ONTDEK DE LANGSTRAAT IN 4 ETAPPES!
Deze route Sint Jan de Doper - Langstraat Oost is er één van vier fraaie fietsroutes vanuit Waalwijk-centrum in ieder van de vier windrichtingen. Op deze pagina vind je uitgebreide informatie bij de bezienswaardigheden langs de fietsknooppunten die worden aangedaan op deze route, die 39,7 km lang is.
De vier Sint Jan de Doper - Langstraat Fietsroutes voeren door het strijdtoneel tussen land en water, Brabant en Holland, katholieken en protestanten, bezetters en bevrijders, klei en zand, natuur en cultuur.
(zoom in om te vergroten)
(zoom in om te vergroten)
Dé blikvanger van Waalwijk is ongetwijfeld de Sint-Jan. Deze neo-Byzantijnse kerk is gewijd aan Johannes de Doper, de patroonheilige van de Langstraat. Hij werd, na twee jaar bouwen, geopend in 1925.
Met zijn slanke toren en maar liefst negentien koperen koepels bepaalt deze ‘oosterse’ kerk de skyline van Waalwijk. Architect Hendrik Willem Valk heeft hier een van zijn mooiste werken gerealiseerd. De kerk is losjes gebaseerd op de Aya Sofia in Istanboel.
Niet alleen de buitenkant is indrukwekkend, ook het interieur is zeker een bezoek waard. Kunstenaar Charles Eyck maakte bijvoorbeeld de prachtige kruisweg en Willem Wiegmans de glas-in-loodramen in unieke Beuron-stijl. Ook het grote baldakijn bij het altaar is een blikvanger en refereert naar de vroegere schoen- en leerindustrie.
De kerk is van woensdag tot en met zondag geopend voor bezoekers van 13.30 tot 16.30, behalve tijdens diensten en concerten. U wordt verwelkomd door een deskundige gastheer/vrouw en er is een interessante audiotour verkrijgbaar die u langs alle bijzonderheden van de kerk loodst. Voor groepen is er op afspraak een rondleiding met gids beschikbaar.
De Sint-Jan maakt deel uit van Het Grootste Museum van Nederland, een initiatief van Museum Catharijneconvent te Utrecht.
De Hooisteeg is het mooiste steegje van Waalwijk. Het is volledig gerestaureerd en biedt nu onderdak aan kunstenaars en ambachtslieden. Vroeger, tot ongeveer 1950, had Waalwijk veel meer van dit soort steegjes, ook wel dammen genoemd. Schoenmakers woonden er onder erbarmelijke omstandigheden, vaak met grote gezinnen. Ze moesten naast hun werk op de fabriek thuis bijklussen om het hoofd boven water te houden. Bij mooi weer werkten ze buiten in de dam.
Een informatiebord aan de noordzijde op de Winterdijk verschaft de nieuwsgierige bezoeker nuttige informatie. In de aangrenzende ‘stadstuin’ staat een antieke muziekkiosk die een eeuw geleden te vinden was op het Raadhuisplein. De kiosk was een tijdlang in particuliere handen, maar kwam tóch weer boven water en is nu een aanwinst voor het stadsbeeld.
Het oude raadhuis van Waalwijk, met zijn markante trapgevel, is enkele jaren voor de Tweede Wereldoorlog gebouwd door architect Kropholler. Het moet een grote opdracht voor hem zijn geweest, want dit gemeentehuis kreeg twee ‘vleugels’. In het linkerdeel is nu het museum Schoenenkwartier gevestigd. In het hoofdgebouw zit het Huis van Waalwijk, waar tentoonstellingen en andere culturele activiteiten worden gehouden.
Het hele ensemble, uitgevoerd in warmrode kloostermoppen, werd gebouwd tussen 1929 en 1932. Het hoge hoofdgebouw met de robuuste trapgevel, bordes en stadswapen oogt imposant en voornaam. Dat geldt ook voor het interieur.
De grote beelden van een os en een koe aan weerszijden van de ingangstrap verwijzen naar het verleden. In de 15e en 16e eeuw was er een bloeiende ossenhandel in Waalwijk. De koe verwijst naar de voor Waalwijk zo belangrijke schoenen- en leerindustrie. Beide beelden zijn gemaakt door beeldhouwer Lambertus van Zijl, die ook bekend was door zijn beelden in de Amsterdamse Beurs van Berlage.
Deze lommerrijke dijk beschermde Waalwijk en de hele Langstraat eeuwenlang tegen overstromingen. De dijk werd al aangelegd na de Sint-Elisabethsvloed in 1421. In de Biesbosch was toen nog sprake van eb en vloed. Dat betekende dat het water soms makkelijk tot aan Waalwijk kwam, bij storm of hevige getijden.
De eeuwenoude dijk was zelfs in 1953 nog van cruciaal belang voor Waalwijk. Tijdens de Watersnoodramp stond het water tot aan de kruin van de dijk. Het scheelde maar een haar of Waalwijk was volledig overstroomd geweest. Dankzij de Winterdijk ontsnapte Waalwijk aan een ramp.
Volgens de meeste bronnen werd de weg achter de dijk vroeger De Langhe Straet genoemd, waar de regio zijn naam aan dankt.
