Mertens Paul Lodewijk August Gislenus Ernest geboren te Dessel, meldde zich in augustus 1914 als vrijwilliger voor dienstneming in het Belgisch leger. Hij werd bij de Karabiniers ingelijfd, en maakte in oktober 1914 de slag bij Duffel mee. Daar raakte hij vermist. Later bleek dat hij krijgsgevangen was en dat hij had weten te ontsnappen. Ontsnapt trok hij naar de omgeving van zijn geboortestad, waar hij Duitse versterkingen in kaart bracht. Einde 1915 werd hij in Lommel aan de grens door Duitse militairen aangehouden, toen hij met zijn plannen van de Duitse versterkingen de grens met Nederland wilde oversteken. Op 25 januari werd hij in Hasselt als spion ter dood veroordeeld.
Voorgeschiedenis en opzoekingen.
Mertens Paul Lodewijk August Gislenus Ernest geboren te Dessel op 26 april 1898 Vader is August Balthazar Willem Mertens ,geboren Overboelare , 41 jaar oud en van beroep Nijveraar . Moeder is Margaretha Maria Josepha Clotilda Gislena Van De Kerkhoven , geboren Ronse en 31 jaren oud .
Het gezin Mertens
Paul is de jongste van vier kinderen . Het gezin was oorspronkelijk afkomstig uit Overboelare en kwam in de gemeente Dessel wonen op 13 november 1896 . Op 1 september 1900 verhuisden zij reeds terug en dit naar Ukkel . Vader August was een Nijveraar en dit laat veronderstellen dat zij een gegoede familie uit de bourgeoisie waren . Een stamboekonderzoek wijst uit dat vader August rechtstreeks familie is van de stichter van de lucifersfabriek Mertens in Overboelare ( Geraardsbergen ) . In België werden zij toen gekend als “ de stekskes van Union Match “. Uit deze gegevens veronderstellen wij dat Paul het op materieel vlak aan niets heeft ontbroken en zeer waarschijnlijk de Franse taal machtig was. Verder blijkt dat er toch mogelijke banden met de Stad Lier waren . De schoonmoeder van Mertens Guillaume Balthazar , een oom van Paul , was Stalpaert Marie een echte Lierse . Haar vader J. Stalpaert was een gekend politicus en advokaat . Tijdens de eerste wereldoorlog had Stalpaert Charles (familie ) een fotostudio in de Antwerpsestraat 31 te Lier. Deze laatste was gekend in België als een van de eerste grote pioniers in de fotografie. Het is dus niet ondenkbaar dat Paul Lier tamelijk goed kende door de mogelijke familiebezoeken .
We weten wel dat zijn zus en de schoonbroer tijdens de oorlog in Lier verbleven (afzender brief)
Ondertekent Firmin Debont - Mertens Chateau de Haegenbroeck Lierre
De opzoekingen naar nabestaande liep vast in 2014 -2016. ( In Brussel waren nog nabestaanden maar heb ik niet kunnen contacteren). Wet van de privacy.
We schrijven 4 augustus 1914. Het ondenkbare, maar toch verwachtte gebeurt. De legers van de Duitse Kaiser overschrijden de Belgische grens te Gemmenich . De eerste wereldoorlog is begonnen. De eerste dagen wordt er in België niet veel gewerkt. Iedereen is in een soort roes van hoogste vaderlandsliefde; toespraken en vaderlandslievende optochten worden georganiseerd. Winkeletalages worden gesierd met foto’s , borstbeelden en schilderijen van ons vorstenpaar; natuurlijk omhangen met onze “ tricolore “. Het leger wordt gemobiliseerd en er worden 15 militieklassen opgeroepen. De oudsten zijn de mannen van de “ klas 1899 “. Er zijn echter ook vele vrijwilligers waaronder……. Mertens Paul .
Zijn militaire fiche vermeldt.
