ONTDEK DE LANGSTRAAT IN 4 ETAPPES!
Deze fietsroute De Langstraat Zuid is er één van vier fraaie fietsroutes vanuit Waalwijk-centrum in ieder van de vier windrichtingen. Op deze pagina vind je uitgebreide informatie bij de bezienswaardigheden langs de fietsknooppunten die worden aangedaan op deze route, die 36,9 km lang is.
De vier De Langstraat Fietsroutes voeren door het strijdtoneel tussen land en water, Brabant en Holland, katholieken en protestanten, bezetters en bevrijders, klei en zand, natuur en cultuur.
(zoom in om te vergroten)
(zoom in om te vergroten)
Dé blikvanger van Waalwijk is ongetwijfeld de Sint-Jan. Deze neo-Byzantijnse kerk is gewijd aan Johannes de Doper, de patroonheilige van de Langstraat. Hij werd, na twee jaar bouwen, geopend in 1925.
Met zijn slanke toren en maar liefst negentien koperen koepels bepaalt deze ‘oosterse’ kerk de skyline van Waalwijk. Architect Hendrik Willem Valk heeft hier een van zijn mooiste werken gerealiseerd. De kerk is losjes gebaseerd op de Aya Sofia in Istanboel.
Niet alleen de buitenkant is indrukwekkend, ook het interieur is zeker een bezoek waard. Kunstenaar Charles Eyck maakte bijvoorbeeld de prachtige kruisweg en Willem Wiegmans de glas-in-loodramen in unieke Beuron-stijl. Ook het grote baldakijn bij het altaar is een blikvanger en refereert naar de vroegere schoen- en leerindustrie.
De kerk is van woensdag tot en met zondag geopend voor bezoekers van 13.30 tot 16.30, behalve tijdens diensten.
U wordt verwelkomd door een deskundige gastheer/vrouw en er is een interessante audiotour verkrijgbaar, die u langs alle bijzonderheden van de kerk voert. Voor groepen is er op afspraak een rondleiding met gids beschikbaar.
De Sint-Jan maakt deel uit van Het Grootste Museum van Nederland, een exclusief gezelschap van de mooiste gebedshuizen van Nederland, een initiatief van Museum Catharijneconvent te Utrecht.
Het oude raadhuis van Waalwijk, met zijn markante trapgevel, is enkele jaren voor de Tweede Wereldoorlog gebouwd door architect Kropholler.
Het moet een grote opdracht voor hem zijn geweest, want dit gemeentehuis kreeg twee ‘vleugels’. In het linkerdeel is nu het museum Schoenenkwartier gevestigd. In het hoofdgebouw zit het Huis van Waalwijk, waar tentoonstellingen en andere culturele activiteiten worden gehouden.
Het hele ensemble, uitgevoerd in warmrode kloostermoppen, werd gebouwd tussen 1929 en 1932. Het hoge hoofdgebouw met de robuuste trapgevel, bordes en stadswapen oogt imposant en voornaam. Dat geldt ook voor het interieur.
De grote beelden van een os en een koe aan weerszijden van de ingangstrap verwijzen naar het verleden. In de 15e en 16e eeuw was er een bloeiende ossenhandel in Waalwijk. De koe verwijst naar de voor Waalwijk zo belangrijke schoenen- en leerindustrie. Beide beelden zijn gemaakt door beeldhouwer Lambertus van Zijl, die ook bekend was door zijn beelden in de Amsterdamse Beurs van Berlage.
Let op: Ga vanaf knp 10 richting knp 8, maar sla niet rechtsaf. Ga een stukje te voet verder. Na 100 meter kom je op het Raadhuisplein/Markt. Sla hier linksaf en met de rug naar het voormalige Raadhuis ga je (het eerste stuk nog steeds te voet) via achtereenvolgens de Stationsstraat, de Sint Antoniusstraat en de Kloosterweg eerst 3 km zuidwaarts. Een klein stukje volg je knp 20, maar sla niet af en blijf rechtdoor fietsen tot je bij de Mariakapel komt.
