Geschiedenis

Historie

Wergea is in Fryslân ondermeer bekend als klein dorp met 2 kerktorens. Deze torens zijn al sinds eind 1800 een herkenbaar baken voor de Wergeasters en voor “oud” Wergeasters een punt der herkenning van hun dorp op grote afstand!

 x

In 1975 werd het Nederlands Hervormd Kerkvoogdij van Wergea min of meer, door het toenmalige Gemeentebestuur van Idaarderadeel, opgedragen om:

 

 

Deze opties waren het gevolg door de oude- en loslatende leien die daardoor een gevaar vormden voor alles en iedereen die zich begaven in de nabijheid van de Kerk.

 

Nieuwe plannen

Dat er iets moest gebeuren was duidelijk, maar doordat het ledental van de Nederlands Hervormde gemeente alhier was gedaald en zij hun diensten soms hadden in de Doopsgezinde Kerk en zodoende het Kerkgebouw overbodig was geworden, was het lot uitermate onzeker geworden.

Vanuit Pleatslik Belang Wergea werd de Twa Tuorren Kommisje opgericht, met als doelstelling: het behoud van de 2 Kerktorens in Wergea.

In zeer korte tijd was er Fl.80.000.- bijeen gesprokkeld, wat genoeg was voor een eerste noodzakelijke betimmering en nieuwe leien.

Door de uitstekende verhouding van de Nederlands Hervormde Gemeente met hun Doopsgezinde Broeders en Zusters en het krimpende ledenaantal, werd door de NH Kerkvoogdij besloten het eigen Kerkgebouw niet meer te gebruiken.

Ne de noodzakelijke reparaties is de Twa Tuorren Kommisje, ondersteund door een zeer enthousiast Wergea, doorgegaan met de noodzakelijke aanpak van de gehele toren.

Twa Tuorren

Inmiddels werden er plannen gesmeed voor de invulling van het vrijgekomen Kerkgebouw en zodoende werd de Twa Tuorren Kommisje verzocht om met een plan van aanpak te komen.

Ondanks dat Wergea beschikte over een café met bovenzaal en een dorpshuis, ook met bovenzaal, werd besloten de Kerk om te bouwen tot multifunctioneel centrum met voldoende Concert- en toneelruimte.

Het café en dorpshuis hadden beide ruimte voor ongeveer 100 zitplaatsen, dus moest de toneelvereniging en muziekvereniging meerdere avonden optreden voor hun jaarlijkse uitvoering, daar zij belangstelling van 200 – 300 leden en donateurs hadden.

Met de huidige veiligheidseisen zijn we in staat om aan 275 personen een ruime zitplaats te bieden.

De Twa Tourren Kommisje kwam met een plan van aanpak, wat door de jaarvergadering van Pleatslik Belang werd aanvaard.

Dit plan werd stapsgewijs ten uitvoer gebracht door vrijwilligers, op een voor ieder deskundig terrein waar men was voor gevraagd.

Deze vrijwilligersgroep kreeg onder andere de volgende boodschap mee: “Denk erom, er is nagenoeg geen geld in kas. Jullie moeten jullie redden met de aanwezige materialen of hetgeen we gratis of voor een zeer lage prijs kunnen krijgen!”

Hier lag dus een uitdaging!

Het interieur is dan ook voor een groot gedeelte samengesteld uit de aanwezige Kerkbanken. De draagmuren van het balkon zijn opgebouwd uit Friese Moppen en Tufsteen (wat in de middeleeuwen werd geïmporteerd uit de Duitse Eifel) die werden gevonden bij het uitgraven van de bodem onder de Kerk.

De oude Kerkvloer is geheel verwijderd, waarbij bleek dat deze vloer werd ondersteund door grafzerken en zelfs 2 grafkelders.

Kennelijk moest men in 1872, bij de bouw van de Kerk, ook de hand op de knip houden.

