DE RONDE VAN VLAANDEREN OP DE VELODROOM VAN EVERGEM (1915)
DE RONDE VAN VLAANDEREN OP DE VELODROOM VAN EVERGEM (1915)
Inleiding
De eerste Ronde van Vlaanderen voor professionele wielrenners werd georganiseerd op 25 mei 1913 met start aan het Café Au Repos des Cyclistes op de hoek van de Brugsesteenweg en de Rooigemlaan in Gent, en aankomst een kilometer verder op de velodroom van Mariakerke. De tweede editie ging door op 22 maart 1914 met dezelfde startplaats en finish op de velodroom van Evergem.
Enkele maanden later vielen Duitse troepen België binnen en hielden gedurende meer dan vier jaar het land in een ijzeren greep.
In de annalen van Vlaanderens bekendste wielerwedstrijd vinden we dikwijls terug dat de wedstrijd niet georganiseerd werd tijdens de Eerste Wereldoorlog. Maar dit klopt niet helemaal, onderzoek toont aan dat er toch wielerwedstrijden doorgingen die de naam Ronde van Vlaanderen droegen. De parcoursen van deze Ronden doorkruisten wel niet het Vlaamse landschap, maar moesten ten gevolge van de Duitse verordeningen noodgedwongen doorgaan op de Gentse velodromen.
In dit artikel onderzoeken we de Ronde van Vlaanderen die tijdens de zomer van 1915 doorging op de velodroom van Evergem.
Achter de frontlinies
In november 1914 kwam het front tot stilstand in de Westhoek en het noorden van Frankrijk, en de bewegingsoorlog werd een loopgravenoorlog. België was tijdens de Eerste Wereldoorlog volledig bezet door Duitse troepen, behalve een klein stukje land in de Westhoek dat door de geallieerden hardnekkig verdedigd werd. West-Vlaanderen was door haar ligging aan de kust en dichtbij het front grotendeels Operationsgebiet, terwijl een groot gedeelte van Oost-Vlaanderen en Henegouwen als Etappengebiet onder militair bestuur kwam te liggen, een logistiek en administratief bevoorradingsgebied dichtbij het front. De rest van het land werd onder een Duits burgerlijk bestuur, het General-Gouvernement geplaatst (zie Afbeelding 1).
Na de verwoestende doortocht van de Duitse troepen begon men eind 1914 aan de heropbouw in het Etappengebiet en het General-Gouvernement. Het gewone leven probeerde langzaam haar dagelijks routine te hernemen en tegen het einde van het jaar werden dan ook de eerste sportwedstrijden gepland. Maar om de aan- en afvoer van wapens, munitie, verse troepen, gewonden en krijgsgevangenen, enzoverder, rustig te laten verlopen, werd de plaatselijke bevolking aan een streng regime onderworpen. Alle vermakelijkheden en samenscholingen op de openbare weg werden verboden om elke mogelijke vorm van oproer en verzet tegen de Duitse bezetter te vermijden. Ten gevolge van die verordening werden ook alle wielerwedstrijden op de weg verboden. Sportevenementen op private terreinen konden wel nog doorgaan, dus ook de wielerwedstrijden op de velodromen.
Afbeelding 1. De kaart van België tijdens WO1 met de onderverdeling van strategische gebieden.
Koersen op de piste
De eerste voetbalwedstrijden werden reeds in november 1914 in het Brusselse georganiseerd. Na de winterperiode begonnen de velodromen zich voor te bereiden op het aankomende koersseizoen. Meerdere wielerpistes zoals die in het Antwerpse Zurenborg hadden verschillende bominslagen te verwerken gekregen en werden tijdens het voorjaar van 1915 gerestaureerd. Andere velodromen zoals die van ’t Karreveld in Sint-Jans-Molenbeek konden reeds begin april hun deuren openen.
Maar binnen de Belgische wielrijdersbond kwam het alsnog tot een conflict met enkele patriotistische bestuursleden die uit passief protest het organiseren van wielerwedstrijden wou verbieden zolang België onder Duits bestuur bezet bleef. Ondanks het wedstrijdverbod wou men de wielrenners toch verplichten hun jaarlijkse licentiebijdragen te betalen voor het dekken van administratiekosten, en bovendien gold het verbod blijkbaar niet voor de velodroom van ’t Karreveld. Na hevig protest uit alle hoeken van de wielrennerij werd het verbod snel opgeheven en konden de velodromen terug wielerwedstrijden organiseren, op voorwaarde dat een gedeelte van de inkomsten aan het Nationaal Komiteit voor Hulp en Voeding zou gedoneerd worden.