Let op: Ga vanaf knp 10 richting knp 8, maar sla niet rechtsaf. Ga een stukje te voet verder. Na 100 meter kom je op het Raadhuisplein/Markt. Sla hier linksaf en met de rug naar het voormalige Raadhuis ga je (het eerste stuk nog steeds te voet) via achtereenvolgens de Stationsstraat, de Sint Antoniusstraat en de Kloosterweg eerst 3 km zuidwaarts. Een klein stukje volg je knp 20, maar sla niet af en blijf rechtdoor fietsen tot je bij de Mariakapel komt.
Deze straat, voert je zuidwaarts het centrum uit. Al wandelend en fietsend kom je langs een aantal fraai gerestaureerde, historische gevels.
De Teekenschool (nu Modehuis Van Dijk) werd gebouwd in 1889 en was een soort voorloper van de vroegere LTS (lagere technishe school). Leerlingen kregen hier lessen als technisch tekenen voor de schoenindustrie. Het linkerdeel van het complex was de openbare lagere school en ertussenin woonde de hoofdonderwijzer, een notabele functie in die tijd.
Even verder valt op nummer 55 de gevel op van het voormalige pand van Van Gend en Loos. Eens een grote naam in België en Nederland in de transportsector. Dit bedrijf werd in 1809 opgericht voor het vervoeren van personen, post en pakketten in jawel: diligences!
Gaandeweg stapte men uiteraard over op ander vervoer. Door samen te werken met de NS kon Van Gend en Loos het nog jaren bolwerken, maar uiteindelijk werd het bedrijf in 1986 verkocht aan Nedlloyd. Nu is het van pakketbezorger DHL.
Aan het einde van de Stationsstraat links ontwaart men de hoge, statige gevel van de Koninklijke Stoomschoenen Fabriek A.H. van Schijndel. Alleen de gevel van de toenmalige fabriek is overgebleven, erachter zitten nu appartementen.
In 1900 kocht Antonius Hubertus van Schijndel het laatste vrije perceel in deze straat en richtte daar een stoomfabriek in die voldeed aan de nieuwste technische eisen. Met 150 werknemers was het één van de grootste schoenfabrieken in Waalwijk. In 1965 sloot de fabriek als één van de eerste de deuren en luidde daarmee de ondergang in van de leerindustrie in de Langstraat.
In de Sint-Antoniusstraat staat een Heilig Hart beeld ter nagedachtenis aan de Sint-Antoniuskerk die daar ooit tegenover stond. Dergelijke beelden staan vaak bij kerken en pastorieën; een herinnering aan het rijke Roomse leven in deze streken. Dit beeld is in 1920 geschonken door de katholieke gemeenschap, uit dankbaarheid dat Waalwijk veilig door de Eerste Wereldoorlog was gekomen.
De kerk werd in 1971 gesloopt. Deze neo-romaanse kerk was een ontwerp van de Tilburgse architect W.F. Bouwman en was in gebruik sinds 1902.
Jarenlang was dit het laatste stuk van “De 80 van de Langstraat”, een Kennedymars waar duizenden lopers aan meedoen. Net als bij de Nijmeegse Vierdaagse werden de lopers hier enthousiast binnengehaald en aangemoedigd voor hun laatste stukje naar de finish. Het traject vanaf de Mariakapel tot aan het oude raadhuis was als het ware de Waalwijkse ‘Via Gladiola’. Vanwege de massale drukte in het centrum van Waalwijk werd in 2025 de aankomst verplaatst naar het RKC-stadion.
De watertoren in Waalwijk is gebouwd in 1901.
Het opvallende is dat hij zo lang in functie is gebleven, tot 2007. De meeste andere watertorens in Nederland werden halverwege de jaren zeventig al buiten gebruik gesteld.
De toren is ontworpen en gebouwd door aannemersbedrijf Visser en Smit. Het bedrijf ontwierp talloze watertorens, waaronder die van Leerdam en Doorn.
De toren van Oud-Beijerland lijkt als twee druppels water op die van Waalwijk.
