Op het gebied van torenklokken is in de loop der jaren regelmatig onderzoek gedaan en ook nu weer loopt er een provinciaal onderzoek, waarbij op initiatief van de stichting Groninger Kerken alle torenklokken weer stuk voor stuk worden bekeken. Het bekende werk van Pathuis uit 1979, 'Groninger Gedenkwaardigheden', vertoont namelijk nogal wat onvolkomenheden. Zo zoekt men b.v. tevergeefs naar de uit 1796 daterende klok uit Eexta en die van Nieuw Scheemda uit de 17e eeuw.
Tot in de Tweede Wereldoorlog woonden er leden van de joodse familie Hart in Scheemda. Oudere Scheemders zullen zich nog Sali Hart, Betje van den Berg en dochter Greta herinneren die in de Torenstraat woonden.
De weg van Finsterwolde naar Oostwold is bekend onder de naam Goldhoorn, of zoals vroeger werd geschreven Goldhoornstraat. De Goldhoorn is genoemd naar het vroegere klooster dat stond op de huidige grens van de gemeenten Scheemda en Finsterwolde in het kerkdorp Oostwold.
In 1875 vertrok Derk Koert Mulder met de Noorderzon uit Nieuw Scheemda. De grond werd de jongeman te heet onder de voeten, want van een voorbeeldige levenswandel was in het geheel geen sprake. In 1881 ontvingen zijn ouders een brief van de verloren zoon waaruit bleek dat hij al zes jaar als militair in Nederlands-Indië verbleef. Maar van grote blijdschap was weinig te bespeuren. Er was te veel gebeurd. En vooral het feit dat hij zijn ouders geld afhandig had gemaakt lag nog altijd vers in het geheugen.
Begin mei 1921 stond in de Nieuwe Winschoter Courant een aardig artikel van J. Pelinck Stratingh, getiteld 'Naar en te Eexta, begin 1850.'
Jan Pelinck beschrijft een tocht per trekschuit van Groningen naar Winschoten. Naast een interessante, gedetailleerde beschrijving van de tocht op zich schetst hij een prachtig beeld van de situatie in Scheemda en Eexta in 1850. Tot 1876 lag over het Winschoterdiep tussen Scheemda en Eexta nog de zogenaamde pijp, de oude stenen boogbrug. Pelinck moest er over op weg naar zijn grootouders, emeritus-predikant Jan Pelinck en Henderika Grootholtman, die in de huidige Stationsstraat woonden.
Bron: Groninger Archieven: 0817 10068 0001