De zerken zijn nog in goede staat en hebben een plaats gekregen onder het podium. Bij speciale gelegenheden zijn ze te bewonderen.

Meesters op de schep

De, met schep en kruiwagen, uitgegraven ruimtes (podium, zaal- en toiletruimtes), brachten verrassende oudheidskundige vondsten aan het licht. Zo werd de fundering van het voorgaand kerkgebouw gevonden en een tufstenen graf, met daarin de beenderen van een moeder met twee kinderen. Dit graf bevond zich op een diepte van ongeveer 3 meter, op plaats waar zich nu het herentoilet bevindt.

De hele uitgraving heeft circa drie maanden geduurd, waarbij op de woensdagavond en iedere zaterdag vanaf 7.30 uur een ploeg van 20 a 30 vrijwilligers aan de schep en/of kruiwagen stonden. Deze groep, bestaande uit jonge kerels van velerlei pluimage, werd destijds de “MODS” genoemd. Dit was een afkorting van: “Meesters Op De Schep”!

Dit gezwoeg in de klei bleef ook de toenmalige Kroegbaas (Koos Homans) niet onopgemerkt en trakteerde de harde werkers zo nu en dan op een dienblad vol heerlijk fris getapte bieren of er werden 1 a 2 kratten met bieren “op de fles” door de deur geschoven. Dit had veelal als gevolg dat er later op de dag/avond een grote bult laarzen en klompen op de stoep van Café Lands Welvaren lag.

Na deze enorme klus, kwamen de meer specifieke vakmensen op de werkvloer, zoals: de metselaars, timmerlieden, elektriciens, tegelzetters, enz. aan de beurt.

Hergebruik

Zoals eerder al vermeld, zijn veel materialen uit de kerk hergebruikt.

De zijkanten van de kerkbanken zijn zowel benut als voorkant van het podium en als voorkant van het balkon. De gevonden Friese moppen als ondersteuningsmuur van het balkon en als scheidingsmuur in de garderobe.

De preekstoel (oorspronkelijk tegen de achtermuur van het balkon) is na een grondige opknapbeurt door “oud” timmerlieden (65-plussers) herplaatst naar zijn huidige positie.

De balkenconstructie onder het balkon, bestaat uit de goede resten van de Bonifatiuskerktorenspits uit Leeuwarden. Deze spits werd door de storm van 1975 van de toeren geblazen.

De traptreden naar het balkon en de beide toiletruimten bestaan uit een zeer oude tropische boomstam, waar de eigenaar, een houthandelaar, zich geen raad meer mee wist. “Als jullie dat kreng zelf bij me van het terrein halen, dan mag je hem gratis meenemen!

Gelukkig word Wergea omzoomd door even enthousiaste veehouders en is een tractor met wagen snel beschikbaar.

De achterwand van het orgel bestaat in zijn geheel uit oude Frico-palletplaatjes, van 1 meter bij 1 meter, uit de kaasopslag. Ze zijn door een plaatselijke schilder tot 1 geheel samengevoegd, middels kilo ’s plamuur.

De TL-verlichting in de zaal, met kilometers bedrading, danken wij eveneens aan de voormalige Frico Wergea.

De complete inrichting van het invalidentoilet, dat zich onder het orgel bevindt, komt geheel uit het diaconessenziekenhuis in Leeuwarden. Dit ziekenhuis ging dicht doordat het nieuw gebouwde MCL, het overbodig maakte en werd in 1987 gedeeltelijk gesloopt en voor de rest verbouwd.

Omdat nagenoeg iedere Wergeaster zijn oren en ogen open hield, zowel bij eigen werkgever als elders, is in die periode veel materiaal gratis verworven.

