Maar liefst achttien jaar verbleven de Fransen in ons land. In 1795 werden ze als bevrijders binnengehaald om ook hier de lang verwachte politieke omwenteling te voltooien, maar uiteindelijk was de bevolking de Fransen meer dan beu. De verloren veldtocht naar Rusland en de volkerenslag in 1813 betekende het einde voor Napoleon. Vanuit het oosten rukte het geallieerde leger van Rusland , Pruisen en Zweden op om de Fransen te verdrijven. Op 15 november 1813 verjoegen Russische kozakken ook de Fransen uit Scheemda en Midwolda.
Kozakken op een landweg bij Bergen in Noord-Holland, 1813 , schilderij van Pieter Gerardus van Os 1813-1815
In 1954 waren Roelf Hendrik van Delden en Grietje Hoving eigenaar geworden van hotel Panman, dat van 1956 tot 1958 werd geëxploiteerd door K.E. Jonkheim. Na de verkoop van hun hotel ( Van Ess ) in Zuidlaren nam de familie van Delden de exploitatie van hotel Panman zelf ter hand
Hotel Panman omstreeks 1951.
foto: Veenkoloniaal Museum
Begin jaren 90 verschenen onder naam 'Kreiter' stukken in het Zevenblad over de bewoners van de huizen aan de Hoofdweg te Midwolda. De serie is geactualiseerd en is nu te lezen in Duvekoater. Deze keer de Hoofdweg vanaf de Homerilaan tot de Hervormde kerk.
In het vroege voorjaar van 1951 werd op het erf van boerderij Ebbens aan de Goldhoorn een opgraving gedaan. Aanleiding was het feit , dat Ebbens melding had gemaakt van de vondst van kloosterstenen in zijn tuin. In de tuin, ten oosten van de boerderij werd bij het onderzoek een drietal bakstenen grafkelders aangetroffen. Een kerkhof dus, en de deskundigen veronderstelden dan ook de standplaats te hebben gevonden van de middeleeuwse kerk.
Bonnekaart van omstreeks 1925, aangegeven met de gele cirkel de locatie van boerderij Ebbens.
In 1858 werd aan de Hoflaan de nieuwe begraafplaats in gebruik genomen en kwam er een eind aan het begraven op het kerkhof rond de Scheemder kerk. Vanuit de geest van de Verlichting was er een toenemende weerstand ontstaan om de oude kerkhoven midden in dorpen en steden te gebruiken. Mooie ruime, nette en vooral met bomen omzoomde romantische parken wilde men, waar de bezoeker ongemoeid kon mijmeren over de vergankelijkheid van de mens.