Het coronaverlof werkt genderongelijkheid in de hand, het virus maakt ons opnieuw ouderwets (en dus ongelijk) en corona duwt vrouwen opnieuw naar de haard zijn de krantenkoppen die mij deze week via mijn elektronische ochtendmail bereikten. De gelijkheid tussen mannen en vrouwen die vooral vrouwen gedurende meer dan 200 jaar hebben bevochten tijdens drie feministische golven lijkt opnieuw onder druk te staan door een nietig, onzichtbaar virus. Moeten we daaruit besluiten dat we voor dat andere virus, genderongelijkheid nog steeds geen eeuwig beschermend vaccin hebben bedacht zodat de ziekte opnieuw naar de oppervlakte kan drijven van zodra het klimaat ervoor gunstig is? Het antwoord wil ik graag overlaten aan jullie creatieve verbeelding omdat het thema dat ik vandaag aan de keukentafel met jullie wens te bespreken gaat over slechts één specifiek aspect van genderongelijkheid dat zich vandaag nog steeds manifesteert, namelijk het verschil tussen vrouwelijke en mannelijke kunstenaars.
Alhoewel de culturele kaart enorm gewijzigd is tijdens de laatste decennia van de 20ste eeuw; meer geglobaliseerd dan ooit, weerspiegelt zich dit niet in de kunstcollecties van de meeste Westerse musea. Belangrijke waarden, vaak politiek van aard, die vandaag aan belang winnen in de kunstwereld, zoals sociale rechtvaardigheid, sociale cohesie, bevrijding van vrouwen en een gedekoloniseerde visie op de recente geschiedenis zijn onvoldoende gerepresenteerd in de meeste kunstcollecties. Deze laatste zijn vooral wit, mannelijk en westers. Het is tijd dat curatoren en museumdirecties in de spiegel kijken en beseffen dat het beeld dat ze daarin zien niet langer het gehele veld omvat. De zuilen van het modernistische denken waarbij mannen het universele beeld vormen voor wat een mens verondersteld wordt te zijn, moet ontmanteld worden en plaats ruimen voor een minder bevooroordeelde en gedekoloniseerde manier van denken en representeren van kunst. Kunst kan en mag niet langer het exclusieve terrein zijn van een geprivilegieerde Europese of Noord-Amerikaanse mannelijke elite waarvan de werken opgesloten zitten binnen de muren van de witte kubus. In de marges van de blanke, patriarchale en westerse visie ontwikkelt zich geleidelijk een nieuw, gedekoloniseerd perspectief op kunst dat ruimte laat voor zowel mannen als vrouwen om zich op artistiek vlak te ontwikkelen. De emancipatie van de verbeelding grijpt plaats wanneer kunst in interactie treedt met de omringende wereld. In deze dialoog ontstaan knooppunten voor verbinding die in de plaats treden voor de focus op de verschillen en ruimte maakt voor verbinding.
Kunstwerken die politieke thema’s op een symbolische manier integreren in hun werk nodigen de toeschouwers uit om een positie in te nemen en creëren bewustwording. Dergelijke elementen zijn heel erg aanwezig in het werk van zowel Westerse als niet- Westerse vrouwelijke kunstenaars.
Wanneer men echter op het internet op zoek gaat naar informatie over vrouwelijke kunst blijft vaak op zijn honger zitten. Wetenschappelijke informatie over vrouwelijke artiesten en hun creatieve producten is schaars. Het gebrek aan informatie weerspiegelt de onder-representatie van hun werk in musea: slechts 5% van de kunstwerken in musea en kunsttentoonstellingen is vrouwelijk, terwijl 85% van de naakten in kunstwerken vrouwen zijn. Op de kunstmarkten wordt het werk van vrouwen lager gewaardeerd. Deze markt is bovendien niet alleen kleiner maar ook geconcentreerd rond slechts enkele kunstenaars.
De historische ongelijkheid en de redenen hiervoor zijn wellicht voldoende duidelijk maar de reden voor het feit dat dit ook vandaag verder duurt zijn minder evident. De beoordeling van vrouwelijk talent gaat in de goede richting maar er gaapt toch nog een groot gat tussen de appreciatie van vrouwelijke versus mannelijke kunst. Oude en nieuwe gender normen kunnen verantwoordelijk gesteld worden voor de verschillen maar aan de aanbodzijde telt ook de sociale constructie van gender: vrouwen produceren kunst met andere karakteristieken. Oude en nieuwe genderrollen kunnen mogelijk de karakteristieken van de vrouwelijke kunstproducties helpen verklaren. Gender kan ertoe leiden dat de vormen die vrouwelijke kunst aanneemt verschilt van die van mannen. Zo zien we bijvoorbeeld dat veel hedendaagse vrouwelijke kunstenaars textielkunst produceren. Aan de aanbodzijde blijken curatoren, kunstcritici en dealers een sterke voorkeur te hebben voor mannelijke artiesten. Dit vormt een belangrijke bron van discriminatie voor vrouwen. De evolutie gaat in de goede richting maar de perceptie inzake de vooruitgang in de positie van vrouwelijke kunstenaars blijkt meer veranderd dan de realiteit erachter. Als de vijf grootste vrouwelijke kunstenaars buiten beschouwing worden gelaten dan blijkt er niet zoveel veranderd te zijn. Indien we kijken naar de kunstwerken van vrouwen uit minderheidsgroepen dan is de afstand nog groter. De weinige plaatsen die voor vrouwen beschikbaar zijn aan de top blijken erg moeilijk bereikbaar voor vrouwen met een etnische origine. Het minste wat we kunnen stellen is dat de kunstmarkten en musea bevooroordeeld zijn in hun waardering van kunst. Het ontbreken van systematische publicaties over de kunst van vrouwelijke kunstenaars maakt het erg moeilijk om waarde rond hen te creëren.
Zoekend naar verklaringen voor de gender discriminatie in kunst, moeten we helaas vaststellen dat culturele normen en verwachtingen zich uitstrekken buiten het biologische en dat oude en nieuwe stereotypen de karakteristieken van de vrouwelijke kunstproductie beïnvloeden. Kunstwerken reflecteren doorleefde ervaringen wat maakt dat vrouwen andere keuzes maken voor de vorm die hun kunst aanneemt.
In een heterogene kunstmarkt verdient het werk van vrouwen een diepere blik om te zien hoe hun verbeelding kunstwerken vormgeeft en hun werk van betekenis voorziet. Hun werk is vaak een politiek antwoord op gevestigde normen over gender en schoonheid en daagt de traditionele vrouw-man dynamiek uit. Alhoewel vrouwen soms technieken gebruiken die traditioneel behoren tot het domein van het ambachtelijke geeft hun verbeelding er karakteristieken aan die deze traditionele wortels overstijgen. De materialen worden een middel om diepere gevoelens tot uitdrukking te brengen, een nieuwe wereld te openen en een bewustwordingsproces over gender normen te versterken.
Als we Chantal Mouffe volgen dan is er een esthetische dimensie in het politieke en een politieke dimensie in kunst, dan zijn het vooral de werken van vrouwelijke kunstenaars die deze dubbele dimensie van kunst belichamen. Kunst ademt verandering en maakt zichtbaar wat in het dominante discours verborgen blijft. Het private domein, het huis, de thuis, de plaats waar het leven wordt in stand gehouden en verder gezet is niet afgescheiden van het publieke en mag even waardevol deel uitmaken van ons kijken naar vrouwelijke kunst. Vrouwen hoeven hun handen niet te leggen in die van mannelijke poortwachters om kunst te maken die met een grote K kan aangeduid worden!
Bernadette Meeus