Als je het centrum van Waalwijk hebt verlaten, valt aan de rechterzijde van de Burgemeester Moonenlaan het oorlogsmonument op. Op deze plek worden jaarlijks op 4 mei de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog herdacht. Het bronzen beeld is een 2,75 meter hoge gestalte van een mannenfiguur, ineenstortend na een fusillade. Het kunstwerk werd ontworpen door J.A. Raedecker en vervaardigd door de firma Binder uit Haarlem. Raedecker is ook de maker van de beelden van het Nationaal Monument op de Dam in Amsterdam. Hoewel het een monument is voor alle in de Tweede Wereldoorlog omgekomen Waalwijkers, geldt dit in het bijzonder voor burgemeester Moonen van Waalwijk. Hij werd samen met Joop Hoffmans op 6 september 1944 door de Duitse bezetters volkomen zinloos gefusilleerd achter het stadhuis van Waalwijk.
Achter het monument bevindt zich het Wandelpark, een oase van rust met idyllische allure en een prachtig beukenlaantje naar het Parkpaviljoen. Het park is uiteraard niet voor fietsers ontworpen.
In de Sint-Antoniusstraat staat een Heilig Hart beeld ter nagedachtenis aan de Sint-Antoniuskerk die daar ooit tegenover stond. Dergelijke beelden staan vaak bij kerken en pastorieën; een herinnering aan het rijke Roomse leven in deze streken. Dit beeld is in 1920 geschonken door de katholieke gemeenschap, uit dank dat Waalwijk veilig door de Eerste Wereldoorlog heen was gekomen.
De neo-romaanse kerk die in 1902 werd ingezegend en toegewijd aan de Heilige Antonius, die tegenover het Heilig Hart beeld stond was een ontwerp van de Tilburgse architect W.F. Bouwman. Deze kerk werd in 1971 gesloopt en vervangen door de huidige Antoniuskerk in Waalwijk-Zuid.
Het traject met een lengte van 2 km vanaf de Mariakapel tot aan het oude raadhuis is als het ware de Waalwijkse ‘Via Gladiola’. Jarenlang was dit het laatste stuk van “De 80 van de Langstraat”, een Kennedymars waar duizenden lopers aan meedoen.
De nieuwe Sint-Antoniuskerk staat in de nabij gelegen De Genestetstraat en is van geheel andere allure: modern en met een losse klokkentoren.
Een stijl die dan ook modernisme wordt genoemd. De architect was H.M. Koldewey. Deze kerk werd gebouwd in een periode waarin het kerkbezoek reeds drastisch begon af te nemen. De ingebruikname (consecratie) was op 7 april 1962.
Wat vooral opvalt aan het ontwerp zijn de abstract-figuratieve betonglaswanden aan weerszijden.
Zij zijn een schepping van priester-kunstenaar Egbert Dekkers en stellen de 24 Oudsten voor uit de Openbaringen van Johannes. Het effect van de grote glas-in-beton wanden is vooral goed te zien wanneer men zich in de kerk bevindt.
Noot: Van maandag t/m donderdag (’s ochtends) is de kerk via het naastgelegen parochiecentrum op verzoek te bezichtigen.
Aan de rand van de Loonse en Drunense Duinen ligt de zandheuvel De Roestelberg. Deze heuvel vormt het begin van het uitgestrekte zandverstuivingsgebied tussen Loon op Zand en Drunen.
Vanaf 1927 is hier het gelijknamige café-restaurant De Roestelberg gevestigd. Dit is het startpunt van veel wandelingen, mountainbikeroutes, een hondenuitlaatgebied, fietsroutes, paardenroutes en allerlei andere sportactiviteiten.
Een goede plek voor horeca, want even verder passeer je Grandcafé Sands, met een grote buiten- en binnenspeeltuin voor de kleintjes.
Het gehucht Fellenoord, met een eeuwenoude boerderij, ligt ten zuiden van Drunen midden in het bos. In de eeuwen na 1200 trok men steeds verder vanuit de Langstraat naar het zuiden. De zandrug van de latere Loonse en Drunense Duinen werd toen bewoond. Er ontstonden gehuchten als Pessaert, Klinkaert en Fellenoord.
De akkers van de boeren werden door het oprukkende zand van de duinen bedreigd. Uiteindelijk zijn de boeren verdwenen. Na ongeveer 1960 kwamen er caravans en boshuisjes voor in de plaats.
Nu bestaat dit buurtschap uit een boerderij uit 1652, een schaapskooi (nu een huis) en twee bungalows.
De naam Fellenoord is afgeleid van ‘felle’ (woest, donkerbegroeid) en ‘oord’ (plaats).
Het rijksmonument uit 1652 werd door de laatste eigenaar Jan van Wezel, die overleed in 1973, overgedaan aan de stichting Vrienden van de Fellenoord, met de bedoeling een Heemkundig Studiecentrum op te richten. Later is het voor een symbolisch bedrag overgegaan naar het Brabants Monumentenfonds. Daarmee lijkt de toekomst van deze oude boerderij veiliggesteld.
Na een woelige periode als kampeercentrum neemt langzaam de natuur het gebied weer over.
De Sint-Hubertuskapel is gebouwd in 1994 en ligt aan de rand van de Drunense Duinen.
De kapel is door het Sint-Hubertusgilde uit Drunen, met hulp van sponsoring en giften, tot stand gekomen. De kapel wordt gezien als een rustpunt voor gelovigen en mag zich verheugen in een grote belangstelling.
De gebrandschilderde ramen vertellen het verhaal van Sint-Hubertus, de patroonheilige van de jagers. Volgens de overlevering zat hij een hert in de bossen van de Ardennen achterna. Toen hij eindelijk oog in oog stond met het dier, verscheen er tussen het gewei van het dier een stralend kruis. Hubertus ging onmiddellijk huiswaarts en besloot zich voortaan in afzondering en gebed terug te trekken.
