Kuringen is omstreeks het jaar 1914 een landelijk en vooral rustig gezellig dorpje om te vertoeven. De dorpsgenoten houden zich vooral bezig met landbouw, enkelen werken in de steenkoolmijnen van Luik of als arbeider in de omgeving van het dorp. Kinderen lopen nog zonder vrees op straat. Op zondag komen de mensen samen in de kerk, maar ook in de talrijke herbergen die Kuringen telt.
Toestand in de periode 1913-1914: Inwoners: 2070, Landbouwers: 217 , Burgemeester: Lambert Berx Pastoor: Jan Schroyen, Kapelaan: Jan Habraken,
Onderwijs sinds 1860: Hendrik Donatus Reynders, Bonaventure Vandersmissen, Fernand Cuppens, Joseph Convents.
Verenigingen o.a: Sint-Vincentius sinds 1872, Harmonie St. Cecilia sinds 1908........
Organisaties o.a: Veeverzekering Sint-Gerlacus sinds 1895, De Boerengilde Sint-Isidorius sinds 1902, De boerenleenbank Raiffeisenkas sinds 1903, De Paardenverzekering Sint-Eligius sinds 1905
Sinds 1831 had ons land geen oorlog meer gekend. Tijdens de Frans-Duitse Oorlog van 1870 en 1871 had België wel massaal gemobiliseerd, maar tot een inval was het toen niet gekomen. In de zomer van 1914 dachten velen dat de storm ook nu wel zou gaan liggen, maar ze hadden beter moeten weten. Al tien jaar eerder was de Belgische overheid op de hoogte gebracht dat Duitsland plannen had om via België Frankrijk binnen te trekken bij een oorlog.
Zicht op Kuringen Kerk: Schilder : Felix Eyskens Privécollectie: Eric Aerts
Z.E.H. Jan Schroyen pastoor van Kuringen van 1904 tot 1932
4 augustus 1914 zijn de Duitse troepen België binnengevallen. De Kuringenaren maken angstige dagen en nachten mee door de talloze valse alarmen. 9 Augustus verschijnen de eerste Duitse verkenners te paard die de telefoondraden langs de spoorlijn Hasselt- Diest haastig doorknippen, om dan verder richting Stevoort te trekken. Dit waren de voorbereidingen voor wat er later zou volgen in Halen. 20 Belgische Lansiers komen op 10 augustus op verkenning in Kuringen. Zij tonen de bewoners een lans en een paard, enkele dagen voordien buitgemaakt op de vijand. Zij zijn de eerste en laatste Belgische militairen die Kuringen gedurende de volgende vier oorlogsjaren ziet. De bevolking hier wacht bang af wat er de volgende dagen zal gebeuren.
Duitse verkenners te paard
Belgische Lansiers
Na alles wat men over Visé en omstreken heeft horen vertellen, heerst er veel schrik. Bijna heel het dorp gaat op de vlucht, over het kanaal de bossen in. In het dorp blijven enkel achter: mr. pastoor en mr. kapelaan met hun meid. Van de huisgezinnen blijven er ook enkelen bang achter. Met als gevolg dat er veel door de Duitsers geplunderd wordt. Het zijn vooral die eerste troepen die te Kuringen halt houden en de nacht doorbrengen, die inbreken in de leegstaande woningen en wat er hun bevalt, wordt in beslag genomen. Die eerste troepen trekken verder naar Halen. Daags voor de slag daar is Kuringen vol troepen. Een Duitse officier geeft mr. kapelaan zijn naamkaartje en als er iets te reclameren valt over het gedrag van de militairen, moet hij zich tot hem wenden, hij heet Dr. Blümenthal.
*Foto van de Duitse troepen 1915 in Hasselt. Foto:Wijzenbeek, E / 1915 Hasselt
Duitse Uhlanen in de aanval in Halen
*Bron: Archives photographiques - Ministère de la culture (France), Médiathèque de l’architecture et du patrimoine
12 augustus om 4.30 u. ‘s morgens worden de eerste Duitse soldaten gesignaleerd op de steenweg van Hasselt naar Diest. Om 7 u. naderen de horden van Z.M. de Keizer: het 17de en 18de regiment, Mecklemburgse Dragonders, het 1ste regiment Huzaren van de lijfwacht van Koningin Victoria van Pruisen, het 35ste reserve artillerie regiment, enkele manschappen van het 165ste regiment infanterie van Hannover voorafgegaan door een drietal compagnieën Jagers wielrijders. Deze grijze ontzaglijkheid, ongeveer 10.000, waaronder de keurtroepen der Duitse ruiterij trokken naar het Haelenschveld.In de namiddag zijn de gevechten van Halen te horen tot in Kuringen. Enkele uren later worden de zwaargewonde Duitse soldaten naar Hasselt overgebracht.Het Duitse leger heeft in Halen een afdeling van onze dappere troepen ontmoet. De avond van 12 augustus nadert, de bevolking vreest voor de terugtocht.
De avond van 12 augustus rond 20 u. keren de Duitse troepen in wanorde, na hun nederlaag te Halen, terug. *Wat waren hunne rangen gedund ! En sloegen hun bivak op aan een veld in de nabijheid van de Kuringersteenweg. (Grote Baan) Op hun terugtocht hebben ze al geplunderd in Lummen (huizen in brand gestoken), Spalbeek en Kermt. Alles wat eetbaar is, nemen ze mee. Ook hooi, bieten, haver en graan worden in beslag genomen voor de ruiterij. Zelfs de brand-houtvoorraden voor de winter worden niet gespaard.
"Toen meende men dat de wereld verging !" De uit Halen gevluchte Duitse militairen komen in Kuringen aan. Wij meenden dat het voorgoed met ons gedaan zou zijn. Die nacht plunderden zij de woningen van de Heere Cuppens, Ghysen, Sohier, Hoebanx en meer andere ; de inwoners dezer huizen waren afwezig of gevlucht. De volgende dagen waren de Duitsers in Kuringen baas ! Vele dieren werden geslacht, winkels, kelders, enz... geledigd, ja, de vijand toonde hier waarlijk dat hij geen hart had maar wel twee magen ! Vele soldaten door den drank geprikkeld en op plundering belust. 13 augustus in de namiddag wordt de brug over het kanaal van de spoorlijn Hasselt - Maaseik in de lucht geblazen. Diezelfde dag werd de familie Vandormael met den dood bedreigd omwille van drie zieke paarden; door tussenkomst van een dame uit de buurt werden zij na enige uren gevangenschap in vrijheid gesteld. Twee andere burgers de Heeren Baptiste en Geboors werden gedurende verscheidene uren in eenen kelder opgesloten.Dit alles om de bevolking er op te wijzen wie nu de baas is.
Bronnen: Verslag Z.E.H. Jan Schroyen, notitie Joseph Convents, opzoekingen Kris Leenaers uit het militair archief Brussel en Evere.
Tijdens de volgende dagen worden er op vraag van het Duitse leger affiches opgehangen aan alle openbare gebouwen. Zo kunnen ze aan de bevolking de nieuwe reglementering en wetten kenbaar maken.
HASSELTSE AFFICHES UIT DE EERSTE WERELDOORLOG 1914-1919 door Rombout NIJSSEN en Nathalie CEUNEN
Bewaarplaats: RIJKSARCHIEF TE HASSELT