Het gezin van Jacob Cornelisse Faes en Janneken Willemsdochter

In Sint Annaland gaat het leven zijn rustige, maar bedrijvige gang. Er wordt gewerkt op het eigen land of dat van de boer en de ambachtslieden werken in de dorpen. De bakkers laten hun graan malen in de standerdmolen op de dijk ten westen van het dorp, waar die goed wind kan vangen. Voor de eeuwigheid is ook de houten molen zeker niet gemaakt. Hij vraagt zo nu en dan flink wat onderhoud. Binnenkort zijn de wieken aan de beurt en zullen die vernieuwd worden. Op de straten en in de stegen spelen kinderen. Jacob heeft het thuis prima en de vooruitzichten zijn goed nu hij gaat trouwen. Hij zal niet onder een boer hoeven zwoegen. Hij zal geen dubbeltje zijn dat nooit een kwartje wordt. Hij gaat met Janneken Willemsdochter en trouwt met haar. Ze blijven in Sint Annaland wonen. Het dorp ligt er met de fraaie huizen aan de Voorstraat, de sierlijke kerk met de gracht en de mooie haven aan het zilte water prima bij. Dat Johan Doublet uit 's Gravenhage met ingang van 1 april 1620 viervijfde van het dorp en de omringende grond op zijn naam heeft staan is een papieren werkelijkheid waar Jacob en zijn dorpsgenoten niet veel van gemerkt zullen hebben. Het leven wordt er in ieder geval niet wezenlijk anders van.

De baljuw, Jacob Cornelisse, woont in de Voorstraat van het dorp in een pand met een prachtige trapgevel, die hij voor zijn huis heeft laten zetten, naar de mode van deze tijd. Hoog en trots rijst het grote pand met de rijk versierde gevel van gele bakstenen uit boven de andere huizen.

Bestand voorbij. Spanjaarden gelijk weer in de aanval

In 1621 loopt het Twaalfjarig Bestand met de Spanjaarden af en is het gelijk raak. Ze vallen binnen de kortste keren de Nederlanden weer binnen. De ellende van de oorlog lijkt na de rust van de voorbije jaren in de republiek weer van voren af aan te beginnen. En ook voor de Sint Annalanders komt het erg dichtbij. Op 18 juli 1622 start de gevreesde Spaanse legeraanvoerder het beleg van Bergen-op-Zoom op hemelsbreed twintig kilometer van Sint Annaland. De meeste inwoners van die stad zijn protestants, maar de er wonende katholieken kiezen ervoor de Spanjaarden te helpen en openen de stadspoort om ze binnen te laten. De protestanten weten de poorten op tijd weer te sluiten en na ruim tachtig dagen is het beleg mislukt en voorbij ; niet alleen doordat de stad vanuit het westen bevoorraad bleef worden, maar ook doordat de Spaanse troepen met succes beschoten zijn vanuit de stad en vanuit zee. Er sneuvelden bij Bergen-op-Zoom vijfduizend Spaanse soldaten. Het is goed gegaan, maar het had maar zo anders kunnen zijn.

Spinola weet in 1625 wel Breda te veroveren na een beleg van bijna een jaar. Prins Maurits is dat jaar overleden en is als stadhouder van het grootste deel van de Republiek, waaronder Zeeland, opgevolgd door zijn halfbroer Frederik Hendrik. Ook die kon het verlies van Breda niet afwenden. In Sint Annaland is het vooralsnog rustig. De vorige keer ontsprong het met Holland en Zeeland ook de dans, dus wie weet, valt het ook deze keer mee.

  • De overgave van Breda na het beleg op 2 juni 1625 (schilderij Diego Velázquez)

Goede tijden in de meekrap. De schoolmeester verbannen.

De meekrapteelt, waar de Sint Annalanders zo bedreven in zijn, maakt ondanks de rumoerige tijden een goede tijd door en dat willen alle betrokkenen graag zo houden. De Staten-Generaal hebben daarom besloten tot een verbod op de uitvoer van meekrapwerktuigen en jonge scheuten van de meekrapplanten. Het is immers niet de bedoeling dat ook anderen het kunstje leren en er met een deel van de buit vandoor gaan. Er wordt met de meekrap goed geld mee verdiend; zeker nu het in Holland in economische opzicht zo goed gaat.

