Alle scholen in het basis en voortgezet onderwijs in een regio zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het onderwijs in die regio. Als samenwerkingsverband organiseren zij dan het onderwijs. Dat betekent ook dat zij samen passende oplossingen moeten vinden voor kinderen met leer- en gedragsproblernen.
Ook is er een zorgplicht: scholen mogen geen leerlingen meer afwijzen, tenzij ze een goed alternatief bieden. Het is de ambitie om kinderen met extra ondersteuning langer op de reguliere school te houden. En hen daar tot betere resultaten te laten komen. Of deze kinderen gaan (tijdelijk) naar het speciaal onderwijs en daar waar mogelijk met begeleiding terug naar de school van herkomst.
De samenwerkingsverbanden en scholen zijn verantwoordelijk voor de lichte en zware onderwijsondersteuning. De gemeente is met de decentralisatie van de jeugdzorg en het huidige preventieve jeugdbeleid verantwoordelijk voor de zorg in en om het onderwijs.
Kinderen zijn in hun ontwikkeling verschillend, zowel in niveau als in tempo. Binnen de methoden kan aan een deel van de verschillen worden tegemoet gekomen. Voor wie dit ontoereikend is, zal de leerkracht overleggen met de zorgcoördinator van de school.
Wanneer de resultaten van een leerling bij het (begrijpend) lezen, rekenen of schrijven, achter blijven,zal de leerkracht in overleg met de ouders en het kind besluiten om het kind extra hulp te bieden. Het betreft kortlopende hulp (niet langer dan 6 weken). Deze vorm van hulp vindt plaats tijdens het zelfstandig werken in de klas en is onderdeel van de weektaak, de zogenoemde eigen taak. Leerlingen met dezelfde hulpvraag worden in een groepje geclusterd. Wanneer blijkt dat het kind deze hulp niet meer nodig heeft, wordt het kind, na overleg met de ouders uit het groepje geplaatst. Wanneer de geboden hulp niet het gewenste resultaat oplevert wordt de betreffende leerling besproken met de intern begeleider in een groepsbespreking en samen met de parallel collega’s gezocht naar andere interventies.
Soms is verdiepende inzicht in het functioneren van het kind nodig om een kind de hulp te bieden die hij/zij nodig heeft. In die gevallen verzoeken we de ouders ons toestemming te geven om het kind te laten onderzoeken door een onderwijskundige van Het Centrum Educatieve Dienstverlening (CED) of door te verwijzen naar een kinderarts of externe intanties zoals GGZ Delfland, Fortagroep. De resultaten van zo’n onderzoek worden in een schriftelijk verslag neergelegd met daaraan gekoppeld een handelingsplan/OPP om het geconstateerd probleem daadkrachtig aan te pakken. Handelingsplan/OPP en verslag worden door de onderwijskundige met de ouder(s)/verzorger(s), leerkracht en intern begeleider besproken. Naast leerproblemen kunnen er gedragsproblemen zijn. Dit kan leiden tot een handelingsplan ten aanzien van het gedrag. Verder is “De Klinker ” aangesloten bij het samenwerkingsverband "Onderwijs Dat Past" Schiedam, Vlaardingen, Maassluis. Een vaste medewerker, de zgn. onderwijsspecialist, van dit samenwerkingsverband is aan de school verbonden.
Het samenwerkingsverband heeft zitting in het Ondersteuningsteam (OT, zie ook verder) op school. Binnen het OT wordt er besloten of er preventieve ambulante begeleiding ingezet moet worden of advies voor plaatsing in het S(B)O. De Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) van het samenwerkingsverband beslist of een kind in het speciaal onderwijs geplaatst kan worden. Indien er sprake is van een cluster indicatie kunnen ouders ervoor kiezen om op de reguliere basisschool te blijven met een arrangement of voor uitplaatsing naar het SO te kiezen.