De Waalwijkse watertoren is 34 meter hoog en heeft een waterreservoir van 200 m³. De toren was oorspronkelijk van baksteen, met een houten reservoir. In 1961 is de toren verbouwd en helemaal met beton bekleed.
Nadat de huidige eigenaar, Brabant Water, de toren buiten gebruik had gesteld, is men op zoek gegaan naar een nieuwe bestemming voor dit gemeentelijke monument.
De toren wordt op dit moment alleen nog maar gebruikt voor het herbergen van zendmasten van telecombedrijven. Overigens moest eerst de bestuursrechter in Breda er aan te pas komen, voordat deze masten geplaatst konden worden.
Een aantal inwoners van Waalwijk maakte namelijk ernstig bezwaar tegen de komst van de masten.
Momenteel zijn er weer toenemende zorgen over de drinkwatervoorziening, onder andere door bodemverontreiniging, mestoverschotten en gebruik van niet-afbreekbare pesticiden.
Deze kapel werd in 1947 gebouwd ter ere van de Schotse bevrijders die hier Waalwijk binnenkwamen. Capella, waar ‘kapel’ van afgeleid is, is het verkleinwoord van ‘cappa’ en betekent mantel. Dit verwijst naar Sint Maarten die zijn mantel deelde met een behoeftige. De achterliggende gedachte van de Mariakapel is dus dat Maria de mens voorziet van een warme mantel.
Het initiatief voor de bouw kwam van zakenman Reinier ter Berg, kapelaan Antoon Verhagen en pastoor Pierre Ras. De architect was Jos van Hulten. Er werden 47.000 gebruikte ijsselsteentjes in verwerkt. Waalwijker Harrie van Heesch en zijn zoons Bart en Ben waren gespecialiseerd in het metselen van gewelven en dat hebben zij in deze kapel aangetoond.
De glas-in-loodramen zijn vervaardigd door Wim Klijn en stellen de vier Waalwijkse parochieheiligen voor, te weten Clemens, Bernadette, Maria en Johannes de Doper. Het Mariabeeld is van de hand van kunstenaar Wim Harzing uit Driebergen.
De kapel wordt dagelijks druk bezocht door wandelaars en fietsers.
Het straatje (doodlopend) dat direct links van de kapel ligt, heet de Zandberg. Dit pad leidt naar het Broederbos, een voormalig buitenverblijf van de broeders van Maastricht.
Plantloon is een groot drassig natuurgebied aan de zuidoostgrens van Waalwijk. Het ligt geheel op het grondgebied van Loon op Zand.
Het grenst direct aan Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen, maar heeft een geheel eigen karakter. Het bestaat voornamelijk uit loofbos (vroeger productiebos), afgewisseld met weidegronden en statige beukenlanen.
De bomen werden geplant op zogenaamde rabatten, langwerpige ophogingen tussen greppels. Deze greppels dienden om het overtollige water af te voeren. De grond uit de greppels werd gebruikt om de rabatten op te hogen. Plantloon was ooit eigendom van de welvarende familie Timmermans, grondlegger van Verzekerings Maatschappij Noord-Braband. Het monumentale kantoor van deze Maatschappij is nog te bewonderen in de Grotestraat in Waalwijk.
Wil je Landgoed Plantloon al wandelend gaan verkennen, start dan bij café-restaurant Galgenwiel.
De Galgenwiel, waar vroeger ook daadwerkelijk een galg heeft gestaan, is ontstaan door een dijkdoorbraak in 1658. Een infobord geeft je meer bijzonderheden over deze lugubere plek. Aan de noordkant van de wiel ligt een onlangs in ere herstelde schietbaan van de Waalwijkse Burgerwacht. Een 6 meter hoge zandberg diende als kogelvanger.
Deze plas tussen de dennenbomen lijkt op een natuurlijk ven, maar is toch echt door mensenhanden gegraven. In de zogenaamde crisisjaren (1929-1940) was er een schrijnende werkeloosheid. Om de mensen ‘uit ledigheid te houden’, bedacht de overheid allerhande werkverschaffingsprojecten.
