1.
Met letter R wordt de bijnier aangewezen. In de bijnier wordt het hormoon adrenaline geproduceerd.
2.
Antwoord D is juist
3.
Uit het antwoord moet blijken dat
kegeltjes zich (vooral) in de gele vlek bevinden 1
kleuren worden waargenomen met kegeltjes
Of:
aan de randen / buiten cirkel M zich (vooral) staafjes bevinden 1
met staafjes geen kleuren onderscheiden worden
4.
Antwoord A
5.
Antwoord B
6.
voorbeelden van een juist antwoord:
− DNA nuclease
− RNA RNA-ase
− nucleotide nucleotidase
− chitine chitinase
− fosfolipide (fosfo)lipase
− ureum urease
7.
Bij alle genoemde organismen (fruitvliegjes, luizen, spinnen, planten)
8.
1 juist
2 onjuist
3 juist
Video staat woensdag 3 maart online.
9.
Uit het antwoord moet blijken dat de plant (door het vangen van vliegen) stikstof(verbindingen) verkrijgt via (de uitscheidingsproducten van) luizen (zodat de plant kan groeien op voedselarme bodem).
10.
Uit het antwoord moet blijken dat
er genetische variatie in schorsdikte is (een dikke schors de overlevingskans bij brand vergroot, waardoor) planten met dikkere schors meer nakomelingen zullen krijgen / een hogere fitness hebben
11.
bloedgroep B en bloedgroep 0
Uit de verklaring moet blijken dat:
zijn (rode) bloedcellen voor Marja geen lichaamsvreemde antigenen/eiwitten mogen hebben
of
het bloed van Marja geen antistof mag bevatten tegen Arno’s (rode) bloedcellen
12.
Antwoord B
13.
Antwoord B
14.
P: een (grote) slagader in de buikholte / heupslagader / aorta / darmslagader / nierslagader / beenslagader
Q: een (grote) ader in de buikholte / heupader / onderste holle ader / poortader / nierader / beenader
R: blaas/urineleider
15.
Biotisch: predatie/coyote/vos/lynx/predatoren/roofdieren
Abiotisch: (de aanwezigheid van) sneeuw