Direct naast de Sint-Hubertuskapel ligt het schietterrein van het Drunense Hubertusgilde. Vrijwel alle steden en dorpen in Brabant en Limburg hebben een schuttersgilde. Vroeger was dat een noodzaak, ter verdediging en bewaking. Maar tegenwoordig is het vooral een gezelligheidsvereniging met veel tradities zoals klederdracht, koningsschieten, tamboeren, tromgeroffel en vendelzwaaien. De gildes zijn van oudsher sterk met de rooms-katholieke kerk verbonden en de plaatselijke pastoor was vaak hun beschermheer.
Op het schietterrein staan een aantal schutsbomen van zo’n 12 meter hoog waarop een aantal houten blokjes staan, die eraf geschoten moeten worden. Zo’n blokje heet een wip en is slechts 1,5 cm groot. Degene met de meest vaste hand mag zich de koning of zelfs de keizer van de Schutterij noemen.
Het kanaal werd gegraven tussen 1907 en 1911 en had onder andere tot doel het overtollige rivier- en kwelwater dat vanuit het oosten kwam op de nieuwe Bergsche Maas af te voeren.
Op deze manier werd het overstromingsgevaar voor Den Bosch, en ook voor de Langstraatse dorpen op de zandrug, verkleind.
Bij de brug staat het oorlogsmonument De Pijl, gemaakt door restauratieatelier René van Boxtel.
Dit monument markeert de plek waar de Schotten in de Tweede Wereldoorlog het Drongelens Kanaal overstaken om onder meer Drunen, Haarsteeg, Nieuwkuijk en Elshout te bevrijden.
De Emmamolen is een ronde stenen stellingmolen met lederen kap en dateert uit 1886.
De molen is vernoemd naar de voormalige koningin van Nederland, Emma van Waldeck-Pyrmont.
De molen werd in de jaren 1966/67 gerestaureerd en is volledig bedrijfsklaar. Kenners noemen het dan een maalvaardige molen. Een ideaal rustpunt met uitgebreide horeca en molenaarswinkel in een rustieke omgeving.
Let op: Neem bij knp. 75 de weg naast de molen in noordelijke richting (St. Jorisstraat) voor het bekijken van de kerk van Nieuwkuijk en keer daarna terug naar knp. 75.
Rond 1870 was Nieuwkuijk groot genoeg om een eigen kerk te bekostigen en startte de bouw. Het ontwerp is van de bekende kerkenarchitect Carl Weber (o.a. de koepelkerk van Raamsdonk). Het zat echter niet mee. Tijdens de al vertraagde bouw van de toren in 1878 sloeg de bliksem in en twee jaar later ondermijnde een grote overstroming de fundamenten van de kerk. Bij de bevrijding van Zuid-Nederland in 1944 lag de kerk zwaar onder vuur en werd uiteindelijk door de terugtrekkende Duitse troepen in brand geschoten.
De nieuwe kerk werd pas in 1952 gebouwd en is van het architectenduo Van der Laan en Hansen. De stijl waarin de kerk is opgetrokken wordt de Bossche School genoemd. Het is een Basilica kerk met een pan-gedekt zadeldak. Het loont om de achterzijde te bekijken met de uitgebouwde kapellen (absides) van hoofd- en zijaltaren. Let ook op het typische metselwerk met afwisselend langs- en kopsgeplaatste stenen. Op het kerkhof bevinden zich enkele in het oog springende grafmonumenten, zoals een pastoorsgraf uit 1913 en de grafkelder van de familie Van Onsenoort (zie Abdij Mariënkroon).
De Heidijk vormt hier de Middeleeuwse zuidgrens van de Grote Waard. Ze bood bescherming tegen het water uit het zuiden. In Waalwijk heet de dijk nog Meerdijk.
Na ons bezoek aan Nieuwkuijk vervolgen wij de route over het boven op de dijk gelegen fietspad en zien al snel een aantal ‘verdwaalde’ zwerfkeien liggen, die men eerder verwacht in de provincie Drenthe.
Dit is echter een monument dat aangeeft hoe de dijkdoorbraak plaatsvond, waaruit de Nieuwkuijkse wiel ontstond. De rotsblokken geven het pad aan waarlangs het water Nieuwkuijk overstroomde. Eind 1880 werd de plaats getroffen door een ernstige overstroming waarbij het verwoestende water uit de overlaat kwam. Op deze overlaat loosden talrijke Brabantse riviertjes hun water.
Dichtbij is ook een oude grenspaal te bewonderen met het opschrift: Heusden 1789. Iets verderop heb je een markant uitzichtpunt over de polders met een informatiebord over de vroegere turfvaart uit de Langstraat naar ‘s-Hertogenbosch. Alsof je op de boeg van de Titanic staat!
Let op: Neem net voor knp. 93 de afslag Lavendelweg en ga meteen rechtsaf naar de boerderij in de Nassaudwarsstraat.
Ga daarna verder via de Nassaulaan terug naar knp. 93.
Fietsend over de Heidijk naar Vlijmen zie je links de afslag Lavendelweg - Nassaudwarsstraat.
Aan de rechterzijde bevindt zich de veelbesproken boerderij van Marie van de Middelhaai.