Andere hulpverlening waar we naar door kunnen verwijzen is: logopedie, fysiotherapie en onze gezinsspecialist van Minters. Doorverwijzing naar logopedie (ook naar de praktijk in school) gebeurt meestal na screening van de school logopediste.
Er zijn op school twee zorgcoördinatoren. Gedurende het schooljaar overleggen zij meerdere malen, op vaste momenten, met de leerkracht. Tijdens deze gesprekken komen de toetsresultaten aan de orde, alsmede het gedrag en de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen.
Indien nodig volgt hieruit extra zorg voor leerlingen of een bijstelling daarvan. Steeds zal er gekeken worden wat er voor het kind nodig is, hierbij kan ook besloten worden tot een eigen leerlijn voor een bepaald vakgebied. Onder een eigen leerlijn verstaan wij dat kinderen werken op eigen aangepast niveau en tempo met bijvoorbeeld rekenen, spelling, taal. Bij de andere vakken werken deze kinderen met de groep mee.
De zorgcoördinator onderzoekt zo nodig individuele kinderen, houdt (advies) gesprekken met ouder(s)/verzorger(s) en verwijst, als daar aanleiding toe is, door naar externe deskundigen of naar ander onderwijs. De zorgcoördinator vraagt advies aan en onderhoudt contacten met externe deskundigen zoals:
de onderwijsspecialist van ons Samenwerkingsgverband "Onderwijs dat Past"
Jeugdprofessional op school (Mevis)
de schoolarts van het Centrum voor Jeugd en Gezin in Schiedam
de leerplichtambtenaar van Leerrecht.
de schoollogopedist van ons samenwerkingsverband,
de overige Wijkondersteuningsteams
vrijgevestigde logopedisten
fysiotherapeuten
jeugdhulpverlening
de ambulant begeleiders van leerlingen met een onderwijsarrangement
enz.
Voor meer informatie over passend onderwijs, zie http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/passend-onderwijs
Door samen te werken kan er snel en adequaat hulp worden geboden waar dat nodig is.
Daarom heeft De Klinker een Ondersteuningsteam (OT). Dit team heeft als basis samenstelling:
een vertegenwoordiging van ons Samenwerkingsgverband "Onderwijs dat Past", de onderwijsspecialist,
de jeugdprofessional op school (Mevis)
de zorgcoördinatoren van de school,
de directeur van de school
Per bespreekgeval kan het team worden uitgebreid met bijv. een medewerker van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), een medewerker van Jeugdzorg, een Leerplichtambtenaar, een Kinderarts, etc. Ook leerkrachten en - om de lijnen nadrukkelijk kort te houden - de ouder(s)/verzorger(s).
Voor kinderen die in aanmerking komen om te worden besproken is altijd toestemming van ouder(s)/verzorger(s) nodig.
Wordt een kind ingebracht ter bespreking, dan is dat om zowel het kind, de leerkracht, maar ook ouder(s)/verzorger(s) op een juiste manier verder te helpen/te ondersteunen. Deze "Klinker-OT" komt schooljaarlijks zo'n 6 keer per jaar bijeen.
Alle inspanningen ten spijt, kan het voorkomen dat de school handelingsverlegen blijft en plaatsing in het SBO/SO noodzakelijk is. Deze procedure wordt geïnitieerd vanuit het Ondersteuningsteam.
Op de Klinker willen wij aan alle kinderen het onderwijs bieden dat zij nodig hebben. Dit houdt in dat wij ook kinderen die hoogbegaafd zijn of meer aankunnen extra willen uitdagen in hun onderwijsaanbod. Dit kan door middel van onder andere een plus programma, webquesties, andere talen leren, en wordt begeleidt door de intern-begeleiders. Het opstarten van bovengenoemde uitdagingen gaat altijd in overleg met ouder(s)/verzorger(s) en kinderen.
Indien voor alle betrokkenen akkoord, dan kan een kind ook een dag werken op het PRIMO HB lespunt. Hierin speelt ook het ondersteuningsteam een rol. Zie deze Hand-out voor meer informatie over hoogbegaafdheid.
