Al in de jaren 50 lukte het om twee computers die in een aparte ruimte stonden met elkaar te laten communiceren. In 1969 werden de eerste grote netwerken door universiteiten en de Amerikaanse defensie opgezet, ARPANET. Voor deze universiteiten was internet een unieke kans om snel informatie met elkaar uit te wisselen, iets wat voorheen per post moest gebeuren. Onderzoeksresultaten konden opeens binnen enkele uren overgezonden worden waar dat voorheen enkele dagen duurde. Studenten kregen toegang tot informatie die ze weer konden gebruiken voor hun eigen onderzoek. Het vrij toegang geven van informatie en het opbouwen van een community is op de dag van vandaag de basis van het internet en de kern van het succes. Websites als Google, Wikipedia, Facebook, Markplaats en Twitter zijn enkele voorbeelden van websites die aan deze eisen voldoen en daarmee zeer succesvol zijn gebleken.
Ondanks dat de eerste stappen van het internet in 1969 werden gezet, konden alleen studenten en de Amerikaanse defensie er gebruik van maken. Pas in de jaren 90 kreeg het grote publiek toegang tot het internet. Dit kwam ten eerste omdat er commerciële partijen de toegang naar het internet aanboden zoals AOL in Amerika en in Nederland Xs4All. Ten tweede werd het World Wide Web opgezet zodat gebruikers via een browser internetpagina's konden bekijken. Ten derde raakte e-mailadressen wijdverspreid, een van de belangrijkste toepassingen van het internet. Het internet was in de jaren 90 nog wel traag, er waren nog geen snelle internetverbindingen, het was alleen mogelijk om het via de trage telefoonlijn het internet te bereiken. Vanaf 2000 raakt internet ingeburgerd in de westerse maatschappij, snel internet via de kabel of ADSL zorgde ervoor dat niet alleen tekst en plaatjes uitgewisseld konden worden maar ook muziek en films.
Het internet bestaat uit Netwerkcomputers die met elkaar verbonden zijn over de hele wereld. Door een individuele PC toegang op een server te geven, heeft hij toegang tot het internet en kan hij met de hele wereld communiceren. Overal ter wereld, ook in oceanen liggen dikke kabels om deze netwerk computers met elkaar te verbinden.
Het internet heeft geen eigenaar, ondanks dat de meeste ontwikkelingen vanuit de USA zijn ontstaan, heeft geen enkel land of persoon zeggenschap over het internet.
Om iets op internet op te kunnen zoeken, hebben we allereerst een apparaat nodig die verbinding kan maken met het internet. En op dit apparaat moet een programma worden geïnstalleerd waarmee we kunnen zoeken naar informatie. Dit programma wordt ook wel de webbrowser genoemd, wat niets anders wil zeggen dan internet zoeker. Op Windows staat tegenwoordig Microsoft Edge geïnstalleerd, terwijl dit bij Android apparaten Google Chrome is en bij Apple is dit Safari. De bedoeling van al deze programma’s is hetzelfde en dat is het zoeken naar informatie.
Als we via zo’n programma een zoekopdracht doen, wordt er via het privé IP-adres een melding gedaan bij de router dat er naar informatie gezocht wordt. Dit signaal wordt vervolgens aan het modem doorgegeven die vervolgens om toestemming vraagt bij het internet. Nu is er uiteindelijk wel een verbinding met internet waarbij er via verschillende wegen naar de informatie gezocht wordt. Omdat de computer met eentjes en nulletjes werkt, is een URL niet direct leesbaar voor een gebruiker. Om dit toch leesbaar te maken wordt het DNS gebruikt om de cijfers om te zetten naar een voor de mens begrijpbare tekst.
Met DNS wordt Domain Name Service bedoeld, wat een grote database is, waarin allemaal namen staan welke gekoppeld zijn aan een IP-adres. Zo kan je op twee verschillende manieren een specifieke website op jouw beeldscherm laten verschijnen. Voor de computer wordt een IP adres gebruikt, wat gemakkelijker te begrijpen is.
Een IP-adres van een website kan er als volgt uit zien. 87.233.209.20. Dit is het IP adres van www.24kitchen.nl. Omdat het onmogelijk is om ieder IP adres van iedere website te kunnen onthouden is het DNS van het IP adres van www.24kitchen.nl uit een database gehaald. Een database is niets anders dan een grote tabel waar gegevens in opgeslagen staan.
Als deze informatie gevonden is krijgt het modem een signaal waardoor de informatie opgehaald kan worden. Als de website zonder wachtwoord werkt, kan je nu deze pagina op de computer bekijken. Iedere keer wanneer er opnieuw naar informatie gezocht wordt begint dit proces opnieuw.