Dak

Terwijl de herinrichting in volle gang was in “de vrije uren” (vooral op de zaterdagen) en de “Vutters” nagenoeg iedere dag, werd al snel duidelijk dat het dak en de dakgoten een grondige aanpak nodig hadden. De Twa Tuorrenkommisje slaagde erin dit project onder te brengen in een leerproject voor jeugdige werkelozen. Dit succes was mede te danken aan de inzet toenmalige Commissaris van de Koningin van Friesland, dhr. Hans Wiegel, toen de Gemeente aanvankelijk weigerde hieraan haar medewerking te verlenen.

Het gehele oude dak is eraf geweest. De vermolmde planken verwijdert en vervangen, nieuwe panlatten geplaatst en nieuwe dakpannen (sneldekkers), tegen uitsluitend materiaalkosten.

Twa Tuorren

Toen het gehele gebouw weer grotendeels bruikbaar was, besloot de Twa Tuorrenkommisje in overleg met Pleatslik Belang Wergea, haar oorspronkelijke opdracht, het behoud van de twee Wergeaster Kerktorens, weer op te pakken en de verdere afbouw en beheer over te dragen. Het bestuur van Pleatslik Belang, formeerde een nieuwe beheerscommissie, met als opdracht “de verdere afbouw en behartiging van alle belangen”.

In 1985 moest het gebouw, gedwongen door de sluiting van het plaatselijke café met bovenzaal, feitelijk nog te vroeg in gebruik worden genomen. Toneelvereniging “Halbertsma” had zich zoals ieder jaar “te pletter” gerepeteerd en dreigde door de sluiting van Café Lands Welvaren haar toneelvoorstelling niet voor het voetlicht te kunnen brengen. De bovenzaal was door de sluiting immers ook gesloten.

10 jaar, na de start van de verbouw in 1975, werd het gebouw dus voor het eerst in gebruik genomen, zoals vanaf de aanvang de bedoeling was.

Het meubilair bestond uit een ratjetoe van zitmeubels en tafels, die waren overgebleven van de”Rommelmarkten”. De achterwand van het orgel bestond uit kuilplastic en de destijds nog aanwezige vloerverwarming kon de tocht lang niet aan. in de keukenruimte was een best gevulde EHBO koffer geen overbodige luxe, want het van de CCF gratis verkrgen aanrechtblad had nogal scherpe randen.

Desondanks was voor vele Wergeasters “De Bidler” heel wat mooier dan de Harmonie in Leeuwarden, want daar kon je met goed fatsoen je overjas niet aanhouden, bij een toneel- of muziekuitvoering. En een klapstoel zit toch veel beter dan zo’n pluche geval?!

 

Na de ingebruikname in 1985 zijn er steeds weer zaken vernieuwd, zoals meubilair en verbouwd, zoals de keuken/bar- en kleedruimte en sommige zaken zelfs al twee keer. De investeringen gaan dus, afhankelijk van de rommelmarkt- en verhuur/baropbrengsten gewoon door tot op de dag van vandaag.

Vrijwilligers

Gelukkig beschikt het Bidlerbestuur over een grote groep vrijwilligers die kunnen worden ingeschakeld bij alle voorkomende werkzaamheden. Zo is daar onder andere een grote schoonmaakploeg (De Gouden Ploeg), welke na gebruik de volgende ochtend weer klaar staat om de ruimte schoon te maken en, desgewenst, weer in te richten. Beloning? Een kopje koffie of thee met en koek in de pauze en….. weer even bijpraten over de laatste dorpsgebeurtenissen. Zonder deze, gelukkig nog bestaande mentaliteit van: “Met elkaar-Voor elkaar, zou het Bidlerproject geen schijn van kans maken op enig voortbestaan, want het vraagt om voortdurende medewerking, zowel in arbeid en/of in studie voor één of ander diploma of certificaat, voor Sociale hygiëne en Bedrijfshulpverlening, enz.


