Taizé in de bajes
Je kunt een speld horen vallen. Na een korte lezing uit het Evangelie van Marcus, over de blinde Bartimeüs die Jezus herkent, zijn we samen met gevangenen stil. Sommigen hebben de ogen gesloten, anderen lezen de tekst nog eens door, weer anderen staren naar de kaarsen, een enkeling kijkt rond. We kunnen stil worden na te hebben gezongen, te hebben gebeden, te hebben geluisterd, in de geest van Taizé. Het is even stil in de gevangenis.
Zondag 28 oktober 2018 waren er Taizévieringen in de gevangenis in Vught. Een viertal leden van het Taizékoor uit Helvoirt luisterde de drie aaneensluitende diensten op met hun prachtige, meerstemmige zang. Zij zaten tussen de gedetineerde kerkgangers in, ter ondersteuning en versterking van het gezamenlijke zingen van de Taizéliederen. En de ingeslotenen zongen mee! Sommigen zachtjes, anderen wat luider, en weer anderen zongen hun partij volgens de meerstemmige partituur mee die zij bij het koorlid naast hen konden inzien. Mensen van binnen en buiten de bajes verenigd in gezang. Hoe inspirerend kan het leven zijn.
Voor het eerst sinds lange tijd, of misschien wel voor de allereerste keer, werd er een Taizéviering gehouden in PI Vught als invulling van de wekelijkse kerkdiensten. Voor een keer werd er afgeweken van de min of meer vaste zondagsochtendliturgie. De kerkgangers werd bij aanvang verteld dat er veel zou worden gezongen, met vaak dezelfde woorden, dat er zou worden gebeden, dat er kaarsen zouden worden aangestoken, dat er zou worden gelezen, dat er geen overweging zou zijn, maar wel stilte.
Als eerste lied zongen we ‘Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur’. Daarna stak een van de gedetineerden de Paaskaars aan, waarna de voorganger de vlam verspreidde over de kaarsen bij de Maria-icoon. Ondertussen zongen de kerkgangers ‘Jezus, U bent het licht in ons leven’. Vervolgens baden voorganger en kerkgangers om beurten psalm 126: “De Heer bracht Sions ballingen terug: het was alsof wij droomden”. Als opmaat naar de Evangelielezing uit Marcus zongen we het Halleluja op de bekende melodie van Taizé. Op de vraag van de voorganger wie van de kerkgangers het Evangelie wilde lezen meldde zich spontaan een gedetineerde aan, die het verhaal van de blinde Bartimeüs gloedvol voorlas. En toen was het enkele minuten stil. Echt stil.
De voorganger bedankte de kerkgangers voor de stilte, hun stilte, wetend dat het niet eenvoudig is als je dit niet gewend bent, dat er van alles door je hoofd en lijf kan razen, dat je je onrust voelt. Maar misschien ook iets van een rust, van een verlangen naar stilte, naar verbinding, met God, met jezelf, met je medemens. ‘Neem mij aan zoals ik ben’, een lied uit het klooster van Iona, zongen we als antwoord op de stilte. Daarna brak het voor de kerkgangers – in vrijwel iedere penitentiaire inrichting – meest geliefde moment van de dienst aan: het aansteken van de kaarsjes. Tientallen kaarsen werden aangestoken bij Maria, als dragers van een veelvoud aan gebeden: gebeden voor de wereld, voor vrede, voor dierbaren, voor slachtoffers, voor zieken, voor onszelf. We zongen aansluitend ‘O Lord, hear my prayer’ als gebed om verhoring. Na het gebed van de dag en het Onze Vader volgde een korte bezinning op Jezus’ ontmoeting met Bartimeüs: Waar en wanneer heb jij Jezus’ vraag herkend: ‘Wat kan Ik voor je doen?’. Als slotlied zongen we ‘Bless the Lord, my soul’ in het Engels, Nederlands en Spaans. Dit bekende lied werd van harte meegezongen.
Na de viering was er koffie en thee voor kerkgangers en koorzangers. Er ontstonden spontane gesprekken van mens tot mens. De kerkgangers waren zichtbaar blij met de aanwezigheid van het koor en de open opstelling van de koorleden. Er was verbinding tussen mensen, tussen God en mens, in de geest van Taizé.
Veel dank aan koorleden Anton, Ria, Mascha en Marguerite voor hun aanwezigheid en zang tijdens deze bijzondere vieringen. Het was mooi: Taizé in de bajes.
Rob Veerman, RK geestelijk verzorger PI Vught.