COURSES D'OBSTACLES: STEEPLECHASE MET VELOCIPEDEN (1868-1870)
COURSES D'OBSTACLES: STEEPLECHASE MET VELOCIPEDEN (1868-1870)
Inleiding
Het ontstaan van het veldrijden gaat naar verluid terug naar het einde van de negentiende eeuw. Kort na de eeuwwisseling introduceerde de Franse militair Daniel Gousseau de cyclocross als een volwaardige wielerdiscipline in de Union Vélocipedique Française (UVF) en tijdens het najaar van 1901 werden de eerste officiële veldritwedstrijden georganiseerd. Maar recent onderzoek toont aan dat meer dan dertig jaar voordien tijdens de opkomst van de velocipede ook al een soort veldritcompetities georganiseerd werden die nauw in verband staan met een specifieke paardensportdiscipline, de steeplechase.
Courses d'obstacles
Dankzij de digitale ontsluiting van oude Franse dagbladen zijn er meerdere krantenartikels en afbeeldingen opgedoken die aantonen dat er enkele maanden na de eerste wielercompetities in Parijs ook courses d’obstacles georganiseerd werden, een soort van steeplechase wedstrijden met velocipeden. De wielercompetities werden toen nog duidelijk door de paardenrensport geïnspireerd. Vanaf het najaar van 1868 werden werden trouwens dikwijls wielerwedstrijden in de hippodromen georganiseerd als een soort van ludiek tussenspel tijdens de paardenwedrennen. Bij de courses d’obstacles werd hetzelfde parcours gebruikt als die van de steeplechases en werden dus onderbroken door meerdere obstakels. De obstakels werden op een min of meer regelmatige afstand van elkaar geplaatst en bestonden uit horden, een hindernis van gekantelde planken (zie afbeelding) of opgehoogde aarde van ongeveer één meter hoogte die men de Ierse muur of bank noemde, een stuk omgeploegde aarde en een gracht.
In een latere fase werden deze wedstrijden ook buiten de hippodrooms betwist. De Franse krant l’Illustration van 21 augustus 1869 meldde dat “de velocipede wedstrijden rivaliseren met die in de hippodromen door wedstrijden met obstakels te organizeren zoals u kunt zien op de afbeelding”.
Een ‘course d’obstacle’ in de hippodroom van Levallois nabij Paris.
Bij wedstrijden op openbare wegen en plaatsen was er meestal een keerpunt voorzien halverwege het parcours. Wielerwedstrijden met een geaccidenteerd parcours en verschillende hindernissen op een (gesloten) off road circuit zijn vandaag beter bekend als cyclocrosswedstrijden. Sommige van die obstakels lijken met enige verbeelding zelfs sterk op die in het huidige veldrijden. De muur van gekantelde planken zijn vervangen door de dwarsbalken en de passage door het stuk omgeploegde aarde is nu een zandstrook. Maar
In 1869 gingen in België een vijftal courses d’obstacles door die grotendeels in het kader van gemeentelijke feesten georganiseerd werden met meerdere wielerwedstrijden op het programma.
Na het debacle van de afgelaste wielerwedstijden twee weken voordien op Paasmaandag werd op zondag 11 april 1869 een tweede poging ondernomen op de Gentse Begijnhoflaan nabij het Rabot. Onder de meerdere wielerwedstrijden met twee- en driewielige velocipeden was er ook voor het eerst een ‘loop met hinderpalen’ of course d’obstacles gepland.
Halverwege mei 1869 werd in de pers aangekondigd dat de gemeente Ukkel was overgegaan tot de aankoop van een terrein om er een nieuw gemeentehuis op te bouwen. Naar aanleiding van de officiële overname van het terrein werd op zondag 30 mei door het gemeentebestuur op het Jean Van Der Elstplein een volksfeest georganiseerd met enkele attracties waaronder velocipedenwedstrijden. De derde wedstrijd van de dag, een course d’obstacles, werd wel ontsierd door enkele valpartijen zonder veel erg.
Na de succesvolle gemeentefeesten in Brussel met de allereerste wielerwedstrijden op Belgische bodem in 1868 had het gemeentelijk feestcomité beslist om deze opnieuw te laten doorgaan. In tegenstelling tot de vorige editie werden op vraag van de plaatselijke middenstand de feestelijkheden verdeeld over de binnenstad en het Champ des Manoeuvres. Op de openingsdag van de gemeentelijke feesten, zondag 18 juli 1869, waren op de Schaarbeekse Antwerpse Steenweg een zestal wielerwedstrijden gepland. Een massa volk en een gebrek aan ordediensten zorgden voor gevaarlijke toestanden op het parcours waardoor de wedstrijden een week uitgesteld werden. Tijdens de tweede poging een week later werd een course d’obstacles over een parcours van 1400 meter met 12 hindernissen gereden. Johnson toonde zich hier de sterkste renner voor Arthur of Charles Etienne, zonen van een Brussels sigarenfabrikant en stichters van de Véloce Club Bruxellois.