Zij is een deskundige en voorvechtster ter behoud van het lokale dialect en is zelfs de auteur van het enige echte Vlijmens Woordenboek. Eveneens is zij strijdbaar als het gaat om het behoud van haar authentieke, historische boerderij en tegen al te opdringerige en grootschalige nieuwbouwplannen in haar directe omgeving.
Na het passeren van het viaduct over de A59 komen we op het plein. Hier bevinden zich geen gebouwen van historische waarde meer, omdat afgedwaalde V1-bommen in de Tweede Wereldoorlog alles hebben verwoest. Die projectielen waren vooral voor Antwerpen bestemd om de toevoerlijnen van de geallieerden te ontwrichten.
In de Julianastraat bevinden zich een aantal mooie historische panden met monumentenstatus, zoals bijvoorbeeld op nr. 34, het Oude Stadhuis uit 1870 van architect H.C. Dobbe.
Overige interessante huizen treft men aan op huisnummers 1, 25 en 48.
Deze kerk staat aan de Julianastraat 44.
Dit neogotische driebeukige gebedshuis werd in 1866 opgeleverd naar een ontwerp van H.J. van Tulder.
Men noemde deze stijl ook wel ‘stucadoorsgotiek’.
De oorspronkelijke R.K.-kerk van Vlijmen werd tijdens de reformatie overgenomen door de protestanten, waarna de katholieken op zogenaamde ‘schuurkerken’ waren aangewezen, die er van buitenaf niet als een kerk mochten uitzien.
In de Franse Tijd kwam er weer een echte stenen kerk (1805), later gevolgd door het huidige gebouw.
Ook deze kerk werd op het eind van de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd door V1-bommen, waarbij onder andere de uitzonderlijk mooie gebrandschilderde ramen verloren gingen. De torenklokken, die door de bezetter in beslag waren genomen, werden in 1949 vervangen en een paar jaar later was er zelfs weer geld voor een nieuw orgel.
Let op: Na het passeren van de kerk neem je de eerste straat rechts (Pastoor van Akenstraat). Na 300 meter steek je een bredere straat over en zie je links de "Grote kerk". Keer daarna terug over de Pastoor van Akenstraat en vervolg de route.
De Grote Kerk is verreweg het oudste bouwwerk van de oostelijke Langstraat. Hij dateert uit de dertiende eeuw en was vroeger toegewijd aan Johannes de Doper.
De kerk werd in de loop der jaren meerdere malen zwaar beschadigd maar ook weer herbouwd. In 1610 ging het beheer over naar de hervormden. Het kerkplein heet sinds 2023 officieel Ds. Voetiusplein, genoemd naar Gisbertus Voetius, bekend theoloog en in 1611 de allereerste dominee van Vlijmen.
Voor verdere informatie: zie het informatiebord bij de kerk.
Meliestraat: fraaie architectuur van rond 1900
- Nr 19. Neo-renaissance en Art Nouveau. Geglazuurde dakpannen en fraai metselmozaïek onder de daklijsten.
- Nr 20. Amsterdamse School. Tuile du Nord dakpannen. Achter het pand bevindt zich nog een oude brouwerij.
- Nr 24. Eclecticisme bouwstijl: een combinatie van vroeger populaire bouwstijlen. Versieringen aan gevel. Het huis ligt boven het straatniveau en heeft een voornaam ogend bordes. Het schitterende dakraam wordt een ‘ossenoog’ genoemd.
- Nr 35. Eveneens eclecticisme bouwstijl van rond 1890 met kroonlijst in baksteen reliëf.
- Nr 40. Markant gebouw waarin de stijl van de Bossche School ligt verankerd. Om de hoek bevindt zich het Marianum (niet toegankelijk).
- Nr 43. Villa uit 1868 met een voorgevel in vijf zogenaamde traveeën. Het midden-travee heeft een topgevel.
- Nr 44. Boerderij van het Kempische langgevel type.
- Nr 54. Eclecticisme; bouwjaar 1870. Een bouwlaag aan straatzijde, twee lagen aan de dijkzijde.
Op de Voordijk heb je een mooi uitzicht over een weids polderlandschap, genaamd Het Luisbroek.
Halverwege is er een mogelijkheid om over het fietspad op de kruin van de dijk te gaan. Echter, in Haarsteeg moet je dan wel met fiets aan de hand de dijk weer aflopen.
Haarsteeg is een karakteristiek Brabants dorp waar van oudsher een grote saamhorigheid heerste.
De Sint-Lambertus kerk is gebouwd in 1873 volgens ontwerp van architect C.H. Dobbe, die ook het Vlijmense raadhuis ontwierp. Het is een eenvoudige neogotische kerk zonder toren.
Op de zogeheten ‘viering’ (kruispunt van het langs- en dwarsschip), staat een dakruiter met torenuurwerk.
Bekijk in het ingangsportaal de gedenkstenen met inscriptie. Die herinneren aan de verwoesting en herbouw van de vroegere kerk na wéér een dijkdoorbraak, veroorzaakt door zware ijsschotsen. Deze ramp vond plaats op 22 februari 1799.
In de voortuin van de kerk ziet men een Christusbeeld, ditmaal met dubbelfunctie. Het beeld refereert zowel naar Christus Koning als naar het Heilig Hart.
Let op: Aan het einde van het dorp kom je bij een rotonde. Neem deze voor driekwart en ga de Abt van Engelenlaan op. Na 500 meter ligt Abdij Mariënkroon links. Keer daarna terug naar de rotonde en vervolg de route naar knp 89.
