De zeepier is een soort worm die leeft op de zeebodem die droog komt te liggen als het water terug trekt bij eb. Je ziet dan opgerolde sliertjes zand. Dat zijn de uitwerpselen van de zeepieren.
Kenmerken
De diertjes worden tot 20 centimeter lang en kunnen wel zes jaar worden. Hun lijf is duidelijk verdeeld in ringen. Het lijkt er goed op de regenwormen en is dan ook dichte familie. Doordat het gangetje voortdurend overstroomt en zand in krijgt, moet de zeepier elke keer zand ruimen. Maar er blijft veel lekkers achter voor de zeepier. Dat haalt hij uit het water en filtert het. Belangrijke vijanden zijn vogels, platvissen en de mens. De mens gebruikt de zeepier als aas voor andere vissen te vangen. De zeepier geeft een sterke geur in het water af die vissen lokt.
Voeding
Zeepieren komen in zeer grote aantallen voor. Het zijn erg nuttige dieren. In het zand en de modder is er heel veel afval van gestorven plantjes en dieren aanwezig. Dat wordt door de zeepieren als voedsel gebruikt. Het zijn dus echte schoonmakers!
Voortplanting
In de herfst laten vele zeepieren zaadjes in het water die dan worden bevrucht. Rond de eitjes zit slijm dat door de larven als voedsel wordt gebruikt als ze uitkomen. Pas als ze ongeveer 12 ringen hebben, dan verlaten ze het eitje.
Weetjes