Een ijsbaan vond men een nuttige en maatschappelijk verantwoorde publieke voorziening. Ondanks dat er in die jaren wel graafmachines beschikbaar waren, werd de plas geheel met de hand uitgegraven. De opzet was immers dat het plan mensen bezig hield.
In januari 1934 was het karwei klaar, de winter zorgde voor een mooie ijsvloer en er kon meteen voor het eerst geschaatst worden. De ijsclub Mast en Duin werd opgericht, maar die ging in 1950 weer ter ziele. Aan het weer kon dat niet liggen, want de winters waren toen nog streng. Er was toen nog geen sprake van klimaatverandering.
Een deel van de fietsroute loopt door een mooi gebied van dennenbossen en stuifzanden naar café-restaurant Bosch en Duin. Ietwat overdreven wordt dit gebied ook wel de ‘Brabantse Sahara’ genoemd.
Echter, zonder ingrijpen van de mens zou dit gebied volledig veranderen in bos. Talrijke vrijwilligers zorgen ervoor dat de zaailingen van bomen geen kans krijgen en het gebied open blijft. De wind blijft zo vrij spel houden.
Ook wordt er gestreefd naar een meer natuurlijk bos zonder exoten zoals de Amerikaanse eik en vogelkers.
Jarenlang was dit gebied een militair oefenterrein waar menig opa een deel van zijn militaire dienstplicht doorbracht.
Bij horecagelegenheid Bosch en Duin start een kort voetpad (ook geschikt voor rollators!) dat leidt naar een uitzichtpunt.
Vanaf dit hoge panoramapunt heb je een prachtig uitzicht over de zandverstuivingen.
Tegen de gevel van het restaurant (links van de ingang) is een bord te zien dat herinnert aan het feit dat Napoleon hier wel eens langs kwam. Bosch en Duin lag vroeger op Napoleons route van Parijs naar Lübeck.
Bosch en Duin ligt nu aan een mountainbikeroute die heel populair is. Hiervoor heb je wel een vignet nodig.
Biologisch-dynamische boshoeve met pluktuin, voor groenten en fruit. Met terras en winkel.
De boerderij stamt uit het boshoevelandschap van 1779. Het gebouw past helemaal in het omringende landschap. Al heel lang wordt hier gewoond en het land bewerkt. De moestuin, een boomgaard en het achterliggend land zijn er altijd geweest.
De tuin is sinds 2007 gecertificeerd 100% biologisch en sinds oktober 2024 is de tuin gecertificeerd 100% biologisch-dynamisch. De ecologische principes van het systeem van natuurlijke lagen (zoals in een bos) zijn leidend bij het verder ontwikkelen van deze tuin.
De winkel is sinds 1 juni 2018 zoals hij nu is. Alle producten, dus zowel het fruit, de groente, de zuivel, de kaas én de kruidenierswaren zijn biologisch.
Op de percelen van het Land van Ons (als coöperatie koopt Land van Ons landbouwgrond namens de deelnemers. Op dit land herstellen ze de biodiversiteit en het landschap. Pachters kunnen rendabel boeren.) worden grotere teelten verbouwd. In de komende jaren worden deze percelen heringericht naar een meer kleinschalig boshoevelandschap. Met nuttige houtstructuren, ruige randen en wandelpaden kan het geheel meer en langere mogelijkheden gaan bieden tot beleving voor de bezoekers. Ook zijn er veel ideeën voor educatieve activiteiten.
Aan de Schoorstraat treft men het schietterrein van het Udenhouts schuttersgilde van Sint-Antonius en Sint-Sebastiaan. De hoge masten worden gebruikt om er de wip op te plaatsen, een klein houten blokje waarop de schutter moeten mikken.
Tevens is hier een entree tot het natuurgebied De Brand.
Dit Natura 2000 gebied bestaat uit een komvormige laagte die na de middeleeuwen werd afgegraven voor turfwinning. Het terrein is nu lastig toegankelijk, vooral in natte periodes. Dan kan men alleen lopen op de voormalige kades, waarop destijds de gestoken turf werd gedroogd.
