. Want dan krijg je een voor de kijker onverteerbare ‘mikmak’.
FILMTIPS :
Als je landschappen filmt heb je snel de neiging tot rondgaande panorama shots. Het risico is dat het te lang gaat duren en er te weinig variatie is. Maak verschillende shots en zoek beweging op. Voorkom dat je de camera alle kanten op draait, dat is onrustig.
Voorbeeld: volg de auto in het dal of de wolken rond de bergen, knip je panorama in stukken, zoek een onderwerp (een rivier, een huis, een boom) dat goed in het landschap ligt.(regel van 9!)
Probeer te werken met originele standpunten . Film eens vanaf de grond of houd de camera wat hoger. Leuk ook is het om te werken met scherpe onderwerpen en onscherpe achtergronden. Of film tussen objecten door, zo creëer je een dynamiek zonder je camera te bewegen. Voorbeeld: voeten filmen op een plein i.p.v. gezichten of kijk van boven over de kruinen van mensen mee de diepte in.
Bewegende beelden bewegen al. Voorkom teveel bewegingen met je camera dat geeft alleen maar onrust en onscherpte. Houd je camera zoveel mogelijk stil als het onderwerp erg beweegt. Of beweeg heel rustig mee en maak korte draaiende shots.
Voorbeeld: ga niet druk meebewegen met dieren in Afrika, maak liever meerdere rustige shots die je later aan elkaar monteert. Als een luipaard gaat rennen dan moet je natuurlijk wel maar probeer dan toch rust te houden in je opname.
Gebruik het principe van 3 zoom-afstanden voor je opnames. Dat wil zeggen van een overzichtsbeeld (1) naar een onderwerpbeeld (2) naar een detailbeeld (3). Zo kun je in 3 shots de sfeer van de omgeving vangen en heb je eveneens een mooie dynamiek.
Voorbeeld: film het hele plein (overzicht), film een terras of zelfs tafel (onderwerp), film de etende mensen (detail). Of in Afrika: film de groep giraffen, film een enkele giraf en film de kop die van de bladeren eet. LET OP : gebruik enkel de zoom om het kader te maken!!
Houd 3-4 seconden extra montagetijd aan bij je opnames. Ofwel laat aan het begin van je opname de camera al 3-4 seconden lopen en na de opname nog 3-4 seconden doorlopen. Voor een shot van 8 seconden, film je er dus eigenlijk 16. Zo houd je correctieruimte bij het monteren van je beelden. Handig als je bv. beelden vloeiend in elkaar over wilt laten lopen (faden). Voor een vlotte montage zijn shots van 3 tot 5 seconden het beste.
Probeer elk shot waarbij de camera beweegt te zien als drie shots. Of het nou gaat om het horizontaal (pannen) of verticaal (tilten) bewegen van de camera, of om een zooomshot, in alle gevallen heb je een beginpositie, een transitiedeel en een eindshot. Door te zorgen dat je ook het beeld aan het begin en het eind van je shot minimaal zeven tot tien seconden laat duren, maak je automatisch drie shots in één. Start de opname dus ruim voordat je de beweging inzet en laat de opname aan het eind van de beweging ook nog meerdere seconden lopen. Tijdens de montage kan dit ‘onbedoelde’ extra materiaal goed van pas komen.
.
Zet je zelf erop! Zet indien mogelijk (en veilig) de camera op een tafel of rotsblok en loop zelf langs de camera of maak een lopend shot. Een of twee korte shots van jezelf laten zien dat het echt jou film is en dat jij dit hebt meegemaakt. Nog handiger is natuurlijk een statief. Wil je er zelf echt niet op film dan mensen, het maakt de film ‘warmer’ en laat zien wat er gebeurd. En het mag ook best een beetje ludiek, vooral niet te serieus! Voorbeeld: film jezelf ook een paar keer tijdens die mooie wandeling of film jezelf op het terras als detailbeeld
Als je denkt dat je voldoende beeld gedraaid hebt, denk dan nog maar eens. Heb je voldoende snijshots (Een snijshot is een kort beeldfragment dat gebruikt wordt in een videomontage om het beeld levendig te houden.),plakshots (Een plakshot is een korte beeldopname die over twee andere shots wordt geplakt tijdens de montage.) ,cutaways? Heb je steeds een ruim shot en verschillende close shots? Beter te veel beeld dan te weinig.
Hou steeds in je achterhoofd dat je een verhaal gaat vertellen met een begin, een midden en een einde. Heb je een goed beginbeeld gedraaid? Heb je een goed eindbeeld gedraaid? Heb je voldoende beelden om het hele verhaal te vertellen?
COMMENTAAR BIJ JE FILM
De algemene functie van commentaar is het beeld te versterken en te verduidelijken. Het moet helpen de richting van de film te verankeren en de kijker voorzien van alle noodzakelijke informatie, die niet duidelijk uit de beelden spreekt. Op een eenvoudige maar effectieve manier moet het helpen de sfeer van de film neer te zetten. commentaar is bovendien bijzonder bruikbaar bij het overbruggen van filmische veranderingen of bij het inslaan van een nieuwe richting in de film. De functie van commentaar is vaak dezelfde als die van de 5 W's in de journalistiek nl. aan de kijker duidelijk maken: wie, wat, waar, wanneer en waarom?