De basisondersteuning beschrijft het niveau dat van alle scholen uit het samenwerkingsverband verwacht wordt. De afspraken over de invulling van de basisondersteuning worden op het niveau van het samenwerkingsverband gemaakt en gelden voor alle deelnemende scholen. De basisondersteuning heeft betrekking op onderwijsinhoudelijke aanpakken en op de kwaliteit van de ondersteuningsprocessen in de school. Zie hiervoor onze schoolgids, hoofdstuk 3.
Ongeveer 5 procent van de kinderen heeft een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Kinderen met een TOS hebben een normale intelligentie, maar veel moeite met het uiten en begrijpen van taal. Kinderen die de taal niet goed beheersen kunnen informatie minder goed verwerken en onthouden en hebben daardoor moeite met leren. Ook kunnen ze vaak niet goed verwoorden wat ze voelen en denken en slecht begrijpen wat een ander bedoelt; hierdoor zijn ze sociaal-emotioneel kwetsbaar. De Klinker werkt samen met de Koninklijke Auris Groep zodat deze kinderen prima op onze school begeleid kunnen worden.
De Klinker hanteert drie leerlingvolgsystemen om de vorderingen van de kinderen in kaart te brengen:
Het CITO Leerling in Beeld voor de cognitieve vakken zoals lezen, spelling, rekenen en taal;
De leerlijnen van het jonge kind in de peuterspeelzaal en groepen 1-2;
Het programma Kindbegrip in de groepen 3 t/m 8 voor het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling van een leerling.
Deze leerlingvolgsystemen zijn een manier om de vorderingen van individuele leerlingen systematisch bij te houden.
Een groot aantal gegevens van het leerlingendossier kunt u zien in de Parro app.
De volgsystemen en de toetsen in de methoden vormen de basis voor de rapporten en de gesprekken met ouder(s)/verzorger(s).
Hieronder staat per groep vermeld wanneer, wat en hoe wordt gerapporteerd.
2 x rapportgesprek aan de hand van de leerlijnen in januari en juni.
In november/december: bespreking toetsresultaten (toetsen methoden) en sociaal-emotionele ontwikkeling. U krijgt overzichten op papier mee.
In maart/april: bespreking toetsresultaten (toetsen methoden en toetsen CITO-LOVS) en sociaal-emotionele ontwikkeling. U krijgt overzichten op papier mee.
Aan het eind van het schooljaar worden de laatste overzichten aan de kinderen in het rapportmap zelf meegegeven. Een gesprek kan dan op aanvraag van de ouder(s)/verzorger(s) of op verzoek van de leerkracht plaatsvinden. Vaak is het beter aan het begin van het schooljaar een gesprek aan te gaan met de nieuwe leerkracht.
In november ontvangen de ouder(s)/verzorger(s) een uitnodiging voor een gesprek over het voorlopig advies voor het Voortgezet Onderwijs aan de hand van toetsresultaten (toetsen methoden), het leerlingvolgsysteem CITO-LOVS, de uitslag van de ADIT toets en de sociaal-emotionele ontwikkeling, waar onder gedrag en werkhouding. U krijgt overzichten op papier mee.
Begin maart volgt een gesprek met het definitieve advies voor het VO.
Het laatste rapport wordt samen met het getuigschrift tijdens de afscheidsavond uitgedeeld.
De data van de verschillende rapportageavonden treft u aan in de app Parro.
Aan de ouder(s)/verzorger(s) van kinderen die de school tussentijds verlaten worden de gegevens - indien ouder(s)/verzorger(s) akkoord - digitaal via OSO versleuteld naar de nieuwe school gestuurd. Daarin staat in ieder geval hoe ver het kind is gevorderd.