Mede door de rust in deze natte natuurparel is het een oase voor vogels, insecten en amfibieën, zoals de boomkikker en zeldzame plantensoorten. In het gebied ontspringt de beek De Zandley.
In de streek waar wij ons nu bevinden, wordt veel aan natuurbehoud gedaan. Stichting De Duinboeren speelt hier ook een rol in. Zij proberen ecologisch en verantwoord te boeren en verkopen hun producten ‘aan huis’. Overal langs de route tref je verkooppunten van streekproducten, pluktuinen, zorgboerderijen en eierautomaten.
Deze kapel werd na afloop van de Tweede Wereldoorlog gebouwd ter nagedachtenis aan de vele oorlogsslachtoffers. De architect was de bekende Jos Bedaux, die later nog vele bouwwerken in de regio ontwierp. Opvallend is dat deze kapel zelfs over een toren compleet met haan beschikt.
Het initiatief tot de bouw ging uit van de conservatief katholieke Brabantia Nostra beweging die streefde naar verheffing van de Brabantse cultuur.
Het Mariabeeld is van de hand van Luc van Hoek, de glas-in-loodramen en de fraaie muurschilderingen in de vorm van een levensboom zijn van de Limburgse kunstenaar Jacques Verheyen.
Het leengoed De Strijdhoeven omvatte in de middeleeuwen een viertal versterkte hoeves, die elk weer verpacht waren.
Op de plek waar de grootste hoeve stond, is een landgoed ontstaan met een huis dat in 1685 werd opgeknapt tot ‘Hoogh Huijs naast de hof’.
In 1760 werd een nieuwe buitenplaats aangelegd die Generaal-Majoor Willem van Dopff tot woning diende.
Dit gebouw met uitgestrekte gevellengte werd opgericht als school- en zorginstelling voor gehandicapte kinderen: de katholieke Stichting Huize Vincentius.
Zij werden er verzorgd en onderwezen door de zusters van de congregatie Dochters van Maria en Joseph. Mede door de goede naam van het instituut, groeide het aantal kinderen sterk, wat herhaalde uitbreidingen noodzakelijk maakte.
Het centrale gebouw, waarvan de 35 meter hoge toren als watertoren fungeert, is ontworpen in de stijl van de Amsterdamse school. Het is ontworpen door architect J. van Halteren en doet ook denken aan het werk van Berlage.
Inmiddels zijn de bewoners verhuisd naar een aanzienlijk comfortabeler behuizing in de directe omgeving en wordt het complex omgebouwd tot moderne appartementen. Ook een vorm van herbestemming van min of meer religieus erfgoed.
In dit gebouw werden vroeger onder meer geestelijk gehandicapte meisjes verzorgd. Momenteel is hier theeschenkerij horecavoorziening ’t Rectoraat in gevestigd, dat gerund wordt door mensen met een verstandelijke beperking. Op de bovenverdieping is de heemkundige collectie van Erfgoedcentrum ’t Schoor ondergebracht.
Het door architect Arnoldus van Veggel ontworpen raadhuis werd in 1849 gebouwd en opgetrokken in neogotische stijl.
Het is nu een rijksmonument en is onder meer populair als trouwlocatie.
Het complex omvatte tevens een school met bijbehorend ‘schoolhuis’, de onderwijzerswoning.
Bewaarde documenten vermelden dat de bouwkosten voor het gehele complex destijds 11.000 gulden bedroegen.
In 1723 kregen Udenhout en Berkel een eigen pastoor, Elias Robben, en werd Udenhout kerkelijk onafhankelijk van Oisterwijk. De huidige kerk dateert uit 1841. Het is een neoclassicistische hallenkerk met dorische zuilen, zodat het gebouw sterk lijkt op een Grieks-Romeinse tempel.
De kerk is een waterstaatskerk (bekostigd door de overheid) en werd in 1951 nog uitgebreid met een dwarsschip aan weerszijden waardoor de plattegrond een kruisvorm kreeg.