De basis van het schrijven van het meeste commentaar is het vinden van interessante feiten en deze op de meest pakkende en verbeeldingsrijke manier aan de kijker presenteren. Feiten vormen het ruwe materiaal van commentaar. De taak van de schrijver is ze verstandig te gebruiken, zodat een levendig interessant commentaar ontstaat.
Teksten schrijven
Teksten voor een reisfilm zijn per definitie kort en krachtig. Film/Televisie is vluchtig. En dus moet je met weinig woorden een zo duidelijk mogelijke boodschap meegeven.
Bijv. Niet: ‘De bevolking van Oost-Guinee, die leeft van visvangst in de winter en van het toerisme in de zomer heeft het heel moeilijk om te overleven zodat de jongeren wegvluchten naar de grote steden en het platteland helemaal komt leeg te lopen met nog alleen ouderen.’
Wel: ‘……………..’
Kort en krachtig betekent duidelijk. Kijkers hebben niet de kans om even terug te bladeren zoals in een boek of om een inleiding twee keer te lezen. Gebruik dus heldere en efficiënte taal.
Neem de kijker bij de hand. Maak de structuur van de boodschap duidelijk door verbindingswoorden te gebruiken zoals omdat, doordat, hoewel, tenzij, nadat, tijdens, door, wegens, maar en bijvoorbeeld. Leg verbanden uit: de reden hiervoor is…, de oorzaak hiervan is…, een voorbeeld hiervan is…
Praat niet te veel. Een fout die regelmatig wordt gemaakt…Dan dacht je leuk wat feitjes en weetjes te vertellen in een reisvideo. Kan natuurlijk best ok zijn, maar dan wel maar een paar keer en niet door de hele film heen. Kijkers krijgen het nauwelijks mee en je film wordt er over het algemeen niet beter of spannender van. En uiteindelijk gaat het natuurlijk ook om beelden van de bestemming.
Schrijf zoals je spreekt. Gebruik gewone woorden. Bijv. Niet: ‘Hooliganisme is voor de meesten strikt wedstrijdgebonden.’ Wie spreekt zo? Wel: ‘Hooligans lokken vooral rellen uit tijdens de matchen.’ Als je moeite hebt om te schrijven zoals je spreekt, vertel dan je verhaal in gedachten aan een collega, je moeder of je oma. Schrijf het dan pas neer.
Typische woorden die je beter vervangt:
aanvankelijk -> eerst
aldus -> zegt
bijgevolg -> dus
destijds -> toen
doch -> maar
echter -> maar
echtgenoot -> man
gans -> heel
gelaat -> gezicht
indien -> als
huwen -> trouwen
ofschoon -> hoewel
reeds -> al
thans -> nu
zenden -> sturen
…
Als je cijfers/data gebruikt, hou het dan zo eenvoudig mogelijk. Bijv. Niet: ‘Tussen 1980 en 2000 dronken In totaal 240 van de 400 jongeren regelmatig bier, wijn of sterke drank.’
Wel: Eind Jaren 90 dronken ‘60% van de jongeren regelmatig alcohol’.
Probeer zoveel mogelijk in de tegenwoordige tijd te schrijven. Het maakt je tekst actiever en aantrekkelijker. Bijv. Niet: ‘De arbeiders maakten de putjes dicht met een truweel.’ Wel: ‘De arbeiders maken de putjes dicht met een truweel.’ Je ziet ze het doen op beeld, dus kan je tegenwoordige tijd gebruiken.
Details zijn niet altijd nodig.
Niet: ‘Het verkeersongeval gebeurde in Niel op de hoek van de Statiestraat ter hoogte van het nummer 12 en het Christus Koningplein aan café ‘Den Bengel’. Een grijze auto van het merk Nissan Micra met nummerplaat EEE-678 botste er op een donkerblauwe camionette Peugeot Partner met nummerplaat ABC-123.’
Wel: ‘In Niel botste een auto tegen een bestelwagen.’
Laat in de eerste plaats je beelden spreken. De tekst is aanvullend. Tekst en beeld gaan hand in hand. Begin je reportage dus niet van seconde 1 vol te praten. Laat eerst je beelden leven. Wat je ziet moet je niet expliciet herhalen in je commentaartekst. Bijv. Je ziet straaljagers voorbijvliegen. Dat beeld spreekt voor zich, dus je moet dat niet in je tekst vermelden.
Lees tijdens de montage je teksten luidop mee. Je zal vaak nog foutjes, onduidelijkheden en te lange zinsconstructies ontdekken. Schrijven blijft schrappen.
Monteren is ook een beetje moorden. ‘Kill your darlings’. Soms wil je een bepaald beeld heel graag in je montage verwerken. Maar je stuk is misschien al te lang. Of dat ene beeld past niet in je stuk. Dan moet je van je hart een steen maken en jouw ‘darling killen’.