In groep 8 krijgen de ouder(s)/verzorger(s) een onderwijskundig rapport mee na het adviesgesprek met de eindadvisering van school. Hierin staan de vorderingen en de schoolloopbaan van het kind vermeld. Ook dit rapport komt digitaal - na toestemming van ouder(s)/verzorger(s) - bij de school van VO terecht.
De Klinker staat kritisch tegenover het zittenblijven en probeert dit zo veel mogelijk te voorkomen. Wij bieden een kind alleen de gelegenheid voor een extra leerjaar als wij verwachten dat dit zinvol voor het kind zal zijn. Na groep 5 wordt er in principe niet meer gedoubleerd.
Voor de kinderen die in oktober, november, december naar school komen (de zgn. herfstkinderen), wordt nadrukkelijke bekeken of een kind over kan gaan naar groep 2. Zie verder ons protocol.
In principe is elk kind welkom op onze school, met of zonder handicap. Het onderwijsaanbod wordt zoveel mogelijk afgestemd op wat elk kind nodig heeft. Een gehandicapt kind heeft extra zorg en begeleiding nodig en daarvoor kan extra geld vanuit het samwerkingsverband beschikbaar worden gesteld. Soms is het niet mogelijk een kind op onze school onderwijs te bieden dat voldoende tegemoet komt aan zijn of haar ontwikkelingsbehoeften. Deze kinderen zijn beter op hun plaats in het speciaal (basis)onderwijs.
De volgende grenzen worden getrokken:
Verstoring van rust en veiligheid.
Verhouding van verzorging/behandeling en onderwijs.
Verstoring van het leerproces.
Gebrek aan opnamecapaciteit.
Scholen hebben zorgplicht; indien een kind aangemeld wordt en niet geplaatst kan worden, zal ook De Klinker moeten zorgen voor een andere onderwijsplek.
Al een groot aantal jaren had de school de beschikking over een gezinsspecialist (schoolmaatschappelijk werker) van de organisatie Minters. Door de nieuwe aanbesteding en samenvoeging van de jeugdzorg van Schiedam, Vlaardingen en Maassluis is er nieuwe organisatie ontstaan: Mevis. Zie https://www.mevis.nl/ voor meer informatie.
Wat doet een jeugdprofessional op school? Een vraag over opvoeden of opgroeien? De jeugdprofessional op school, ook wel bekend als schoolmaatschappelijk werker, denkt en kijkt graag mee. Bijvoorbeeld over onderwerpen als:
Pesten
Angst
Echtscheiding
Vriendschappen
Zelfvertrouwen
Concentratie
Rouw
Gamen
Zij voert gesprekken met ouders en/of kinderen, alleen of samen met school. Samen kijken we wat het best bij de vraag past. Soms is een aantal afspraken of oefeningen voldoende. Als er meer nodig is, wordt gekeken naar een passend vervolg.
Hoe kan ik contact opnemen?
Vraag de leerkracht/mentor of intern begeleider/ondersteuningscoördinator naar de mogelijkheden of neem direct contact op via bovenstaande gegevens.
De gesprekken zijn vertrouwelijk
In de leeftijd van 4 t/m 6 jaar neemt de spraak- en taalontwikkeling een belangrijke plaats in.
Aan het begin van het schooljaar vinden observaties van alle kinderen van de groepen 1-2 in de klas door de schoollogopediste plaats.
Mocht deze zich niet goed ontwikkelen, dan kan er na toestemming van de ouder(s)/verzorger(s) gebruik worden gemaakt van de diensten van onze logopediste. Zij is 1 keer per 14 dagen een dagdeel op onze school aanwezig. Zij is in dienst van het samenwerkingsverband en doet onderzoek, controleert en geeft advies. Eventueel verwijst zij uw kind naar een huisarts, behandelend logopediste of KNO-arts.
Daarnaast begeleidt en/of adviseert zij ouder(s)/verzorger(s) en leerkrachten in aspecten van de spraak- taalontwikkeling.