Afbeelding 2. De velodroom van Evergem. (stafkaart 1910).
De Ronde op de velodroom van Evergem
De velodroom van Evergem had op Paasmaandag 5 april na een maandenlange sluiting terug de deuren geopend en ondanks de Duitse verordeningen konden er toch regelmatig meetings gehouden worden. Eind juli werd in De Gentenaar aangekondigd dat op zondag 15 augustus een wielerwedstrijd voor beroepsrenners van vijftig kilometer en een wedstrijd van dertig kilometer voor beginnelingen op de velodroom van Evergem zou doorgaan. Anderhalve week later werd op dezelfde dag plots een Ronde van Vlaanderen aangekondigd.
Volgens Zo was het Karel Van Wijnendaele, een boekje geschreven door twee sportjournalisten in 1962, was Van Wijnendaele de organisator van de Ronde van Vlaanderen op de velodroom van Evergem in 1915. Hij had vernomen dat de Ronde van België in de velodroom van Karreveld in Molenbeek georganiseerd werd en dacht:
“...“Waarom de Ronde van België wel en de Ronde van Vlaanderen niet ?” en hij naar Evergem.”
... en verder ...
“Toen Karel Van Wijnendaele zich alles herinnerde en de bijval vernam van de Ronde van België op de piste te Karreveld, sprong hij op de fiets en reed naar Evergem. Evergem was toen een van de drie Gentse pisten Gentbrugge-Mariakerke-Evergem. En het duurde juist de tijd die er nodig was, om een serieuze pint leeg te proeven, of de zaak was officieel geklonken.”
Karel Van Wijnendaele woonde tijdens de Duitse bezetting in Torhout, een belangrijke logistieke garnizoensstad gelegen in het Operationsgebiet, de meest beveiligde zone op een vijftiental kilometer van het front. Behalve voor professionele aangelegenheden was het voor burgers uitdrukkelijk verboden om de gemeentelijke grenzen te overschrijden. Wie de gemeentelijke grenzen zonder toelating overschreed, kon als vermoedelijk smokkelaar of spion door Duitse patrouilles beschoten en gearresteerd worden. Wie het overleefde werd ondervraagd en veroordeeld tot zware gevangenisstraffen. Van Wijnendaele zou voor de organisatie van een wielerkoers nooit de benodigde formulieren gekregen hebben, en zou het zich als gezinshoofd met drie jonge kinderen nooit in het hoofd gehaald hebben om dergelijke risico’s te nemen voor de organisatie van een wielerkoers. Bovendien was Karel tijdens die periode slechts journalistiek medewerker van Sportwereld, bevoegd voor verslaggeving van de wielersport in Oost- en West-Vlaanderen (en nog geen hoofdredacteur zoals dikwijls gedacht wordt). Pas in 1919 zou hij die functie aangeboden krijgen om later tijdens de jaren twintig mede-eigenaar te worden van de sportkrant. In 1915 had hij dus absoluut niet de bevoegdheid om de Ronde te organiseren of om het management van een velodroom de toelating te geven om de merknaam Ronde van Vlaanderen te gebruiken.
Dit verhaal is dus onwaar, het is trouwens niet het enige fabeltje dat in het boek verkondigd wordt.
De Ronde van Vlaanderen op de Evergemse velodroom werd ten voordele van het Werk van de Kantien der Krijgsgevangenen georganiseerd met medewerking van het weekblad Sport. Dat was een schuilnaam voor Sportwereld, dat vanaf oktober 1914 verboden werd te verschijnen. Trouwens, een week later werd naar aanleiding van de heropening van de velodroom van ’t Arsenaal in Gentbrugge ook een wielerwedstrijd van honderd kilometer met hetzelfde deelnemersveld gepland. Sportwereld werd er in de aankondiging uitdrukkelijk als organisator vermeld. Het feit dat Sportwereld binnen een korte tijdspanne van enkele weken meermaals betrokken was als organisator bij verschillende wielerevenementen in de Gentse velodromen, doet het volgende vermoeden:
1. dat de beheerders van de velodromen van Evergem en Gentbrugge in nauw contact stonden met Sportwereld.
2. dat ondanks de Duitse verordeningen Sportwereld toch wielerevenementen kon organiseren, betekent dat het management van de krant in 1915 in Gent verbleef.
Verder onderzoek wees inderdaad uit dat Leon Van Den Haute, directeur van Sportwereld, tijdens de Eerste Wereldoorlog in Gent verbleef. Hij woonde in de Vlaanderenstraat en trouwde op 3 augustus 1916 met Idalie Dick die enkele straten verder op de Nieuwbrugkaai bij haar ouders verbleef.