Stadhouder Frederik Hendrik vat vol goede moed enmet succes de strijd aan tegen de Spanjaarden. Zelfs Den Bosch wordt door hem ingenomen. In 1632 verovert hij Venlo, Roermond en Maastricht en in 1635 Breda, tien jaar na de inname ervan door de Spanjaarden. De veroverde gebieden in het zuiden - te weten Brabant, Limburg en Vlaanderen - worden door de Staten-Generaal nadrukkelijk niet beschouwd als bevrijde gebieden. Ze krijgen de status van Generaliteitslanden; ze worden wel door de Staten-Generaal bestuurd, maar ze hebben daarin geen vertegenwoordiging. Op deze manier hopen de regenten een te grote invloed van Oranje tegen te kunnen gaan en de eigen concurrentiepositie ten opzichte van het zuiden te behouden. Een tegengestelde ontwikkeling is dat Frederik Hendrik veel dichter staat bij de remonstranten dan zijn voorganger en dat hij erin slaagt een verzoenende politiek te voeren. Voor hem wordt het Huis ten Bosch gebouwd. De Staten-Generaal geven hem de titel Zijne Hoogheid en belangrijke zaken worden onder zijn leiding behandeld. Meer en meer wordt zo de positie van het Oranjehuis versterkt.

In 1635 is er gedoe in Sint-Annaland rond de schoolmeester, Middelburger Philips de Wale. Die wordt dat jaar namelijk veroordeeld, omdat hij verscheidene meisjes onder het mom van het geven van een pak slaag onzedelijk zou hebben betast. De schoolmeester zien ze er niet meer terug, nu hij is veroordeeld tot geseling en veertien jaar verbanning uit noordelijk Zeeland en dus ook uit Sint Annaland.

kansen voor jacob en zijn zoons en kansen op voortduren van de vrede

In het gezin van Jacob en Janneken groeien drie zoons op: Jan, Leendert en David. Jacob is landman: een boer met eigen grond. Dat maakt het leven een stuk eenvoudiger dan voor de landarbeiders. In financieel opzicht heeft hij het goed een ook biedt zijn positie mogelijkheden om in aanmerking te komen voor een plek in de kerkenraad en de gemeenteraad.

Er zijn ontwikkelingen die goede hoop geven op voortduren van de vrede op en rond Tholen en Sint Annaland. Het gaat goed met Holland en Zeeland. De financiële en militaire kracht is ten opzichte van die van de Spanjaarden steeds beter geworden. In 1628, inmiddels alweer tien jaar geleden, heeft Piet Hein met succes een Spaans eskader, met goud, zilver en andere kostbaarheden aan boord, veroverd. De Spanjaarden waren op weg naar Havanna om de kostbare vracht over te laden op schepen van de grote en goed beveiligde Zilvervloot. Voordat ze echter in Havanna aankwamen, werden ze door Piet Hein overvallen. Dit heeft de Nederlanden een groot financieel voordeel gebracht en de Spanjaarden een aanzienlijke tegenslag. En nu, in 1639, is het opnieuw raak en heeft Tromp een tweede Spaanse Armada vernietigd. Daarbij zijn er ook nog de opstanden in Portugal en Catalonië. Deze samenloop van gebeurtenissen maakt dat Spanje erg verzwakt is en dat ze langzaamaan oorlogsmoe is geworden. De kans dat Spanje de Nederlanden met rust zal laten en zelfs de zelfstandigheid ervan zal erkennen, is daardoor groter geworden.

Jacob in het dorpsbestuur

Jacob is inmiddels vijftig en woont nog steeds in Sint-Annaland. Zijn vrouw Janneken is overleden. Jacob heeft zitting in het dorpsbestuur, de zogenaamde schepenbank. Die bestaat uit een kleine groep burgers die met de schout adviseert bij de rechtspraak in geval van kleine vergrijpen en uitvoering geeft aan het praktische bestuur van het dorp. Ze zijn ook betrokken bij het opstellen van overeenkomsten bij geldleningen en dergelijke. Uit de schepenen zijn enkelen gekozen tot weesmeester van de weeskamer van Sint Annaland, die zich bezig houdt met boedelbeschrijvingen en overeenkomsten bij voogdijschappen als ouders komen te overlijden. Voor hun vergaderingen komen ze, bij gebrek aan een eigen gebouw, samen in een plaatselijke herberg.

Het is vrede gebleven en daar varen ook de inwoners van Sint Annaland wel bij. Achter de schermen, op hoog politiek niveau spelen belangen waar zij geen weet van hebben. In 1647 overlijdt Frederik Hendrik en volgt zijn zoon Willem II hem op. Dat zal in het dorp nog wel bekend zijn geworden aan wie erin geïnteresseerd was. Maar dat de aanstaande vrede in de gehele Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden Willem II niet goed uitkomt omdat vrede betekent dat zijn invloed geringer zal zijn en dat de regenten hem weinig ruimte zullen geven, gaat aan hen voorbij. De gedachten van Willem II zijn wel te verklaren. Het is immers al vaker zo gegaan dat in tijden van gevaar voor het voortbestaan van de Republiek werd aangeklopt bij het huis van Oranje, maar zodra het gevaar geweken was, het toch weer ieder voor zich was. Dan wilden de Hollandse regenten het weer zelf voor het zeggen hebben en werd een sterk centraal gezag niet langer gewenst. Voor Jacob en zijn zoons, waarvan David dit jaar gaat trouwen met zijn Geertie, is er ten aanzien van vrede en voorspoed voorlopig niets aan de hand.