Deze bijzondere plek ligt niet direct op de route, maar is onderweg naar knooppunt 89 aan de linkerkant goed te zien en bereikbaar na ongeveer 500 meter.
Het is een voormalig klooster van de Cisterciënzerorde, dat zijn oorsprong had in Kamp Lintfort dat in 1338 werd gebouwd. Op het terrein stond ook het kasteel Onsenoort en een Mariakapel. Het kasteel werd in 1939 gesloopt maar de toren bleef staan en biedt thans plaats aan de heemkundevereniging. In datzelfde jaar werd de huidige abdij gebouwd. De laatste abt overleed in 2017 en er wonen nu geen kloosterlingen meer. Het klooster en het uitgestrekte park zijn nu in gebruik van Focolare: een universele vereniging van katholieke leken, die internationale eenheid en broederschap predikt.
Het gebouw, het park en de kapel van de abdij zijn vrij te bezoeken als men zich bij de receptie aanmeldt. Voor een klein prijsje is er ook koffie, thee en fris verkrijgbaar.
Bijzonderheden: Poortgebouw in traditionalistische stijl, kapel- en kloostergang met kruisribgewelf en cassetteplafonds.
In het park kan men heerlijk wandelen. Er is ook een natuurcamping, een bijzonder kerkhof van de kloosterlingen en een antieke gietijzeren boogbrug te zien.
Elshout, voormalige herberg “In den Gekroonden Hoed”
Op het eerste kruispunt staat een (voormalige) oude herberg uit 1744 genaamd 'In den Gekroonden Hoed'. Die naam heeft het gebouw te danken aan Koning Lodewijk Napoleon die er in 1809 eens overnachtte. Ook speelde de herberg een belangrijke rol in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog en bij de opvang en redding van Britse en Amerikaanse soldaten en piloten. De toenmalige uitbaters ontvingen hiervoor van president Eisenhouwer een belangrijke onderscheiding.
Kerk Sint Jan Evangelist te Elshout
Deze in neogotische stijl gebouwde kerk is een ontwerp van architect J.H. van Tulder en was gereed in 1879.
Het kerkinterieur is grotendeels gemaakt door de Elshoutse beeldhouwer Hendrik van der Geld. Onder andere de altaren, de kruiswegstaties, de biechtstoelen en enkele grote beelden van de apostelen Petrus en Paulus zijn van zijn hand.
Men betreedt het kerkhof via een toegangshek met daarop de tekst: ‘Heden ik, morgen gij’. Het is maar dat men dit niet vergeet!
Op dit kerkhof ligt de bekende, uit Elshout afkomstige, bisschop van Breda Tiny Muskens begraven (1935-2013). Hij was voor zijn tijd een zeer vooruitstrevende kerkleider en pleitte onder andere voor het afschaffen van het celibaat. Hij was ook erg tolerant ten aanzien van moslims en pleitte voor vrouwelijke voorgangers in de kerk. Hij werd nog bekender toen hij in een tv-uitzending van de VPRO verklaarde dat een brood stelen geoorloofd is als je honger hebt en nauwelijks kunt overleven. Op de voorgevel van de kerk hangt een plaquette ter ere van hem.
De kerk is regelmatig open en erg de moeite waard om te bezoeken.
Drunen behoort na de zoveelste gemeentelijke herindeling nu tot de Gemeente Heusden, maar het oude raadhuis is nog prominent aanwezig op het centrale plein. Het is een bouwwerk in de geest van de Delftse School, ontworpen door architect Edmond Nijsten. Het toont opvallend veel gelijkenis met het raadhuis in Waalwijk van Kropholler, dat nog traditionalistischer oogt.
Deze kerk kwam pas ruim na het einde van de Tweede Wereldoorlog tot stand. De voormalige neogotische kerk van H.J. van Tulder werd bij de bevrijding verwoest. De Duitse bezetters staken bij hun aftocht ook nog eens de restanten van de kerk en parochie in brand.
De nieuwe kerk werd gebouwd in de jaren 1953/54 naar een ontwerp van de architect H.C. van Leur. Bouwer was de lokale aannemer De Bonth van Hulten. De stijl waarin de kerk gebouwd is noemt men Delftse School Traditionalisme. Deze stijl is minder uitbundig dan bijvoorbeeld de Amsterdamse School, het bouwwerk moest vooral heel functioneel en ingetogen zijn.
Het was in die tijd van wederopbouw niet eenvoudig om de financiering rond te krijgen. Het laatste zetje om de kerk alsnog van een toren met carillon te voorzien, was een forse donatie van de lokale scheepsschroevenfabrikant Max Lips.
Het kerkinterieur is ontworpen door Lucas van Hoek. Hij ontwierp ook de glas-in-loodramen, zodat het interieur een grote eenheid uitstraalt.
Let op: Als je vanaf knp 91 de Grotestraat in oostelijke richting gaat volgen (richting knp 71) kun je de 2e weg rechts nemen (Vennepad, wordt later Vennestraat). De "Open hof" bevindt zich na circa 500 m. aan de linkerkant. Keer via dezelfde weg terug naar knp 91.
Het gebouw van de protestantse gemeente in Drunen is ontworpen door architect W. Olthoff uit ’s-Hertogenbosch.
Naast het kerkgebouw houden enthousiaste gemeenteleden een grote groentetuin bij. De kerk is inzamelpunt voor goederen die aan de voedselbank in ’s-Hertogenbosch worden geschonken. Op donderdagochtend wordt er in de tuin gewerkt. Dan ben je van harte welkom om in deze tuin uit te rusten en te zien hoe allerlei groentesoorten groeien.