De echte organisatoren van de Ronde van Vlaanderen van 1915 waren dus Désiré Van Der Poorten, beheerder van de velodroom van Evergem, en Leon Van Den Haute. Als organisator en eigenaar van de Ronde van Vlaanderen was Van Den Haute de enige die de beslissing kon nemen om Sportwereld als organisator te laten optreden en om de toelating te geven om de merknaam van de Ronde te gebruiken.
Een wegwedstrijd die op een velodroom georganiseerd werd was niet nieuw. Zo ging bijvoorbeeld in april 1911 de wegwedstrijd Sedan-Brussel voor onafhankelijken door op de velodroom van Linthout. Het concept bestond uit een wedstrijdparcours op de weg dat op de wielerpiste werd geprojecteerd en waarbij alle reglementen van de wegwedstrijden van toepassing waren. Het fictieve parcours van de Ronde van Vlaanderen was 150 kilometer lang, vertrok in Gent en passeerde langs Aalst, Zottegem, Oudenaarde, Kortrijk, Torhout, Brugge en Eeklo, met finish op de velodroom van Evergem. Onderweg dienden de renners bij pech zelf hun fiets te herstellen, en op de vaste controleplaatsen in Oudenaarde en Brugge moesten ze drie minuten halt houden, werd hun deelnemerskaart afgestempeld en konden ze reservemateriaal en proviand voor onderweg meenemen.
Meer dan dertig wielrenners hadden zich voor de Ronde ingeschreven. De wedstrijd kon door het slechte weer echter niet doorgaan en werd naar de volgende week verplaatst. Uiteindelijk stonden op zondag 22 augustus 1915 zesentwintig wielrenners aan de start. Ondanks enkele schermutselingen bleef het peloton samen tot aan de controle van Torhout. Daar konden Leon Buysse uit Tielt en de Gentse Oscar Goetgebuer de ganse groep verschalken en namen onder luid gejuich van de menigte een ronde voorsprong. Pol Verstraete, Marcel Buysse en Albert Desmedt probeerden tevergeefs nog weg te raken uit het achtervolgend peloton, maar de twee vluchters konden hun voorsprong tot aan de finish vasthouden. In de spurt versloeg Buysse zijn metgezel en kon zich winnaar van de Ronde van Vlaanderen 1915 noemen.
Enkele dagen later verscheen de volledige uitslag in de lokale kranten:
1. Leon Buysse (Tielt) in 4 uur 34 min 30 sec
2. Oscar Goetgebuer (Gent) op 10 meter
3. Albert Desmedt (Asse) op 1 ronde
4. Fernand Martens (Gent) op 1,5 ronde
5. Aviel Cocquyt (Mariakerke) op 1 wiel
6. Henri De Jaegher (Zomergem) op 1 lengte
7. Reyniers (Sleidinge) op 1 lengte
8. Jules Dhondt (Gent) op 50 meter
9. Jules Van Renterghem (Evergem) op 1 wiel
10. Fonteyne (Eine) op 1 lengte
Afbeelding 3. Een postkaart van Leon Buysse.
(G)een echte Ronde?
Heel wat zelfverklaarde specialisten van de wielersport menen dat de Ronde van Vlaanderen van 1915 niet als een echte Ronde kan beschouwd worden. Van uit sportief oogpunt is het inderdaad juist dat deze editie niet dezelfde organisatorische kenmerken vertoont ten opzichte van de andere Ronden. Dat de Ronde tijdens de Eerste Wereldoorlog noodgedwongen op velodrooms moest georganiseerd worden was een gevolg van de Duitse bezetting en dus een geval van overmacht. Maar er spelen ook nog andere zaken een rol.
Zoals eerder in dit artikel vermeld, was van uit juridisch perspectief de Ronde van Vlaanderen als organisatie en als merk de intellectuele eigendom van het management van Sportwereld. Leon Van Den Haute was, als directeur van Sportwereld stichter en eigenaar van de Ronde, de enige die bij machte was om de wielerwedstrijd op de velodroom van Evergem de toelating te geven om de merknaam Ronde van Vlaanderen te gebruiken. Bijgevolg kan de beslissing over de authenticiteit van de Ronde van Vlaanderen in 1915 eveneens enkel door hem genomen worden.
Artikel 2025 © Filip Walenta
Project Karelvanwijnendaele.be
Volledig artikel met bronvermelding op aanvraag via het contactformulier.