De vierde course d’obstacles vond plaats tijdens de gemeentelijke feesten van Huy op 8 augustus 1869. Na de wedstrijden snelheid, traagheid, voor jongeren en dames werd het wielerevenement afgesloten met een koers met hinderpalen over een afstand van 1100 meter.
De laatste course d’obstacles van 1869 ging door op 20 september in Luik, terug ter gelegenheid van de lokale gemeentefeesten. Er werd een parcours vastgelegd op de Quai St. Leonard van 1700 meter met hindernissen zoals een Ierse muur en een zandbak. Ook hier won de Brusselse Arthur Etienne de laatste wedstrijd van de dag voor Luikenaar E. Renard.
In het daaropvolgende jaar werden slechts drie courses d’obstacles georganiseerd: in Charleroi en Namur in juli en in Brugge in augustus.
De affiche van de eerste velocipedewedstrijden
op de Begijnhoflaan in Gent op 11 april 1869.
Het plotse verdwijnen van de courses d’obstacles
De eerste wielerwedstrijden kenden een enorm succes en brachten duizenden toeschouwers van allerlei slag op de been. Voorheen dacht men dat het onmogelijk was dat een mens op een frame met twee wielen in lijn het evenwicht kon houden en zich kon voortbewegen zonder te vallen, laat staan om er een parcours met allerlei soorten hindernissen mee af te werken. De koersen werden als een soort circusact beschouwd met de wielrenners als geoefende acrobaten. In ieder geval, een tweetal jaren na de eerste koersen was de magie over en verloor het wielrennen haar populariteit, ook de courses d’obstacles. Het aantal wedstrijden liep sterk terug en voor het eerst werden velocipeden in openbare veilinghuizen te koop aangeboden. In 1875 werd er in Brussel zelfs een wielerkoers afgelast bij gebrek aan deelnemers. Deze sterke terugval was echter te wijten aan meerdere oorzaken.
Ten eerste ondervond men dat de velocipeden met een groter voorwiel comfortabeler reden en minder onderhevig waren aan schokken bij het rijden op een hobbelig parcours, en ook dat men er hogere snelheden mee kon bereiken dan de fietsen met een kleiner voorwiel. Daardoor veranderde reeds van bij de eerste wielercompetities de vorm van de velocipede quasi voortdurend. Het voorwiel werd steeds groter terwijl het achterwiel verkleinde: hoe groter het voorwiel, hoe groter de afgelegde afstand per pedaalomwenteling, dus hoe hoger de mogelijke maximumsnelheid. Vanaf 1869 werden de snelheidsraces soms onderverdeeld in categorieën op basis van de grootte van het voorwiel en werden er wielerwedstrijden met een handicap -een term en een reglement dat niet toevallig ook al ontleend was uit de paardensport- geïntroduceerd.
Een wielrenner verkleed als een jockey op een competitieve 1869 Michaux velocipede met een groter voorwiel en de eerste remmen op het achterwiel (Louis Baudry de Saunier, Le Cyclisme théorique et pratique).
Een tweede en belangrijker reden die de groei van de wielersport in het algemeen fel afremde was het uitbreken van de Frans-Pruisische oorlog. Toen in de vroege lente van 1871 de Frans-Pruisische oorlog na meer dan een half jaar gevechten beslecht werd in het voordeel van het pas opgerichte Duitse Keizerrijk, werden de Parijse wielerateliers ingenomen en het staal in beslag genomen voor militaire doeleinden. Noord-Frankrijk en de hoofdstad werden nog drie jaar bezet door Duitse troepen tot het land haar oorlogsschatting van vijf miljard goudfranken had afbetaald. De productieprocessen van de wielerindustrie werden abrupt stilgelegd en de jonge Franse fietsnijverheid die zich grotendeels had gecentraliseerd in Parijs stortte als een kaartenhuisje in elkaar. De fietsnijverheid verplaatste zich geleidelijk naar de Britse industriesteden waardoor pas halverwege de jaren zeventig van de negentiende eeuw de wielerindustrie opnieuw tot volle ontwikkeling kwam.
Artikel 2024 @ Filip Walenta
Project Karelvanwijnendaele.be
Volledig artikel met annotaties op aanvraag via het contactformulier.