carnaval, werelderfgoed & taboes
Column Miguel Estrada
Vrijdag 6 november 2020
Column Miguel Estrada
Vrijdag 6 november 2020
Net als in alle andere katholieke landen waar een traditie van vasten bestaat, wordt in mijn geboorteland Bolivië carnaval gevierd.
Het Carnaval van Oruro biedt nog een laatste kans om zich in het feestgedruis te begeven voor een periode van matiging en vasten aanbreekt.
Duizenden Bolivianen uit alle hoeken van het land en de wereld reizen naar de mijnstad Oruro om een eeuwenlange traditie levend te houden en hun belofte aan de maagd Maria om drie achtereenvolgende jaren te dansen in te ruilen voor een wonder.
Oruro, dat zeven keer groter dan Halle is, is gelegen op 3700 meter boven zeeniveau en heeft 200.000 inwoners, maar tijdens carnaval verwelkomt de stad meer dan een half miljoen toeschouwers van over de hele wereld.
Dans van de “Morenada”.
Een paar maanden geleden mochten we in Halle onze 40.000ste inwoner verwelkomen. Hetzelfde aantal muzikanten en dansers nemen deel aan het Carnaval van Oruro om hun pelgrimstocht naar het heiligdom van de “Virgen del Socavón” te maken.
Net zoals vele Hallenaren, is er niets dat een Boliviaan zo fier maakt als zijn Carnaval. Het Boliviaans Carnaval werd trouwens door de UNESCO werelderfgoed van de mensheid verklaard.
Dans van de saya.
Maar gaandeweg zag ik in dat de koloniale verhoudingen zich weerspiegelen in ons eeuwenlang erfgoed dat in alle stilte en in alle onzichtbaarheid overgedragen wordt. Overdracht van generatie tot generatie en wereldwijd verspreid zelfs tot in het Carnaval van Halle.
Jaarlijks neemt de vzw Pachamama deelt aan het Halse Carnaval met een opvallende Boliviaanse delegatie. Met grote fierheid horen we onder meer Halse senioren zeggen dat ze jaarlijks blijven komen naar het Carnaval van Halle om onze kleurrijke kostuums te zien, samen met ons te dansen en te applaudisseren op de opzwepende ritmes.
Het verbod van de controversiële dans veroorzaakte binnen de carnavalsgroepen en bevolking commotie onder de noemer: “de dans maakt deel uit van het Boliviaanse culturele erfgoed patrimonium!" Maar tradities en erfgoed kunnen gelukkig evenwel positief evolueren. Het is tijd om afscheid te nemen van kwetsende stereotyperingen van zwarte mensen.
Het Boliviaans nationaal comité tegen racisme en discriminatie heeft in 2014, na een klacht van de Afro-Boliviaanse Raad, besloten om de dans van de ‘tundiqui’ of 'negrito's' te verbieden. Waarom ? De in het zwart geverfde blanken worden nu als een ongeoorloofde parodie beschouwd op het lijden van Afro-Amerikaanse slaven tijdens het koloniale tijdperk.
Deze verschuiving in traditie is geen aanslag op onze cultuur, maar weerspiegelt enkel een positieve en onvermijdelijke maatschappelijke evolutie.
Tradities kunnen alleen maar blijven bestaan doordat ze zich aanpassen. Daarom is het goed dat tradities veranderen.
Aan iedereen zeg ik : “no se baila asi nomas”. Vertaald : “je danst niet zomaar”. Het is geen schande of taboe om zich bewust te worden van de historische wortels van een dans en een traditie.
Miguel Estrada