Melchior Hulsbosch (IV.7) was het vijfde kind van Joannes en Anna Drossaert. Hij werd gedoopt te Ruisbroek op 4 oktober 1621, doopgetuigen waren Melchior Boye en Dympa Selleslach. Melchior was 22 toen zijn vader overleed. Hij is het enige kind waarvan we met zekerheid weten dat hij naar Buggenhout vertrekt. Hij ging daar wonen na zijn tweede huwelijk met Odilia Ost. Waarschijnlijk hebben zijn kinderen en vooral de aangetrouwde familieleden uit Buggenhout, Malderen en Sint-Amands zich later over de Hulsbosch wezen uit Ruisbroek (pest van 1692) ontfermd.
Melchior maakte op 4 januari 1677 -hij was toen 56 jaar- zijn testament bij notaris Joachim vander Vreken te Willebroek. Melchior was namelijk ziek en meende dat zijn einde nabij was, maar hij zou nog vijf jaar leven. Hij bezat goederen te Ruisbroek, Puurs en Hingene.
Melchior was dooppeter van Melchior de Jonghe (°22/3/1672), waarschijnlijk een neef van zijn echtgenote Philippina. overleden op 21-10-1682 te Buggenhout op 61 jarige leeftijd. Ondertrouw op 14-03-1646 te Ruisbroek, gehuwd voor de kerk op 24 jarige leeftijd op 22 maart 1646 te Ruisbroek met Philippina "Philipotte" De Jonge, geboren ca 1625 waarschijnlijk te Ruisbroek en er overleden op 22 januari 1668. Hun huwelijksgetuigen waren zijn broer Judocus Hulsbosch en Petrus De Jonge.
Melchior hertrouwde op 47 jarige leeftijd op 05-3-1669 te Buggenhout met Odilia Ost, 35 jaar oud, geboren op 04 augustus 1633 te Buggenhout, dochter van Adrianus (scabinus = schepen) en Joanna van Wassenhove. Zij was de weduwe van Christianus Moins/Moens (Buggenhout, 27-2-1668).
Een maand na het overlijden van Melchior hertrouwde ze met Petus Moortgat. Ze werd begraven op 23-01-1694 in zijdelijk deel van de kerk ("navi laterali") te Buggenhout op 60 jarige leeftijd.