Vijftig meter ten zuiden van de route ligt, aan het Anton Pieckplein, het culturele centrum De Voorste Venne.
Dit was eerst het Autotron, een museum voor oldtimers dat later naar Rosmalen verhuisde. De plaatselijke scheepsschroeffabrikant Max Lips liet het bouwen, voor zijn eigen omvangrijke collectie klassieke oude auto’s. Het gebouw is ontworpen door Anton Pieck. Nu is het dus een cultureel centrum, met onder meer een theater.
Vanaf de dijk zie je in oostelijke richting de schitterend gerestaureerde molen genaamd "Johanna van Brabant" uit 1838. De oorspronkelijke eigenaar was de Familie Manders, later maakte Frans van Westen er een bloeiend molenaarsbedrijf van. In 1947 nam de dieselmotor het werk van de wind over. Nu is in de overigens niet maalvaardige molen een bakkerij gevestigd. Daar kan men terecht voor een typisch Brabantse lekkernij, het worstenbroodje.
’s-Hertogenbosch had in vroeger eeuwen enorm veel hinder van wateroverlast. Om dat te verhelpen, werd in 1766 een overlaat aangelegd tussen Baardwijk en Drunen. Hiervoor moest onder meer het gehucht Bloemendael worden gesloopt.
In eerste instantie was de overlaat 650 meter breed, maar vooral in de winter bleek dit te smal. Door ijsvorming ontstonden nieuwe barrières. De overlaat is toen verbreed tot 1000 meter.
Als het water rond Den Bosch een bepaald peil had bereikt, stroomde het water via de Baardwijksche Overlaat weg richting de Biesbosch en de zee. Op zich functioneerde dit goed, maar het bleek uiteindelijk toch niet afdoende. In 1880 brak de dijk bij Nieuwkuijk door, met grote verwoestingen en doden tot gevolg. Na de aanleg van het afwateringskanaal van Den Bosch naar Drongelen in 1911 was het probleem (tot op heden) opgelost. Bij Drongelen stroomt dit kanaal in de Bergsche Maas.
Van 1766 tot 1911 maakte de Baardwijksche Overlaat deel uit van de Zuiderwaterlinie. Het gebied kon ook bewust onder water worden gezet om vijandelijke legers tegen te houden.
Nu is het een prachtig, vogelrijk natuurgebied met de Lange Wiel in het midden. Deze plas is ontstaan na een dijkdoorbraak in de 18e eeuw. In de jaren zestig van de 20e eeuw werd een bos aangeplant. Sinds 1978 is het gebied in beheer bij Natuurmonumenten. Er zijn mooie wandelingen mogelijk.
Oude Spoorbrug over de Baardwijksche Overlaat en Drongelens Kanaal
Oorspronkelijk was deze stalen, geklonken brug 880 meter lang. Hij werd gebouwd in de jaren 1882-1885 als onderdeel van de Langstraat Spoorweg. In de jaren daarna werd de brug flink ingekort en deels vervangen door een spoordijk, waarschijnlijk omdat een paar pijlers onvoldoende stabiel bleken. Het was 1972 toen de laatste goederentrein over deze brug reed, het personenvervoer was al eerder gestaakt. De brug werd daarna aan zijn lot overgelaten en raakte in verval, totdat een zeer betrokken Stichting "Federatie Behoud de Langstraatspoorbruggen" ervoor zorgde dat de brug als industrieel monument behouden bleef. De brug werd gerestaureerd en in 1992 in gebruik genomen als fietsbrug. Toenmalig minister Hanja Maij-Weggen kwam hem openen. Het is nu een Rijksmonument.
Net voorbij de brug sta je oog in oog met een kunstwerk waarin allerlei aspecten van een locomotief verwerkt zijn. Even verder, na het passeren van de lange spoorbrug, staat een reusachtig stalen excentrisch wiel opgesteld: een onmisbaar aandrijfonderdeel van een stoomtrein.
Op de voormalige spoordijk valt onmiddellijk het nog authentieke seinwachtershuis op dat ooit een deel was van de Langstraatspoorweg ofwel De Halve Zolenlijn.
In het begin van de bebouwde kom van Waalwijk ligt aan de noordkant de voormalige schoenenfabriek Van Haren. Het gebouw dateert uit 1906 en is in de jaren daarna flink uitgebreid. Achter het kantoorgebouw liggen de productiehallen. Die zijn voorzien van zogenaamde sheddaken met veel lichtinval vanuit het noorden. Dat was volgens de kenners het beste licht voor het maken van kwalitatief goed schoeisel.
Begin negentienhonderd ging men meer schoenen dragen en minder klompen. Medio 1913 stuurde Johan van Haren (klompenfabrikant in Beneden Leeuwen) zijn zonen op pad om ergens in de wijde omgeving een geschikte locatie te vinden voor een schoenenfabriek. Ze kwamen uit in Baardwijk, waar vader Johan van Haren een bestaande schoenfabriek met woonhuis kocht. De gehele familie verhuisde naar Baardwijk, waar vader en zijn zonen Kees, Ivo en Johan begonnen met het maken van schoenen.
De ruimte achter de grote glas-in-loodwand was de kantine, waarin nu een meubelshowroom is gevestigd. Als de showroom geopend is, loont het zeer de moeite om even binnen te kijken om de schitterende glaswand te bewonderen.