4 augustus 1914 – dienstneming als vrijwilliger voor de duur van de oorlog . Hij wordt ingedeeld bij het 7° vrijwilligerskorps en krijgt het stamnummer 132/9070 . Woonachtig te Elsene. Paul is op dat ogenblik 16 jaar en 3 maanden oud . Hij begint aan zijn opleiding ,waarschijnlijk als modelsoldaat, en hij wordt op 23 augustus bevorderd tot korporaal. Op 2 oktober wordt hij ingelijfd bij het 2° Regiment Karabiniers, 1° Batallion , 2° Compagnie.
Oorlogssituatie september - oktober 1914.
Sedert 27 september zijn de Duitsers begonnen met de aanval op de vesting Antwerpen. Een deel van de forten van de buitenste Nete-linie zijn op 2 oktober reeds gevallen. Het Belgische Veldleger heeft zich deels teruggetrokken richting Antwerpen en heeft zich ingegraven achter de Nete. De Duitsers concentreren zich op de sector tussen Duffel en Lier om aldaar te proberen de Nete over te steken . Op 4 oktober rond 23 uur komt het 2° Regiment Karabiniers aan te Lier ter verdediging van de Netestelling . Het 1° Batallion , waaronder dus de compagnie van Mertens, wordt gelegerd aan de brug van Duffel. Het 2° Bataillon wordt gelegerd aan het Hof van Lachenen (Lier) en het 3° Bataillon aan het Hof van Ringen (Lier) . De eenheid van Mertens Paul bevindt zich in het oog van de storm . Op 5 en 6 oktober wordt er hevig gevochten op voornoemde posities. De Duitsers steken op verschillende plaatsen de Nete over en de Belgen worden achteruit gedrongen . Op 6 oktober rond 2 uur doen de Belgen met hulp van het 2° en 3° Regiment Jagers te Voet een nachtelijke tegenaanval met bajonet op het geweer. Wegens de duisternis en een slechte coördinatie verloopt de aanval chaotisch en mislukt. Tijdens deze actie vallen er vele doden en de Duitsers maken ook een deel krijgsgevangenen. Het Belgische leger trekt zich terug en op 10 oktober valt Antwerpen.
Wat bovenstaande periode betreft, vermeld het militaire dossier van Mertens : “Disparu au cours des combats du 4 et 6 octobre”. Hij werd dus door zijn eenheid als vermist opgegeven. Op 25 oktober 1914 raakt dan bekend dat hij in Duffel door de Duitsers krijgsgevangen werd gemaakt, maar kans zag om te ontsnappen ( “glissé aux mains d’ennemi” ). Mertens was tijdens de gevechten tussen Duffel en Lier gevangen genomen. Gevangenen werden gewoonlijk kort achter de gevechtslinie bijeengebracht op een locatie. Meestal was dat een locatie die in de buurt voorhanden was zoals een gracht, schuur, huis of andere plaats en die makkelijk te bewaken was. Kleine groepjes werden slechts door enkele soldaten bewaakt. Zij bleven daar ter plekke tot de krijgsverrichtingen het toelieten hen te verplaatsen naar ingerichte grotere verzamelplaatsen om dan van daaruit getransporteerd te worden naar Duitsland. Waarschijnlijk is Mertens kort bij de plaats waar hij gevangen werd genomen uit een klein groepje gevangenen “ te velde “ kunnen ontsnappen.
Ondergedoken in Lier
Het is dus niet ondenkbaar dat hij zich toen te Lier ging schuilgehouden en dit mogelijk met hulp van de familie Mertens - Stalpaert. Zijn oom die gehuwd was met Stalpaert Marie woonden in Lier. Zijn zuster Augusta Margareta Clotilde Ghislena Mertens en zijn schoonbroer Firmin Ghislain Jan Baptiste Debont woonde of verbleven ook in Lier tijdens de oorlog.
Hoe lang hij is ondergedoken konden we niet achterhaald worden, maar we vermoeden dat het toch enkele maanden geduurd heeft totdat alle gevechten voorbij waren en het dagelijkse leven terug een beetje normaal was. Als 16-jarige was Paul voor de Duitsers geen opvallende figuur en kon hij zich zo uit de kijker houden.