Het interieur is neo-barok en bevat onder meer een virtuoos gesneden preekstoel van de Vlaamse houtsnijder Jan Josef Peeters en schilderijen van de Haarlemse schilder Jan de Bray. Uniek zijn de vele houtsnijwerken op de zijschilden van de kerkbanken. Die zijn van de Duitse kunstenaar Leo Baumler.
In 1859 werd het plan opgevat om naast de waterstaatskerk een nieuwe pastorie met liefdesgesticht te bouwen. En zo geschiedde. Bisschop Zwijssen uit Tilburg, die een belangrijke rol speelde in het herstel van het Rijke Roomse Leven in Brabant, moedigde zijn pastoors aan om katholieke zorg en katholiek onderwijs te promoten.
Let op het mooie metselwerk onder de daklijst. Men noemde dit patroon: muizentandjes of druppeltjes. Binnen zie je een mooie, antieke trap, die uit een voormalig kasteel in Tilburg komt. Het gebouw oogt voornaam, waarschijnlijk omdat de pastoor zich destijds ook zo voelde.
Tegenwoordig wordt de pastorie benut als centrum van de parochie van de Heilige Johannes de XXIII.
Temidden van al deze historische bezienswaardigheden moet er van tijd tot tijd ook voor de inwendige mens gezorgd worden. De lokale horeca en bakkers hebben hiervoor een uitstekende tip: de Udenhoutse Broeder. Dit is een verfijnd broodgebak met amandelspijs, appel, kaneel, stroop, krenten en rozijnen. Het is ontstaan in de tijd van de gilden. Destijds moest een bakker om lid te worden van het gilde een meesterproef afleggen. Als hij er in slaagde een perfecte ‘Broeder’ te produceren, werd de kandidaat gildebroeder.
Let op: Na knp 44 volg je knp 42 over de Simstraat tot het einde van de bebouwing. Hier buigt de weg naar het knooppunt linksaf, maar wij gaan hier rechtsaf (Kuil) richting Loon op Zand. Even verder wordt de weg weer breder en verdwijnen de fietsstroken. Hier buigen we rechtsaf, verder richting Loon op Zand over de Loonse Molenstraat naar knp 94.
Aan de Loonse Molenstraat passeren we, hoe kan het ook anders, een molen. Molenaar Teurlings bouwde hier in 1868 een windmolen, waarvan nu alleen ‘de Peperbus’ nog over is. De molen raakte door onvoldoende onderhoud in slechte staat en verloor in 1936 zijn wieken.
In het dorp Loon op Zand komen we langs NatuurPoort Van Loon met een scala aan verblijfsaccommodaties en een manege. We rijden over een fietsstraat (de auto is hier te gast) en rijden het hart van Loon op Zand in.
De schelpvormige muziekkiosk van ooit is nu omgevormd tot een café met groot terras.
Als je er naar binnen gaat, is de oorspronkelijke vorm van het podium goed terug te zien.
Let op: Voor een bezoek aan het Witte Kasteel ga je bij knp 37 even linksaf richting Tilburg. Na 400 meter zie je aan je linkerkant Het Witte Kasteel. Keer na het bezoek terug naar knp 37.
Op de plek van het tegenwoordige Witte Kasteel stond in 1383 al een versterkte bakstenen woontoren met muren van wel twee meter dik. Er is in de loop van de tijd veel aan veranderd en verbouwd, maar in hoofdzaak zijn de buitenmuren nog steeds middeleeuws. De adellijke familie Van Salm tot Salm verbouwde het kasteel ooit grondig met een nieuw voorplein met koetshuis en bijgebouwen.
Het kasteel kende een hele rits beroemde bezoekers en gasten, zoals Keizer Karel V van Spanje, Frederik Hendrik en Constantijn Huijgens. Zelfs Napoleon zou er tijdens de Franse overheersing hebben verbleven.
Tegenwoordig is Het Witte Kasteel een schitterende trouw- en evenementenlocatie. Er worden ook veel culturele en kunstzinnige activiteiten georganiseerd. Veel vrijwilligers hebben bijgedragen om dit monument voor Loon op Zand te behouden en te onderhouden. Links achter het koetshuis bevindt zich een uitgebreide en goed onderhouden kruiden-, bloemen- en moestuin.