Geldmiddelen


Per 6 mei is de stichting: “De Bidler” opgericht. Nadien zijn de statuten o.a. nog eens gewijzigd tengevolge van enkele erfenissen. Een plaatselijke Belastingdeskundige adviseerde de “normale” stichting te veranderen in een stichting “ten algemene nutte”, hetgeen veel euro’s aan successierechten bespaarde. Bovendien kunnen donateurs, in principe de bijdrage van het bruto fiscaal inkomen aftrekken.

 

De Bidler ontvangt geen structurele subsidies, maar de Bidler draait op:

 


Een Kern waar pit in zit!

In 1991 verwierf het “Bidlerproject” een landelijke prijs, namelijk: “Een kern waar pit in zit”. Deze prijs, ingesteld door de Koninklijke Nederlandse Heide Mij, werd aan het toenmalig bestuur uitgereikt door Z.K.H. Prins Claus. Het ereteken en bijbehorend rapport ziet u onder de vitrine onder het balkon. Deze waardering leverde tevens €2269.- op.

Dankzij de eerder genoemde erfenissen heeft de stichting forse, eenmalige investeringen kunnen plegen, zoals een compleet nieuwe keukeninrichting en het zitmeubilair op het balkon.

 

Naam "de Bidler"

In het verleden toen de transporten veelal over water plaatsvonden, had Wergea binnen een afstand van 100 meter meerdere bruggen over de “Wergeaster feart”liggen. Als men deze bruggen over water of over de weg wilde passeren, diende men bruggeld te betalen, zoals bv een halve cent per koe of schaap en over water, 5 cent per bruglichting of draaiing.

De Wergeasters staan sindsdien bekend als “Brêgebidlers” (Brugbedelaars). Toen het Multifunctioneel centrum een naam moest krijgen, koos een ruime meerderheid van de Wergeaster bevolking voor de naam : “de Bidler” (de Bedelaar)

"Van Dam" Orgel

Het orgel is een origineel Van Dam orgel. De 4 generaties van “Van Dam” uit Leeuwarden die zich hadden toegelegd op het orgel bouwen, hebben ongeveer 250 orgels gebouwd en zijn voor een groot gedeelte in de noordelijke provincies aan te treffen.

Dit orgel is gebouwd in 1871 voor het voormalig kerkgebouw. Volgens de bekende Friese organist, Jan Jongepier is er in de loop van de jaren niets verprutst (gemoderniseerd) aan “ons” orgel en noemt het een uniek en nog origineel exemplaar. Zo kon het gebeuren dat een delegatie uit Nunspeet, 2013 “ons” orgel van binnen en van buiten hebben opgemeten en bekeken, om “hun” Van Dam orgel weer in originele staat terug te brengen, nadat die in de loop van de jaren was gemoderniseerd.

Het orgel heeft 18 registers op 2 klavieren en aangehangen pedaal.

Toen de voormalig beheerscommissie het gebouw voor één symbolische gulden “kocht” van de Nederlands Hervormde Gemeente, is er door de overdragende partij bedongen, dat het orgel nimmer verkocht, dan wel verwijderd mag worden.

Feitelijk zou het instrument grondig gerestaureerd moeten worden, maar de kosten daarvoor zijn geraamd op minimaal €150.000,-. Dit gaat de financiële draagkracht van onze stichting ver te boven en beperken ons tot fondsvorming voor de meest noodzakelijke reparaties en ingrepen. De laatste daarvan was een grondige schilderbeurt van de orgelkast in 2005.

Het orgel staat op de monumentenlijst, doch ook bij deze organisatie “Kraait Schraalhans victorie”.

 

Het orgel is wel bespeelbaar, doch de organist(e) zal zich terdege moeten voorbereiden, wil van een geslaagde uitvoering sprake kunnen zijn.

Bent u nieuwsgierig naar het ingenieuze binnenwerk van het orgel, met zijn ingewikkelde constructie, neem dan contact op met de secretaris en wellicht kan er een bezichtiging worden geregeld.


Tekst: C. van Heijnsbergen