Het dorp Scheemda is ontstaan uit twee middeleeuwse kerkdorpen; Scheemda en Eexta, langgerekte streekdorpen, ontstaan in de 11e of 12e eeuw toen het veengebied in het Wold-Oldambt bewoond raakte en het land in cultuur werd gebracht. De eeuwenoude verkaveling van opstrekkende heerden, was nog tot aan de ruilverkaveling in de jaren zeventig aanwezig. Het oude centrum van het dorpje Eexta is te vinden rond de voormalige pastorie achteraan de Kerklaan. Daar, op het kerkhof, stond tot 1870 ook de 13e eeuwse kruiskerk. Langs de Buiteneexterweg en verder in zuidelijke richting waren de boerderijen gevestigd.
opgraving 1988 - 1989 oud Scheemda
Het dorp Scheemda lag oorspronkelijk verder naar het noorden. Ongeveer waar de Pastorieweg met een viaduct de A7 kruist, lag het oude kerkhof waarop in de 13e eeuw een kruiskerk met losstaande toren waren gebouwd. Bij opgravingen tijdens de aanleg van de A7, werd het kerkhof met de standplaats van kerk en toren blootgelegd. Bodemdaling als gevolg van de bewerking van de veenbodem en een steeds verder oprukkende Dollard, waren er de oorzaak van, dat de Scheemder boeren hun bedrijven eind 15e eeuw gingen verplaatsen naar hogere grond. Dat kon eenvoudig, omdat ze werden herbouwd verderop, op de eigen opstrek. De Dollarduitbreiding in 1509 gaf het zetje om ook de kerk af te breken en naar hogere grond te verplaatsen, de huidige Scheemder kerk bij de toren. Die hogere grond was alleen te vinden langs de Eexter dorpsgrens en zo ontstond een dubbeldorp en bedroeg de afstand tussen de nieuw gebouwde kerk van Scheemda en de oude kruiskerk van Eexta na de verplaatsing slechts 700 meter.
De 'nieuwe' Scheemder kerk
De 'samensmelting' van de dorpen Scheemda en Eexta
Waren beide dorpen eeuwenlang slaperige boerendorpen, na 1635 veranderde. Scheemda en Eexta kwamen aan het het Trekdiep van Groningen naar Winschoten te liggen. Reizigers passeerden het dorp met de trekschuiten en goederen konden in Scheemda worden in- en uitgeladen. Voor rijtuigen en wagens was het mogelijk de trekweg langs het diep te gebruiken. Ten behoeve van de reizigers ontstonden in Scheemda langs het diep logementen en een post- en veerhuis en ontwikkelde zich de handel en nering. Belangrijk werd het vervoer van landbouwproducten vanuit het Oldambt naar Groningen en de aanvoer van turf als brandstof vanuit de veenkoloniën. Verder werden aan het diep in de 18e en 19e eeuw een zaagmolen en een pelmolen gebouwd. Toch behield het dorp tot ver in de 20e eeuw zijn landbouwkarakter waarvan de grote Oldambster boerderijen aan de Oosterstraat, de Buiteneexterweg en de Stationsstraat nog getuigen.
De trekvaart door het dorp Scheemda
Oldambster boerderij aan de Oosterstraat
In 1811 vormden de dorpen Scheemda, Eexta, Nieuw Scheemda, ’t Waar, Westerlee en Heiligerlee samen de gemeente Scheemda. In Scheemda vergaderde ook het gemeentebestuur, eerst in logementen en later in Hotel Panman. In 1906 werd in Scheemda een groot nieuw postkantoor in gebruik genomen en kreeg de gemeente de beschikking over het oude, in 1878 gebouwde postkantoor. Scheemda kreeg een echt gemeentehuis, compleet met gemeentewapen. In die tijd waren beide dorpen al tot één kern samengegroeid. In 1964 werd de naam Eexta opgeheven en vanaf dat moment was alles Scheemda.
De vooruitgang van Scheemda is niet los te zien van een aantal belangrijke ontwikkelingen op het gebied van vervoer. Nadat het eerst aan de belangrijke waterweg van Winschoten naar Groningen was komen te liggen, werd in 1868 ook de spoorlijn Groningen-Nieuwschans langs Scheemda aangelegd en kreeg het dorp een stationsgebouw. De trekschuiten verdwenen en de trein kwam daarvoor in de plaats. In de jaren vijftig van de vorige eeuw werd het Winschoterdiep verbreed en verdiept en deels om Scheemda geleidt. Langs het kanaal kwam de Rijksweg van Groningen naar Nieuweschans te liggen. Water-, spoor-, en wegverbindingen zorgden voor een goede infrastructuur voor bedrijvigheid rond de in 1917 aangelegde Eextahaven.
Eextahaven