Op woensdag 21 september 1944 werd de 52-jarige landbouwer Roelf Hendericus Meiborg op het erf van zijn boerderij aan de Stationsstraat te Scheemda doodgeschoten. Deze tragische gebeurtenis begon eigenlijk bij buurman Bleeker, waar die dag een arrestatieteam aankwam om twee ondergedoken zoons van Bleeker te zoeken. De jongens werden niet gevonden en als represaillemaatregel werd de woning in brand gestoken. In de nasleep van het gebeuren vond Meiborg de dood. De akte van de burgerlijke stand geeft als tijdstip van overlijden 4 uur in de middag aan. Meiborg werd 52 jaar. Verscholen in de kapitale boerderij zijn vrouw en kinderen getuigen van het hele gebeuren.
Scheemderzwaag was in de oorlogsjaren nog deel van de hoofdweg van Nieuwe Schans naar Groningen. Heden ten dage staan er bij de Zwaagsterklap over het Termunterzijldiep nog twee kazematten uit de oorlog. Iedereen op "Zwaag" weet van de brand op boerderij Tijdens bij de bevrijding. Maar gebeurde er nog meer? Greta Lenting-Hartman heeft haar hele leven op de Zwaagweg gewoond, maar heeft nooit gehoord dat de brug over het Zijldiep is opgeblazen. Die over het Koediep is zeker. Het dagboek (in het Fries) van Reinders, landbouwer te Scheemderzwaag in de oorlog, vormt de basis voor het verhaal.
betonnen kazemat (s3a) bij de boerderij van eertijds Reinders.
In de bezettingsjaren werd het gemeentebestuur van Scheemda door de bezettende macht ontbonden en kwam er een Duitsgezind bestuur voor in de plaats. Onderzoek in het gemeentearchief bracht aan het licht hoe het zover kwam.
Het gemeentehuis in Scheemda omstreeks 1940.
Oud-gemeentesecretaris Harry Boedeltje stelde vorig jaar zijn persoonlijke memoires te boek ( 'Herinneringen 1934-2019') De hoofdstukken uit dat boek die betrekking hebben op de oorlogstijd zijn in dit speciale oorlogsnummer opgenomen. Daarin is het ook het verhaal verwerkt van zijn vader, oud-gemeentetimmerman Freerk Boedeltje, die in 1944 werd gearresteerd en pas op 4 juni 1945 in Scheemda terugkeerde.
"Dika-fabrieken", foto omstreeks de jaren 50. foto: collectie Glazenborg ( in beheer bij Historische Vereniging Scheemda en Omstreken )
In kamp Dika, aan de Boslaan in Scheemdermeer was één van de interneringskampen waarin na de bevrijding NSB'ers uit Midwolda en omgeving en zogenaamde Lüneburgers, bijeen werden gebracht. De vele honderden gedetineerden, mannen, vrouwen en kinderen, leefden zonder enige vorm van comfort dicht op elkaargepakt en onder hen waren er die geheel ten onrechte gevangen werden gezet. Met de hygiëne was het droevig gesteld, het wemelde van ongedierte en het eten was ronduit slecht. Bovendien gedroeg het wachtpersoneel zich niet altijd even correct en werden sommigen Oranjemannen wegens wangedrag ontslagen.
De vijftiende april, de dag dat de Polen en Canadezen Oostwold bereikten, was allerminst een feestdag. Zeker, de bevrijders werden vreugdevol onthaald, vlaggen werden uitgestoken en buiten op straat heerste een blijde opgewonden stemming. Maar in de vroege avond ging het mis. Granaten, afgevuurd door het Duitse geschut bij Fiemel gierden over het dorp en troffen feestvierders op straat met vijf doden als gevolg.
De Noorderstraat, hier omstreeks 1960, waar op 15 april 1945 drie personen omkwamen door granaatscherven.