Het Witte Kasteel komt ook voor in de regionale geschiedenis van De Bende van de Witte Veer.
Rond 1720 diende de kelder van het kasteel als gevangenis. De leider van de roemruchte bende, Swarte Johannes, zat hier geruime tijd vast in afwachting van zijn veroordeling. Het complete verhaal vind je op de site van het Regionaal Bureau Toerisme (RBT) De Langstraat. Er is ook een themafietsroute geheel gewijd aan de legende, beschikbaar via het RBT.
Venloon is de oude naam voor Loon op Zand. De huidige Sint-Janskerk werd ingewijd in 1392 en is gebouwd als kasteelkerk. Later werd de kerk uitgebreid met een koor, een transept (dwarsschip) en een toren in de stijl van die tijd: de Kempische gotiek. Tijdens en na de Reformatie werd de kerk voor van alles en nog wat gebruikt: als paardenstal, brandweerkazerne en gevangenis. Pas na de Franse periode (1821) werd het kolossale gebouw weer uitsluitend als RK kerk gebruikt.
Aan de noordzijde naast de kerk bevindt zich een enorme grafkelder waarin 32 telgen van de familie Verheijen bijgezet zijn. Begin 19e eeuw werd het verboden om doden in de kerk te begraven. Hoewel dit in zwang was bij adellijke en vermogende burgers, werd de doordringende stank in de kerk zomers onhoudbaar en hygiënisch ontoelaatbaar. De uitdrukking ‘rijke stinkerds’ is aan dit oude gebruik ontleend.
Van 1890 tot 1968 vond er jaarlijks vanuit de Sint-Jan een beroemde bedevaart plaats ter ere van de Heilige Gerlachus. Deze heilige zou de veestapel van de talrijke boeren in de regio beschermen tegen ziektes en ander onheil.
De kunstschatten in de kerk omvatten onder meer een kruisweg in Beuronstijl (1920) en gebrandschilderde ramen van de Roermondse glazenier Max Weisz (1950).
Opmerkelijk is dat de zo bewonderde architect van de Sint-Jan de Doper in Waalwijk, Hendrik Willem Valk, eind jaren twintig van de vorige eeuw de kerk verbouwde in een stijl waar men helemaal niet blij mee was. Onder meer het tweede dwarsschip kreeg een afwijkende stijl, die men niet vond passen bij de rest van het gebouw.
Let op: Vanaf knp 12 vervolg je de weg rechtdoor, onder het viaduct door (je kruist het snelfietspad Waalwijk-Tilburg) en gaat in de richting van De Moer over de Bergstraat. Na ongeveer 1 km zie je weer bordjes met knp 38.
De naam van dit mooie bos-, heide- en vennengebied staat trots vermeld op de gevel van het landhuis aan de Middelstraat.
Het gebied is in ontwikkeling en er wordt getracht de kwaliteit en diversiteit steeds verder te verbeteren. Wandelaars kunnen hun hart hier ophalen en zelfs oog in oog komen te staan met een kudde grazende Schotse Hooglanders,
die ingezet wordt om het gebied open te houden.
Het Leikeven beschikt over een lange loopvlonder en uitkijktoren om de wandelaar van dichtbij te laten genieten van de rijkdom aan vogels.
Sinds kort heeft Natuurmonumenten in het gebied ook een Natuurbegraafplaats in gebruik, alwaar je al ver voor je verscheiden een mooi plekje onder een eikenboom kan reserveren.
De naam van dit kleine dorp (600 inwoners) verwijst naar de turfwinning. Op het enige echte kruispunt van De Moer staat de Sint-Joachimkerk. Deze werd gebouwd in 1902 naar een ontwerp van de architect C.F. van Hoof, in de destijds zo overheersende neogotische stijl.
Opmerkelijk is dat de pastorie die naast de kerk staat van eerdere datum is (1895) en juist in neorenaissance stijl werd gebouwd. Wellicht kunt u de stijlverschillen ontdekken. Ook deze kerk is inmiddels aan de eredienst onttrokken en gesloten. Tegenover de kerk staat een uitnodigende rustbank. Voor de dorstige fietsers is er een uitgestrekt terras van café-restaurant Het Maoske.