De glas-in-loodramen, vervaardigd door glazenier Louis de Swart, geven het hele productieproces weer van leer en schoenen. Boven en onder dragen de ramen de wapens van de elf provincies, het hoofdraam wordt bekroond door het wapen van Waalwijk.
Ooit werkten wel 800 mensen in dit complex, waaronder veel Belgische arbeiders. Op zijn hoogtepunt produceerde Van Haren zo’n 30.000 paar schoenen per week. Directeur Ivo van Haren was wel een man van de klok: de enorme bellen op de voorgevel bepaalden onverbiddelijk begin en eind van de werktijd.
Op de site: www.fotojeroen.nl staat een virtuele 3D-toer door de kantoorruimte.
En voor een leuk filmpje: QR fiets & LEDER Route - van Haren.
De Hervormde Gemeente Baardwijk bouwde in 1911 een nieuw kerkje aan de Loeffstraat. Nadat dominee L.H. Kooijmans voldoende geld bijeen had gepreekt, werd de eerste steen gelegd. Het kerkje ging op 8 november open. Het gebouw was een ontwerp van architectenbureau K.C. Suyling en Zn. Het is een bakstenen kerk geworden, onder een omlopend schilddak van leistenen. De kerk heeft een langgerekte achthoekige plattegrond. De gevels hebben steunberen. Tegen de achterzijde van de kerk is de consistoriekamer aangebouwd. Midden op het dak zie je een dakruiter met klokkenstoel. De houten deur is onder een spitsboog geplaatst, met daarboven twee spitsboogramen. Ook in de zijgevels zien we spitsboogramen. Het interieur is sober uitgevoerd met witgepleisterde wanden. Tegen de voorgevel is een uitbuikende orgelgalerij geplaatst.
Tegen de achterwand een eikenhouten preekstoel, vervaardigd in 1580, die in de Sint-Laurenskerk in Rotterdam heeft gestaan.
De Hervormde Gemeente in Baardwijk (toen 50 tot 70 zielen) is altijd relatief klein gebleven.
De parochie Baardwijk werd opgericht in 1272 door edelman Theodoricus (Dirk) Loeff van Berendonk. Vlak daarna moet de bouw van een stenen kerk aan de winterdijk begonnen zijn, waarvan nu alleen de ‘oude toren’ nog rest. Deze oudst bekende stenen parochiekerk had een romaanse toren uit de veertiende eeuw en een gotisch schip uit de vijftiende eeuw. Begin 1500 werd die toren verhoogd met een klokverdieping, hetgeen nog zichtbaar is.
In 1906 liet burgemeester J.A.J. Van Heijst het ministerie weten hoe bouwvallig de kerk aan de Winterdijk was. Instorting dreigde en alleen een forse reparatie kon sloop voorkomen. In april 1912 kondigde het kerkbestuur echter toch de sloop aan. Het schip werd afgebroken. Bijna was ook de toren gesloopt, eigendom van de gemeente Baardwijk, maar door tussenkomst van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg bleef deze staan.
Van omstreeks 1750 tot 1879 diende de toren als gevangenis. Er stond een voetblok waarin vier gevangenen konden worden vastgezet. Op de tweede verdieping stond een uniek hand-gesmeed torenuurwerk. Beide historische voorwerpen staan nu in het atrium van het nieuwe gemeentehuis aan de Winterdijk. Op de derde verdieping, die dus later aan de bouw is toegevoegd, staat de klokkenstoel waarin de twee klokken van Baardwijk hingen. Tot 1943, want toen werden ze gevorderd door de Duitsers. Na de oorlog werd er slechts één klok teruggehangen.
Sint Clemens, de patroonheilige van deze kerk, was de derde opvolger van Petrus, de allereerste Paus van Rome.
De katholieken van Baardwijk konden na de reformatie dankzij de Heer van Baardwijk (Jacob de Jonghe) hun geloof blijven uitoefenen in zijn huiskapel. Tot 1836 kerkten de Baardwijkse katholieken in een schuurkerk, het achterhuis van een boerderij. Toen werd er een waterstaatskerk gebouwd, pal naast de huidige Clemenskerk.
Eind negentiende eeuw, een periode van katholieke herleving in Nederland, waren ook in Baardwijk de roomse geesten rijp voor het grote werk. In 1897, na twee jaar bouwen, werd de Clemenskerk in gebruik genomen. De stijl van de neogotiek (spitse bogen, grote ramen, spitse toren) is schools nagevolgd. Het statige interieur met de grote spitstoelopende glas-in-loodramen is bijzonder sierlijk. De architect heeft gezorgd voor een zekere afwisseling, die de toren maken tot een juweeltje onder zijn vele broeders in de Langstraat.
De aanneemsom bedroeg destijds het luttele bedrag van 69.837 gulden.
In 1982 bleek de enorme, 64 meter hoge toren in feite los te staan van het schip. Uit voorzorg werd de toren alvast in de steigers gezet, in afwachting van reparatie en restauratie. Die restauratie, die enorm hoge kosten met zich meebracht, werd vier jaar later afgerond.
Dit alles kon niet verhinderen dat het kerkbezoek drastisch en onomkeerbaar verminderde. Het bisdom van Den Bosch moest de kerk daarom in 2019 sluiten. Een aantal interieurstukken, zoals het beeld van Sint Clemens, zijn nu te zien in de Sint-Janskerk in Waalwijk-centrum.
