KONINKLIJKE BELGISCHE DAMBOND
FEDERATION ROYALE BELGE DU JEU DE DAMES
Lid van de Werelddambond FMJD - Membre de la FMJD
DAMMEN BINNEN DE REGELS
Tekst : werkgroep Jeugddammen.
Dammen is al een oud spel. Het wordt in veel landen gespeeld. Elk jaar zijn er wereldkampioenschappen voor senioren, dames, junioren en cadetten.
Misschien heb jij ook al eens gedamd. Dan heb je wel gemerkt dat je er goed bij moet nadenken. Dammen is een denksport !
Bij elk spel horen regels. De belangrijkste spelregels van het internationaal damspel vind je hieronder. Ze zijn niet moeilijk.
Pak het dambord en de schijven er maar bij, dan gaan we... dammen binnen de regels !
HET BORD EN DE SCHIJVEN
1. Vóór je de schijven op het bord zet : even kijken of het bord goed ligt.
Het bord ligt goed als je links onder een donker vakje (veld) hebt.
2. Hiernaast zie je de beginstand. Elke speler heeft 20 schijven.
3. Wit begint.
Wit en zwart doen om de beurt een zet.
SCHUIVEN EN SLAAN MET EEN SCHIJF
4. Met een schijf mag je één veld schuin naar voren schuiven. Achteruit schuiven mag niet.
5. Op plaatje 2 zie je hoe je moet slaan : je wipt met jouw schijf over een schijf van de tegenstander heen (een soort haasje-over). Je mag vooruit èn achteruit slaan !
6. Slaan is verplicht
Als je kùnt slaan, móet je ook slaan.
Wanneer de ander niet slaat, dan wijs je hem er even op en dan moet hij slaan.
7. Meerslag gaat voor.
Je moet zoveel mogelijk schijven slaan.
In plaatje 3 is zwart aan zet. Hij moet drie witte schijven slaan !
8. Pas nà het slaan mag je de geslagen schijven van het bord nemen.
SCHUIVEN EN SLAAN MET EEN DAM
9. Als je met een schijf aan de overkant komt, wordt die schijf een DAM! Je zet er dan een schijf bovenop (de schijf wordt tot dam gekroond).
10. Met een dam mag je vooruit èn achteruit schuiven, zo ver als je wilt.
In plaatje 4 kan wit met zijn dam tien zetten doen.
Tel maar na !
11. In plaatje 5 moet wit slaan met de dam (slaan is verplicht). Je hoeft met een dam niet vlak achter de geslagen schijf te gaan staan. Hier mag wit uit vier velden kiezen.
12. Ook voor de dam geldt : meerslag gaat voor. In plaatje 6 moet wit twee zwarte schijven slaan.
Dus eerst even goed kijken !
WANNEER IS HET AFGELOPEN
13. Als je niet meer kunt zetten heb je verloren.
In plaatje 7 is wit aan zet... en heeft verloren !
Natuurlijk heb je ook verloren als je geen schijven meer hebt.
14. Als jij niet meer kunt winnen en je tegenstander ook niet, is het REMISE (gelijkspel). Daarvoor hoeft de stand op het bord niet altijd gelijk te zijn ! Zelfs als jij nog maar één dam hebt en de ander drie dammen, wordt het normaal gezien nog remise maar dan moet je wel goed uitkijken !
DAMMEN BUITEN DE REGELS
De volgende "regels" worden veel gebruikt, maar zijn fout :
* Als de ander vergeet te slaan, mag ik de schijf waarmee hij moest slaan van het bord pakken ?
Veel mensen denken dat, maar het klopt niet. Slaan is verplicht (lees regel 6 nog maar eens).
* Damslag gaat voor ... ?
Nee hoor ! Altijd is het : méérslag gaat voor. Als je met een dam en met een schijf evenveel stukken kunt slaan, mag je kiezen. Op plaatje 8 zie je een voorbeeld : wit moet er één slaan, maar mag kiezen of hij met de schijf (is beter) óf met de dam slaat.
DENK EN ZET
Zo, dat waren de spelregels. En nu maar dammen. Want door partijtjes te spelen, leer je ook de regels het beste.
O ja, nog een laatste regel : aanraken is zetten. Als je een stuk hebt aangeraakt, moet je er ook mee zetten. Dus... eerst goed nadenken, dan pas zetten.