Lange zinnen komen de duidelijkheid niet ten goede. Ook zinnen met veel bijzinnen maken het moeilijk voor de kijker om het verhaal te volgen en de boodschap te begrijpen. Je kan de informatie beter over kortere zinnen verdelen. Maar niet iedere zin mag even kort zijn. Dat gaat vervelen omdat de intonatie dan steeds dezelfde is. Varieer in lengte.
Schrijven is schrappen. Pas de Elsschotproef toe: wat kan je schrappen zonder betekenis te verliezen? Lees je teksten opnieuw en opnieuw en vraag je telkens af welke woorden je kan weglaten. Vereenvoudig.
Elsschotproef (bron : Wikipedia)
Schrijven is schrappen. De Elsschotproef zorgt dat de essentie overblijft.
De Elsschotproef is een schrijfterm die vernoemd werd naar de Vlaamse schrijver Willem Elsschot. De proef schrapt zo veel mogelijk woorden uit (een ruwe versie van) een tekst, zonder dat inhoud verloren gaat. De Elsschotproef verhoogt de leesbaarheid. Het is een activiteit om een tekst leesbaarder te maken, geen test die de leesbaarheid van een tekst bepaalt.
De Elsschotproef is niet het herschrijven of het inkorten van de tekst naar chattaal waarbij de zinsbouw van ondergeschikt belang is en (zelf gecreëerde) afkortingen en emoticons algemeen aanvaard zijn. Een afkorting die een begrip is (zoals OCMW) blijft na de Elsschotproef staan, afkortingen zoals m.a.w. of b.v. worden na de proef voluit geschreven of vervangen door één woord.
De Elsschotproef is verwant maar niet gelijk aan het schrijfprincipe Kill your darlings. Volgens dit principe schrapt datgene waarvan de auteur eerst vindt dat het niet kan worden gemist, omdat hij er gevoelsmatig te zeer aan gehecht is. Later kan hij of zij tot het inzicht komen dat schrappen de tekst ten goede komt. In de praktijk komt dit advies ook vaak van een regisseur die objectiever kan oordelen of sommige passages of verwoordingen geschrapt dienen te worden.
De Elsschotproef zorgt voor een actief taalgebruik en maakt de zin
korter en duidelijk
directer en persoonlijker
levendig
minder ambigu (dubbelzinnig) of vrijblijvend.
Enkele oefeningen in het schrappen van tekst :
Niet: ‘Verschillende grote autobouwers met een vestiging in België zoals Opel Antwerpen, Volkswagen Vorst en Renault Vilvoorde hebben de voorbije jaren op verschillende momenten de impact van de economische crisis gevoeld.’
Wel: ‘De grote autoconstructeurs in ons land hebben allemaal al last gehad van de economische crisis.’
Niet:
De kleine Kaya is net terug van het ziekenhuis waar ze de nacht heeft doorgebracht. Ze is nog niet bekomen van wat er gisteravond gebeurd is. Op de eerst dag van de vakantie in Middelkerke stond het meisje van zes op uitkijk aan het raam op de tweede verdieping van het appartement waar ze met haar familie logeert.
Wel:
Kaya, zes, is net terug na een nacht in het ziekenhuis. Het was gisteren haar eerste dag aan zee en ze stond op de tweede verdieping naar buiten te kijken.
Niet:
Acht weken lang kregen jonge drugsverslaafden een zeilopleiding in de jachthaven van Nieuwpoort. Een hele aanpassing, want ze waren nog maar net aan hun behandeling begonnen in de therapeutische gemeenschap ‘De Sleutel’ in Merelbeke. Ook niet vanzelfsprekend voor de zeilinstructeurs, die wel zelf met het idee kwamen.
Wel:
Een revolutionair proefproject. Deze jonge drugsverslaafden volgden geen klassieke therapie, maar leerden acht weken lang zeilen in de haven van Nieuwpoort. Nieuw voor hen én voor de lesgevers.
Niet:
Het weer aan de kust vandaag is typerend voor het weer de voorbije zomer: de zon komt en verdwijnt dan weer achter de wolken. Zowel in juli als augustus straalde de zon, maar even vaak was het weer barslecht. Dat kwakkelweer vertaalt zich in een eerste cijfer: het aantal toeristen daalde met 8,5 procent in vergelijking met vorig jaar.
Wel:
Af en toe zon, maar vooral veel wolken en regen. Al een hele zomer lang.
De schaar van Wember
Hanteer de ‘Schaar van Wember’. Volgens deze wetenschapper mogen informatie in beeld en informatie in geluid niet al te ver uiteenlopen (divergeren). Anders gaat de boodschap van (één van) beide verloren. Bijv. Je ziet in beeld een sneeuwballengevecht op de speelplaats in een reportage over de eerste sneeuw en de commentaarstem heeft het over de vele verkeersongevallen veroorzaakt door gladheid op de weg…