Er liggen talrijke plannen om in en om de voormalige kerk appartementen te bouwen dan wel het complex om te bouwen tot een woon-zorgcentrum. Het laatste woord is hierover nog niet gevallen.
In deze straat ziet men aan de linkerkant dicht tegen de gevels van de huizen nog gietijzeren en betonnen hectometerpaaltjes staan. Voor de opening van de Maasroute (A59) in 1969 ging de oude rijksweg dwars door Baardwijk en Waalwijk (Grotestraat) naar Besoijen. Deze rijksweg liep vanaf de Markt in Den Bosch door alle Langstraatse dorpen. Ook in Besoijen zijn deze hectometerpaaltjes nog zichtbaar (Westeinde 20 en 42). De meeste paaltjes staan aan de zuidkant, maar soms ook aan de noordkant.
In de jaren dertig van de vorige eeuw zijn er in de gemeente Waalwijk op verscheidene plaatsen woningen en panden gebouwd in de stijl van de Amsterdamse School. De meeste staan in de Mr. Van Coothstraat. Maar in Baardwijk staat op de hoek van de Loeffstraat en de Baardwijksestraat ook een pand met vele kenmerken van deze bouwstijl. Dit pand is in 1934 gebouwd met als bestemming winkel/woonhuis/garage.
De grote bakstenen schoorsteen, met onderin zwarte keramische tegels, is kenmerkend. Ook bijzonder zijn de lange zwarte verticale lijnen, met daar tussenin kleine vensters met glas in-loodramen. Op de toren staat een ‘glazen kooi’ die niet oorspronkelijk is, maar eind vorige eeuw geplaatst is. Waarschijnlijk na een brand in 1994. Onder de vensters van de opbouw is nog de oorspronkelijke dak-overstek te zien.
Een in het oog springend gebouw in Waalwijk is deze boeddhistische tempel, gevestigd in een voormalige boerderij aan de Loeffstraat (nummer 26).
Hij wordt voornamelijk gebruikt door de Thaise gemeenschap, bijvoorbeeld om half april Songkran (Thais nieuwjaar) te vieren. Daar komen vele bezoekers uit heel Nederland op af.
Stap af, maak je bekend en kijk gerust rond op het terrein van de tempel.
In het oorspronkelijke woongedeelte bevinden zich de eigenlijke tempel (het gedeelte met het Boeddhabeeld) en de woonvertrekken van de monniken. De aangebouwde schuur is omgebouwd tot ontvangstruimte en heeft een klein podium.
Even verder, eveneens aan de linkerzijde, ligt een voetgangerspad met als naam Ramppad.
Hier kwam in 1945 een afgedwaalde V1-bom terecht waarbij veel doden en gewonden vielen. De V1-bommen werden afgevuurd uit de Achterhoek en waren bestemd voor het reeds bevrijde Antwerpse havengebied. Een monument herinnert aan deze gebeurtenis en eert de acht dodelijke slachtoffers.
Een zelfde monument als dit is geplaatst aan de Grotestraat in Waalwijk waar ook een V1-bom is ingeslagen.
Aan de Grotestraat 341 (noordzijde) staat het markante in neo-renaissance stijl opgetrokken voormalige kantoor van Verzekeringsmaatschappij Noord-Braband (bouwjaar 1903).
Dit bedrijf werd gesticht door W.A Timmermans in 1843 en groot gemaakt door o.a. zijn zoon Judocus Timmermans, die het bedrijf 76 jaar onafgebroken als directeur zou leiden. Judocus was ook in bestuurlijke en culturele kringen in Waalwijk een hardwerkende en toonaangevende bestuurder. Hij zou ondanks het harde werken bijna 102 jaar oud worden.
Het ontwerp van het kantoor is van architect W. Bouwman. Zijn handtekening staat in de pui links onder het opvallende, uitstekende hoektorentje. De voorgevel bestaat uit vijf traveeën en is voorzien van rijk gedecoreerde natuurstenen plinten. Let ook op het in de topgevel aangebrachte reliëf met het wapen van Waalwijk en bloemmotieven.
Noot: Noord-Braband werd met een ‘d’ op het eind geschreven, wat gebruikelijk was tot aan 1830. Vandaar dat men nu spreekt van ‘Brabanders’ en niet van ‘Brabanters’.
Aan de achterkant van het pand zit een gedenksteen ter herinnering aan de grote stadsbrand die het oude raadhuis verwoestte. Het oude raadhuis stond op deze locatie.
Even verder, op de hoek van de Grotestraat en de Hertog Janstraat, staat het pand waar meubelhandelaar Piet Klerkx in 1947 zijn eerste winkel met toonzaal begon. Eind 1974 verhuisde Piet Klerkx naar industrieterrein Zanddonk, waar hij de eerste woonboulevard van Nederland opende, die hij Woonwereld noemde.
Deze fietsroute maakt deel uit van 4 fietsroutes door De Langstraat en is ontwikkeld door de Stichting Vrienden van Sint-Jan de Doper Waalwijk in samenwerking met het Regionaal Bureau voor Toerisme De Langstraat. Dit project zou niet mogelijk zijn geweest zonder de inhoudelijke bijdragen van de regionale Heemkundeverenigingen, de fotoclubs van Drunen, Vlijmen en Waalwijk en in het bijzonder René Klerkx, Piet de Jongh en Hetty Dekkers.
www.vriendensintjanwaalwijk.nl - info@vriendensintjanwaalwijk.nl