Jacobus , eigenlijk heet hij Joannes Jacobus geboren op 19‑12‑1840 te Aalst, zoon van Petrus Franciscus Hulsbosch, snijdersgast en Maria Egidia Bonner, "strijkeresse". Zijn roepnaam Jacques staat genoteerd in de 'Feuille d'enrôlement'‑volgnummer 4603‑ akte in het Frans die opgesteld werd bij zijn inlijving te Brussel als 'gewoon soldaat' bij de Pauselijke Zoeaven op 2 september 1869. Diezelfde akte vermeldt dat hij te Aalst woont en wever is ("tisserand"). Wat niet in de akte staat is dat hij ongehuwd is, maar enkel ongehuwden konden zich melden. Zijn handtekening op het document is vrij groot geschreven maar de letters zijn goed gevormd en vloeiend.
Hij was bij de laatste lichting Vlamingen die naar Italië trokken om in het pauselijke leger te dienen.
Het kostuum was geïnspireerd op dat van de Franse Zouaven
De Italiaanse eenmaking bedreigde de pauselijke staten en er werden ook in Vlaanderen soldaten vanop de preekstoel geronseld. Hij was dus hooguit een jaar in dienst toen de nationalistische troepen in september 1870 Rome omsingelden. Na de eerste kanonschoten liet paus Leo XIII de witte vlag hijsen en gaf het pauselijk leger zich over.
In september 1870, na de inname van Rome en de ontbinding van het zoeavenregiment, lag hij ziek te bed in het hospitaal van de Heilige Geest te Rome. Jacques kwam levend terug uit Italië. Petrus Van Nuffel schrijft in zijn boek Alostum Religiosum dat Jacques in november 1870 bij de stichters van de Aalsterse afdeling Pro Petri Sede hoort.
In 1881 woonde hij in de Sint-Salvatorstraat in Gent en huwde er op 22-04-1881 op zijn 40ste met de even oude Angéla Pésant, dochter van Bernardus (1800-) en Francisca Bogaert (Evergem, 1812-1865), beide overleden te Evergem. Jacobus overleed dag op dag drie jaar later.
Een (Ierse) zouaaf in met uitrusting uniform