Onderweg naar Kaatsheuvel zie je aan de rechterkant een grote boerderijwinkel, De Annahoeve.
Het voormalige Efteling Golfpark heet nu De Loonsche Duynen. In het rustieke rietgedekte clubhuis zijn ook niet-golfers van harte welkom.
De route voert ons langs het populaire attractiepark De Efteling en we passeren twee grote vakantieparken met bijbehorende kastelen, te weten Bosrijk en Het Loonsche Land.
Het lawaai en gegil, dat de inzittenden van de achtbanen produceren, zal u hier niet ontgaan.
Villa Pardoes is een klein vakantieoord voor ernstig zieke kinderen en hun gezinsleden. Vanaf 2000 verzorgt deze stichting voor hen een kosteloze week vakantie waarin de zorgen even geparkeerd kunnen worden. Jaar in jaar uit zetten vele sponsoren en vrijwilligers zich in voor dit nobele doel.
Het Vredesmonument, gemaakt door Henk Mooy, is ter nagedachtenis aan de oorlogsslachtoffers van de gemeente Loon op Zand. De zuil in de vorm van een vliegtuigbom is bekleed met vijf lagen keramische tegels, die de 5-jarige duur van de oorlog symboliseren. Het monument werd pas in 1994 onthuld. In de zuil zijn granaatscherven verwerkt.
Het monument onderging in 2004 nog een opknapbeurt als herdenking aan het zestig jaar eerdere Duitse bombardement op De Horst in Kaatsheuvel.
Het bos- en heidegebied waar wij nu door rijden, was tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog de locatie van een grote munitieopslagsplaats van de Duitsers, de zogeheten Munitions Ausgabe Stelle (MASt). Vóór de terugtrekking van de bezetters werden op 6 september 1944 de munitievoorraden opgeblazen, wat nog goed zichtbaar is aan het grote aantal bomkraters tussen de dennenbomen. Ook zie je in de omgeving nog resten van loopgraven en een latrine.
De nieuwe Sint-Antoniuskerk staat in de nabij gelegen De Genestetstraat en is van geheel andere allure: modern en met een losse klokkentoren. Een stijl die dan ook modernisme wordt genoemd. De architect was H.M. Koldewey. Deze kerk werd gebouwd in een periode waarin het kerkbezoek reeds drastisch begon af te nemen. De ingebruikname (consecratie) was op 7 april 1962.
Wat vooral opvalt aan het ontwerp zijn de abstract-figuratieve betonglaswanden aan weerszijden. Zij zijn een schepping van priester-kunstenaar Egbert Dekkers en stellen de 24 Oudsten voor uit de Openbaring van Johannes. Het effect van de grote glas-in-beton wanden is vooral goed te zien wanneer men zich ín de kerk bevindt.
Noot: Van maandag t/m donderdag (’s ochtends) is de kerk via het naastgelegen parochiecentrum op verzoek te bezichtigen.
Let op: Aan het einde van de Sint-Antoniusstraat kom je bij stoplichten. Ga hier rechtsaf het Halve Zolenfietspad op.
Na ongeveer 100 meter (bij de stoplichten) ga je linksaf de Wilhelminastraat in. Aan het eind van deze straat is knp 10, het startpunt van deze route.
Deze fietsroute maakt deel uit van 4 fietsroutes door De Langstraat en is ontwikkeld door de Stichting Vrienden van Sint-Jan de Doper Waalwijk in samenwerking met het Regionaal Bureau voor Toerisme De Langstraat. Dit project zou niet mogelijk zijn geweest zonder de inhoudelijke bijdragen van de regionale Heemkundeverenigingen, de fotoclubs van Drunen, Vlijmen en Waalwijk en in het bijzonder René Klerkx, Piet de Jongh en Hetty Dekkers.
www.vriendensintjanwaalwijk.nl - info@vriendensintjanwaalwijk.nl