Havo biologie 2019-1
Examen oefeningen deel 1
1.
Antwoord vraag 1
Met letter R wordt de bijnier aangewezen. In de bijnier wordt het hormoon adrenaline geproduceerd.
2.
Antwoord vraag 2
Antwoord D is juist
3.
Antwoord vraag 3
Uit het antwoord moet blijken dat
kegeltjes zich (vooral) in de gele vlek bevinden 1
kleuren worden waargenomen met kegeltjes
Of:
aan de randen / buiten cirkel M zich (vooral) staafjes bevinden 1
met staafjes geen kleuren onderscheiden worden
4.
Antwoord vraag 4
Antwoord A
5.
Antwoord vraag 5
Antwoord B
6.
Antwoord vraag 6
voorbeelden van een juist antwoord:
− DNA nuclease
− RNA RNA-ase
− nucleotide nucleotidase
− chitine chitinase
− fosfolipide (fosfo)lipase
− ureum urease
7.
Antwoord vraag 7
Bij alle genoemde organismen (fruitvliegjes, luizen, spinnen, planten)
8.
Antwoord vraag 8
1 juist
2 onjuist
3 juist
Video staat woensdag 3 maart online.
9.
Antwoord vraag 9
Uit het antwoord moet blijken dat de plant (door het vangen van vliegen) stikstof(verbindingen) verkrijgt via (de uitscheidingsproducten van) luizen (zodat de plant kan groeien op voedselarme bodem).
10.
Antwoord vraag 10
Uit het antwoord moet blijken dat
er genetische variatie in schorsdikte is (een dikke schors de overlevingskans bij brand vergroot, waardoor) planten met dikkere schors meer nakomelingen zullen krijgen / een hogere fitness hebben
11.
Antwoord vraag 11
bloedgroep B en bloedgroep 0
Uit de verklaring moet blijken dat:
zijn (rode) bloedcellen voor Marja geen lichaamsvreemde antigenen/eiwitten mogen hebben
of
het bloed van Marja geen antistof mag bevatten tegen Arno’s (rode) bloedcellen
12.
Antwoord vraag 12
Antwoord B
13.
Antwoord vraag 13
Antwoord B
14.
Antwoord vraag 14
P: een (grote) slagader in de buikholte / heupslagader / aorta / darmslagader / nierslagader / beenslagader
Q: een (grote) ader in de buikholte / heupader / onderste holle ader / poortader / nierader / beenader
R: blaas/urineleider
15.
Antwoord vraag 15
Biotisch: predatie/coyote/vos/lynx/predatoren/roofdieren
Abiotisch: (de aanwezigheid van) sneeuw