Pastoor Lips schrijft in zijn oorlogsverslag Blz. 3. Het verslag van pastoor Lips - ! Je moet je wel registreren op het Rijksarchief
Vaderlandslievend of deserteur - martelaar.
Paul wou echter graag terug naar het front en zocht een oplossing om terug bij zijn regiment te geraken. Hij maakte kennis met enkele verzetslieden. Via hen kon hij de Nederlandse grens bereiken en nadien zo via Engeland, terug het Belgische leger vervoegen achter de Yzer. Deze tocht naar de Nederlandse grens was zeker niet zonder gevaar . De grens was zwaar bewaakt en zeker vanaf 1915 toen de Duitsers de “elektrische dodendraad “ in gebruik begonnen te nemen. Het overschrijden van deze hindernis gebeurde meestal met hulp van één of meerdere lokale kenners; de “passeurs“. Zij deden dat ofwel gratis “uit vaderlandsliefde“ ofwel tegen betaling. Mertens ondernam deze toch, maar helaas liep het noodlottig af voor hem. Half december 1915 werd hij In Lommel aan de grens met Nederland door de Duitsers aangehouden. Hij bleek in het bezit te zijn van tekeningen van een bewaakte brug in Lier en van veldstellingen van de Duitsers “ rond Antwerpen. Al deze tekeningen waren actueel; dit gaf min of meer een indirect bewijs dat hij in Lier had verbleven. Hij werd door de Duitsers beticht van spionage. De betrokkene werd opgesloten in Hasselt en daar hardhandig ondervraagd. Volgens getuigenissen waren de Duitsers zeker niet “simpelich “ en werd er duchtig geslagen en gestampt. In bepaalde gevallen werden er nog andere “technieken“ toegepast. Blijkbaar heeft Mertens echter altijd volgehouden dat hij een soldaat uit Lier was. De Duitsers hebben dus nooit zijn volledige identiteit zoals wettelijk adres, familie en legerafdeling kunnen achterhalen. Mertens deed dit om zijn echte familie en diegenen die hem hielpen te beschermen. Dit was af te leiden uit de krantenartikels en de “ bekanntmachung “ ; het aangeplakte vonnis van de Duitse bezetter .
Pastoor Lips schrijft in zijn oorlogsverslag een verkeerde terechtstellingsdatum maart 1916 moet januari 1916 zijn, nabij Neerpelt gaat over de grensovergang in Lommel. Blz. 4.
25 januari 1916 doodgeschoten.
Mertens heeft een tijdje in de gevangenis van Hasselt verbleven. Uiteindelijk werd hij door een Duits Feldgericht wegens spionage ter dood veroordeeld. Het vonnis, dood door “erschiessung“, werd voltrokken in de Herkenrodekazerne in Hasselt op 25 januari 1916. Mertens was op dat moment 17 jaar en 9 maanden oud en hij was de tweede militair in Limburg die op deze wijze in Limburg om het leven kwam.
Zelfs in Amerika op 1 februari 1916 - THE NEW YORK TIMES lezen ze een artikel over Paul Mertens.
De affiche van zijn terechtstelling : L Rijksarchief Brussel / R Rijksarchief Hasselt
In het militaire dagblad “ De Legerbode “ van 5.2.1916 Blz; 4 staat geschreven. Legerbode online
Eind januari 1916 begraven te Kuringen.
Het was de toenmalige kapelaan Jan Habraken (verzet en spionage) die voor de begrafenis zorgden, hij had enkele maanden eerder Pieter Jozef Claes ook in Kuringen begraven. Deze gebeurtenis bleef destijds niet onopgemerkt en meerdere kranten berichtten over dit “nieuws”. Mertens werd begraven op het kerkhof van Kuringen en zijn graf werd druk bezocht door de bevolking. Tot de Duitsers het verbod oplegden om den dodenakker nog te betreden.
Leden van het Hasseltse en Kuringse verzet en spionagenetwerk: Vissers Eugene, Claessen Gaspart, Creemers Louis, E.W.H Habraken Jan, Polus Raol, William Roelants, Vanderlinden Lambert, Frans Massy en zijn echtgenote Clara Ninane.