Op school is het CJG er ook voor jou
Basisschoolkinderen ontwikkelen zich volop. Dat is leuk, maar je kan er ook onzeker van worden. Met al je vragen over opgroeien, opvoeden en gezondheid kun je terecht bij Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Rijnmond. Samen met jou volgen we ook de ontwikkeling van je kind. Dit doen we totdat je kind 18 jaar is. We zien elkaar tijdens verschillende afspraken op één van onze CJG-locaties, bij jou thuis of via (beeld)bellen.
Hoe zie je als ouder het verschil tussen gezonde en ongezonde spanning? Welke sport past bij je kind? Wat moet je doen als je kind wordt gepest, of als je kind zelf pest? Allemaal vragen waar onze professionals bij kunnen helpen. Door te adviseren, ondersteunen en mee te denken. Samen zoeken we naar een antwoord of naar de juiste deskundige die je verder kan helpen. Zo maken we met jou gezond en veilig opgroeien mogelijk.
Wanneer nodigen we jou en je kind uit?
Samen met een professional van het CJG bespreek je wanneer we je uitnodigen voor een afspraak. Maar ook bij welke professional dit is, wat er onderzocht en besproken wordt en hoe lang de afspraak duurt. Totdat je kind 12 jaar wordt, bieden we de volgende afspraken aan:
7 en 8 jaar: BMR-vaccinatie
10 jaar: HPV-vaccinatie
Het is altijd mogelijk om een extra afspraak te maken. Onze professionals geven graag advies en bieden ondersteuning waar nodig.
Het zorgteam
In het zorgteam zitten verschillende deskundigen die verbonden zijn aan de school. Samen bespreken zij leerlingen. Soms wordt de jeugdverpleegkundige van het CJG uitgenodigd om deel te nemen aan het zorgteam. Hiervan word je altijd op de hoogte gebracht.
De jeugdverpleegkundige op school
Aan iedere school is een jeugdverpleegkundige verbonden, waar je ook altijd jouw vragen aan kan stellen. Bijvoorbeeld over voeding, beweging, slapen, luisteren of (faal)angst. Geen vraag is ons te gek!
Janou Wilson- Van der Linden
Telefoonnummer: 088 - 20 10 000 of 06 - 39805196
E-mail: j.van.der.linden@cjgrijnmond.nl.
Kloppen jouw contactgegevens nog?
Geef jouw telefoonnummer en/of e-mailadres aan ons door als deze niet bij ons bekend zijn of in het afgelopen jaar veranderd zijn. Dat kan op de manier die jij prettig vindt. Bijvoorbeeld via Mijn CJG Rijnmond, waarop je inlogt met jouw DigiD. Alle andere manieren vind je op onze contactpagina. Zo kunnen we contact met je opnemen als dat nodig is.
Een kindercoach is waardevol op school en kan de bindende factor tussen school, leerkracht, ouders en het kind. Samen kijken we hoe we het kind op weg kunnen helpen, zodat het kind met plezier en vertrouwen naar school gaat en met een positief gevoel thuiskomt.
Sommige leerlingen hebben, al dan niet tijdelijk, extra ondersteuning nodig om goed te kunnen blijven meedoen met het onderwijsaanbod school. Dit kan allerlei verschillende oorzaken hebben. Bijvoorbeeld een leerachterstand, sociaal emotionele problemen of specifieke onderwijsbehoeften vanwege AD(H)D of autismespectrumstoornis. Maar ook weinig zelfvertrouwen, faalangst, werkhouding, concentratie, planning of doorzettingsvermogen zijn goed te coachen.
De Openbare Daltonbasisschool De Klinker verwijst kinderen door naar haar kindercoach waarna zij contact met u zal opnemen om nader kennis te maken. Mocht u als ouders/verzorgers vragen hebben over uw kind dan mag u altijd vrijblijvend contact opnemen.
Saskia Goudswaard, telefoon: 06 39749927, e-mail: saskia@juffrouwkoffer.nl, www.juffrouwkoffer.nl Zie ook dit kennismakingsfilmpje