Het werk "Tijdspoor" ontstond in situ; anders gezegd een eerste bezoek aan de Kooikerduinen van Ameland. Het oeroude duingebied inspireerde en was aanleiding tot het maken van het werk "Tijdsspoor". 

Lopend in de  Kooikersduinen voel je het landschap als  oergrond: ruig, en uitgestrekt. De prachtige wijdse wolkenpartijen en de onmetelijke ruimte van de duinen overweldigen. Alsof de ruimte te groot is en de tijd tijdloos. Lopend over een smal pad kom je op een hoger gelegen duin. Naar beneden kijkend zie je het pad kaarsrecht doorlopen. In de verte horizon. 

"Tijdspoor" ontvouwt zich lopend langs  drie paal-objecten.  De palen zijn afkomstig van bomen die gerooid zijn in het bos van Ameland.De eerste paal met bovenop een dwarsligger is als een baken. Aan de dwarsligger hangen twee symbolische vormen. Een zwarte kegel aan de ene kant  en een zwarte bol aan de andere kant. Onder de kegel staand hoor je Gregoriaanse gezangen van Hildegard von Bingen. Als herinnering aan de  kloosterlingen van het klooster Forwerd. 

Verder lopend op het pad kom je  het tweede paal-object tegen. Aan de dwarsbalk hangen  twee blauwe bollen . Gelijktijdigheid als een kort vluchtig  tijdsmoment. Verderop staats  het derde paal-object.  Op de paal , fragiel en geschoord, een houten driehoek bedraad met  computerkabels .