Repatriëren naar zijn geboortedorp of niet? naar waar? Brussel, Lier, wat liep er mis?
Na de oorlog doet de Belgische staat meerdere pogingen om de familie te contacteren over het lichaam van Paul.
Paul Mertens is in Kuringen opgegraven en op 4 / 4 / 1925 in Halen herbegraven. (Opmerking steekkaart / consulteer de steekkaart
In het gemeentearchief van Kuringen vonden wij in 2013 een cruciale brief.
21 oktober 1919: Een brief van de familie met enkele vragen in verband met de concessie, het opgraven en de vraag om hem in Hasselt en liefst kort aan het station te begraven. Dit laatste was echter niet mogelijk omdat er geen oorlogskerkhof in Hasselt was voorzien door de Staat. Het dichts bijzijnde militairenkerkhof was dit van Halen, waar de slachtoffers van de beruchte "Slag der Zilveren Helmen" liggen begraven. Dit leidde ongetwijfeld tot een impasse en bleef zijn lichaam in Kuringen begraven tot er een oplossing was gevonden.
Zie hieronder de inhoud van de brief - de originele brief onder de tekst.
Brief van de familie Debont - Mertens aan het gemeentebestuur van Kuringen
Hagebroek ‘t Hof van Liere 21 oktober 1919
Mijnheer de Secretaris te Kuringen bij Hasselt
Zou het te laat zijn om over te gaan tot de opgraving van de jonge Louis Paul Mertens, begraven te Kuringen na te zijn gefusilleerd geworden door de Duitsers op 25 januari 1916.
Zonder veel hoop om dit jaar zijn oudste broer uit Kongo te zien terugkomen, en wensend dat de begrafenis van de jonge held toch zou kunnen gehouden worden in dit jaar van de overwinning, denken wij, zijn zuster Mevrouw Debout et de ganse familie, dat de plechtigheid van de opgraving en van de begrafenis van de gefusilleerden in de kazerne van Hasselt een aangewezen gelegenheid zou kunnen zijn om ook over te gaan tot de begrafenis de jonge martelaar Mertens. Indien de gemeente Kuringen het lichaam wenst te behouden , dan zal ze waarschijnlijk een concessie toekennen aan de familie. Zo niet zou men bij voorkeur kunnen overgaan, na de plechtigheden, tot de begrafenis van de jonge Mertens op het kerkhof van Hasselt dat dichter bij een spoorwegstation ligt, en zodoende makkelijker bereikbaar voor een bezoek dppr de familie.
In het geval dat mijn voorstel, en dat van de familie Mertens, genoegdoening zou kunnen krijgen, zou u zich willen bezig houden met de bestelling van de eiken doodskisten en de opgravingsformaliteiten en ons bij benadering de dag en het uur willen meedelen waarop een en ander zou kunnen gebeuren, want mijn nicht, Mevrouw Debont, zou er willen bij aanwezig zijn. Ik stuur u deze brief bij expresse met het verzoek mij ook per expresse te willen antwoorden zodat wij zo snel mogelijk de heer Commissaris van de Nationale Erkentelijkheid zouden kunnen verwittigen, zoals hij ons gevraagd heeft. Zou u ons ook aanwijzingen kunen geven om de plechtigheden te kunnen volgen?
Wij verzoeken u, Mijnheer de Secretaris, ons te willen verontschuldigen voor de last die wij u onvrijwillig bezorgen.
met hoogachting,
Dre Ogez de Hagenbroek
In bijlage 4 postzegels
Meerdere pogingen, om nadien de familie te contacteren vanuit defensie met de vraag wat er met het lichaam moest gebeuren bleek niets op te leveren. (zie Steekkaart). Omdat er in Hasselt geen begraafplaats was ingericht voor gesneuvelde militairen en het lichaam ik Kuringen niet onder de familieconcessie viel, werd er overgegaan tot het opgraven en overbrengen van Paul's lichaam naar zijn laatste en definitieve rustplaats in Halen.
