Iedere school heeft te maken met ouders die zijn gescheiden en met ouders die aan het scheiden zijn. Dit kan moeilijke situaties opleveren voor ouders, leerkrachten en kinderen. De Klinker hanteert onderstaande hoe om te gaan met deze situatie.
Onze uitgangspunten zijn:
De school heeft het belang van het kind voor ogen en is onpartijdig ten aanzien van de scheiding van de ouders. Tevens voorkomt de school dat zij in een conflict tussen ouders wordt betrokken.
Informatie over het kind wordt niet aan anderen dan aan ouders (volgens art. 1:377c van het Burgerlijk Wetboek) verstrekt. Uitzonderingen op die regel gelden onder andere voor enkele instanties, o.a. Veilig Thuis en de schoolarts van het CJG. Zie ook ons privacybeleid.
De school is gericht op onderwijs waarbij onder meer veiligheid en rust van het kind dienen te worden gewaarborgd. Om die reden is het niet toegestaan dat ouders hun onderlinge relationele problemen of conflicten op school, het schoolplein of via school of leerkrachten beslechten.
De school heeft een informatieplicht over het kind tegenover beide ouders. Verstrekking van schoolinformatie vindt voor de niet met het gezag belaste ouder alleen plaats wanneer hij of zij daarom vraagt. Het moet dan om concrete vragen over het kind gaan.
De school nodigt beide ouders, indien het juiste e-mailadres bekend is, uit voor ouderavonden of voor gesprekken over het kind (bijvoorbeeld rapportbesprekingen).
Bij gescheiden/gebroken gezinnen vindt De Klinker het van belang beide ouders tijdens het rapportgesprek te spreken. Wanneer een van de ouders geen gezamenlijk gesprek wil, kan hij of zij informatie via de directeur aanvragen. Wettelijk gezien kan de 2e ouder mits gezag geen informatie onthouden worden.
Indien 1 ouder bij een gesprek aanwezig is, gaat de school er van uit dat alle relevante informatie door de betreffende ouder aan de ander wordt doorgegeven.
De school volgt uitspraken van een rechter. Bij een rechterlijke beslissing die gevolgen heeft voor het kind op school, wordt een kopie van de beslissing door de ouder(s) aan de school gegeven. Pas hierna kan de school op basis van deze beslissing handelen.
De school mag een kind alleen met de officiële naam inschrijven. Voor een verandering van achternaam is dus een beslissing van de rechter nodig.
Verdere info:
Informatieplicht
Uit de wetsartikelen volgt dat het in eerste instantie aan (gescheiden) ouders is om elkaar te informeren over de vorderingen en ontwikkelingen van hun kind. In sommige gevallen is de relatie tussen de ouders zo vertroebeld, dat goede onderlinge communicatie niet meer aan de orde is. Dan komt de school in beeld. De vraag rijst dan wat de verplichtingen van de school zijn inzake de informatieverstrekking.
Boek 1 Burgerlijk Wetboek
Artikel 1:377b BW bepaalt dat de met het gezag belaste ouder verplicht is de andere, niet met gezag belaste ouder op de hoogte te houden van belangrijke zaken die het kind aangaan (bijv. schoolrapporten en informatie over extra begeleiding).
Artikel 1:377c BW bepaalt dat de school verplicht is een ouder die niet het ouderlijk gezag heeft, als hij of zij daarom vraagt, van beroepshalve beschikbare informatie te voorzien over belangrijke feiten en omstandigheden die het kind of de verzorging en opvoeding van het kind betreffen. Er zijn op deze regel twee uitzonderingen:
de informatie wordt niet verstrekt als de school de informatie niet op dezelfde manier aan de ouder met het ouderlijk gezag zou verstrekken;
de informatie wordt niet verstrekt als het belang van het kind zich tegen het verschaffen van de informatie verzet.
School moet neutraal zijn
Een school moet voorkomen partij te worden in een echtscheidingsconflict en moet alle schijn van partijdigheid vermijden.
De school hoeft soms geen informatie te verstrekken als zij daardoor haar neutraliteit verliest. Bijvoorbeeld wanneer een ouder vraagt of er een verschil is in de leerprestaties van de kinderen in de weken dat ze bij de vader en de weken dat ze bij de moeder zijn.
Beide ouders hebben ouderlijk gezag
De school heeft een actieve informatieplicht. Zij moet ouders dezelfde mondelinge en schriftelijke informatie geven. De school heeft hierin een eigen verantwoordelijkheid.
Als de school weet dat er geen omgang is tussen een ouder en het kind, mag de school geen genoegen nemen met de mededeling van de ouder dat die de andere ouder wel zal informeren. De school moet dit controleren.
Wanneer in een echtscheidingsconvenant is vastgelegd dat de ene ouder de andere ouder moet informeren en dit vervolgens niet gebeurt, moet de school de betreffende informatie aan de andere ouder verschaffen.
Als de school informatie in tweevoud aan het kind meegeeft, voldoet de school in principe aan haar informatieplicht. Wanneer vervolgens blijkt dat de informatie een van de ouders niet bereikt, moet de school een andere manier zoeken om de informatie te verstrekken.
Als een van de ouders geen gezamenlijk oudergesprek wil, moet de school de mogelijkheid bieden voor afzonderlijke gesprekken met beide ouders.
Ouder zonder ouderlijk gezag
De school moet de ouder zonder gezag informatie geven over belangrijke zaken over het kind. De ouder moet daar wel zelf om vragen, de school hoeft dit dus niet uit eigen beweging te doen. De informatie kan gaan over de cognitieve en/of sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind zoals leerprestaties of medische kwesties. Hieronder valt bijvoorbeeld een schoolrapport, maar niet een uitnodiging voor een algemene ouderavond of een schoolfoto.
Op de informatieplicht kan een uitzondering worden gemaakt als het belang van het kind zich verzet tegen het verstrekken van de informatie. De school moet een eigen afweging over dat belang maken. De school moet de gezaghebbende ouder over een verzoek tot informatieverstrekking op de hoogte brengen. Als de ouder met gezag zich verzet tegen het verstrekken van informatie aan de andere ouder of dit niet in het belang van het kind acht, is dit onvoldoende. Deze ouder zal dit moeten onderbouwen, bij voorkeur met een gerechtelijke uitspraak waarin een beperking van de informatieplicht is opgenomen. De veiligheid van het kind speelt een rol bij de afweging of de school informatie verstrekt.
Als een kind op school aangeeft bang te zijn voor de ouder mag een school terughoudend zijn in het verstrekken van informatie.
Een school mag niet verwijzen naar de gezaghebbende ouder als de ouder zonder ouderlijk gezag informatie opvraagt.
Kortom: School hoeft de niet gezaghebbende ouder niet actief te informeren, wel passief (als niet gezaghebbende ouder erom vraagt)