Paul Mertens werd op 4 april 1925 opgegraven op het kerkhof van Kuringen. Hij werd bijgezet op de militaire begraafplaats van Halen en dit in het graf nummer 18. Zijn graf kan nog bezocht worden. Link
Adres: Liniestraat zonder nummer Halen - provincie Limburg.
De officiële overlijdensakte is pas opgemaakt en ingeschreven via de rechtbank van eerste aanleg op 20 januari 1926.
Na de oorlog is er door het Ministerie van Landsverdediging nog een onderzoek gevoerd over de zaak Mertens. Uiteindelijk kwam er op 20 januari 1926 een vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Hasselt waarin Mertens als overleden werd verklaard.
Dit vonnis werd pas in 2 februari 1926 ingeschreven op de Burgerlijke Stand te Hasselt. (10 jaar na zijn terechtstelling)
Op 13 september 2015 huldigden wij hier in Kuringen en in aanwezigheid van een kleine delegatie van de verbroedering van de Carabiniers / Grenadiers het opnieuw opgerichte monument van deze gefusilleerde. Dit gebeurde toen samen met een 150-tal sympathisanten en tal van provinciale en nationale vertegenwoordigers.
We hebben onze militaire en heemkundige plicht gedaan Paul, uw dood waren wij niet vergeten RIP wij dragen uw vaandel en uw verhaal verder uit. De opzoekingen die begonnen in 2008 hebben nog niet alles aan het licht gebracht, nabestaande of familieverwante zouden ons het overleveringsverhaal kunnen vertellen. Niet gezegd dat dit overleveringsverhaal het bij het rechte einde zal hebben. Maar zij hebben wellicht een foto en of uw eretekens in een doosje.
Hielpen mee aan dit onderdeel: Archieven: Stadsarchief Hasselt, Rijksarchief Hasselt, militair archief Brussel - Evere, Carabiniers/ Grenadiers archief, Marc Cool, Rob Troubleyn , Xavier Vantilborg, Yvo Coninx heemkunde Neerpelt en anderen die niet vernoemd willen worden.
Ergens in België zullen nog souvenirs en medailles bewaard worden die Paul Mertens na de oorlog postume kreeg, 3 eretekens , het Kruis van Ridder Leopold II orde met palm en oorlogskruis , de Ijzermedaille en de Zege en Herinneringsmedaille 14- 18. Deze werden aan de familie overhandigt jaren later. Onze heemkundige droom is om van Paul Mertens ooit een foto te vinden. Een verhaal met een gezicht zegt nog veel meer.
In april 2018 konden wij de "Cold Case" Paul Mertens terug heropend .
In april werd ik gecontacteerd door Walter Sluydt en Wim Govaerts uit Lier. Hun opzoekingen over de spion van Lier? had nog veel vraagtekens. Was Paul van Lier was hun vraag? Neen, maar hij had wel een band met Lier. Mogen wij de overlijdensakte van 1926 niet vergeten, waarin staat geschreven 'Laats gewoond te hebben in Lier'. In het bevolkingsregister van Lier is Paul nooit ingeschreven.
Dit is te verklaren doordat hij ondergedoken was in Lier en trachten te overleven tussen 1914 en 1915. De verklaring van Paul tijdens zijn proces 1915- 1916 dat hij liet uitschijnen dat hij van Lier afkomstig was?. Een verkeerde interpretatie tijdens het verhoor 1915-1916 van Mertens zou blijken nadien. Paul Mertens was van Lier gekomen en had er zicht gedurende een jaar schuilgehouden maar niet afkomstig.
Voor Foto's en mogelijke ander aanwijzingen?
We wachten nu af wat de nieuwe aanwijzingen en privé- familiearchieven zal opleveren. Walter en Wim willen het spoor van de nabestaanden verder onderzoeken.
Wordt vervolgd......................................
Walter Sluydt en Wim Govaerts uit Lier bezochten op 19 mei 2018 het grafveld in Kuringen. Het verhaal zal nu deel uitmaken van de geschiedenisboeken van Lier. Hiermee zijn we heemkundig er weer in geslaagd een vergeten en klein verhaal terug onder de aandacht te brengen.