DE ROOTS VAN DE RONDE VAN VLAANDEREN: CAFE AU REPOS DES CYCLISTES (1908)
DE ROOTS VAN DE RONDE VAN VLAANDEREN: CAFE AU REPOS DES CYCLISTES (1908)
Inleiding
Over de eerste Ronden van Vlaanderen voor professionele renners die net voor en na de Eerste Wereldoorlog georganiseerd werden, hangt een mythische waas van geheimzinnigheid.
De geschiedenis van de naam en de directe aanleiding voor de organisatie van de Ronde worden in het artikel ‘De Wereldtentoonstelling en de roots van de Ronde van Vlaanderen’ uitvoerig beschreven. Daaruit blijkt dat de naam ‘Ronde van Vlaanderen’ reeds in 1908 gebruikt werd en dat de eerste Ronde georganiseerd werd naar aanleiding van de Wereldtentoonstelling van 1913 in Gent. Een ander aspect waarover al heel wat gepalaverd werd is de exacte startplaats van de eerste Ronde. Volgens de ene bron vond die plaats aan de noordelijke Gentse rand terwijl volgens anderen de Korenmarkt als strijdtoneel wordt aangevoerd.
Café Au Repos des Cyclistes
Frans Demeunynck, een Gentse fietsenmaker die in de Phoenixstraat 74 woonde, diende op 5 oktober 1908 een schriftelijke aanvraag in bij het Gentse schepencollege voor het bouwen van een woonhuis en aanpalend atelier op de hoek van de Rooigemlaan en Brugsesteenweg. Het braakliggend terrein was eigendom van de Stad Gent dat hij had aangekocht voor de som van 3540 Belgische frank. De brief was vergezeld van het grondplan en de plannen van de voorgevel. Op de hoek zou een café uitgebaat worden terwijl het wieleratelier zich ernaast op de Rooigemlaan bevond (zie afbeelding).
Plan van de voorgevel met de voordeur op de hoek en rechts het atelier (Stadsarchief Gent)
Het gebouw werd snel opgetrokken en kreeg de naam Café Au Repos des Cyclistes. De in april 1909 opgerichte Ghent Bicycle Club sloot zich in augustus aan bij de Belgische Wielrijdersbond en koos het wielercafé als clublokaal met Demeunynck als schatbewaarder. Al vlug profileerden de Ghent Bicycle Club en het café-atelier van Demeunynck zich binnen het wielermilieu. Ze begonnen wedstrijden in te richten en hun lokaal werd een uitvalsbasis en controlepost voor meerdere wielerevenementen.
De Ronde van Vlaanderen
Het Café Au Repos des Cyclistes fungeerde ook regelmatig als vaste controle- en bevoorradingsplaats voor de wielrenners tijdens grote rittenkoersen zoals de Ronde van België. Maar de belangrijkste opdracht voor Demeunynck en zijn wielercafé zou zich afspelen in het voorjaar van 1913.
Op 10 februari 1913 verscheen in Sportwereld een artikel met een belangrijke wijziging in de wielerkalender, de krant zou op zondag 25 mei de Omloop van Vlaanderen voor beroepsrenners organiseren. Enkele weken later werden de eerste verwijzingen over de startplaats aangekondigd: de eerste Ronde van Vlaanderen zou starten op de Rooigemlaan. En naarmate de wedstrijd naderde werden er steeds meer details vrijgegeven. In de vrijdageditie van 4 april 1913 stond de volgende tekst:
“Heden willen wij 'n woordjen zeggen over den aanzet. Onze lezers hebben al gezien dat het vertrek te Gent, op de Rooigemlaan zal gegeven worden, rechtover het huis van den gekenden sportman, Frans Demeunynck. Al wie den heer Demeunynck kent weet genoeg dat alles op wielkes zal loopen en dat 'Sportwereld' geene betere keus kon doen. De rijders zullen daar thuis zijn en niets te kort hebben; de ordedienst zal onberispelijk ingericht worden en de deelnemers zullen niet moeten vreezen in den aanzet gehinderd te worden. Op nen afstand van 150 meters zal de baan afgespannen worden met sterke reepen en buiten de verzorgers, rijders en inrichters zal niemand binnen de omheining toegelaten worden.
Wat meer is, de heer Demeunynck heeft vele slaapkamers waar de renners, aan zeer matige prijzen, zullen kunnen vernachten, alsook een overgroot werkhuis waar de auto's, die den koers gaan volgen, gemakkelijk kunnen geplaatst worden. Om al die voordeelen kozen wij de Rooigemlaan, en wij zijn overtuigd dat alleman onze handelswijze zal bijtreden. Langs de 'boulevards' zullen de renners in dolle vaart buiten stad trekken en de talrijke sportmannen die de baanduivels aan 't werk willen zien, zullen geen uur ver moeten rijden.
Het vertrek zal om 5 ure 's morgens gegeven worden, want wij willen de eersten rond den vieren in de velodrom van Mariakerke doen aankomen.” [10]
Aankondiging van de aansluiting en de samenstelling van het bestuur van de Ghent Bicycle Club in het bondsmagazine.
In artikel 5 van het wedstrijdreglement stond dat "... De koers zal geschieden op gelooden machienen. In geval van erge braak zullen de rijders de noodige herstellingen mogen doen, 't zij van wiel, keten, guidon, zadel, pedalen enz., doch het veranderen van rijwiel is verboden." De verzegeling van de fietsen gebeurde in het wieleratelier door koersdirecteur Karel Van Wijnendaele en Demeunynck op zaterdagnamiddag terwijl de eerste nieuwsgierige toeschouwers een glimp van de wielervedetten probeerden op te vangen. Op zondagochtend werden in het café van 5 tot 6 uur de wedstrijdnummers uitgedeeld terwijl het volk talrijk toestroomde. De leden van de Ghent Bicycle Club zullen ongetwijfeld hun steentje bijgedragen hebben in gans het evenement. Waarschijnlijk hielpen ze mee aan de voorbereidingen en vervulden zij de rol van ordedienst aan de start op de Rooigemlaan waar een strook van honderd vijftig meter was afgezet om te voorkomen dat de talrijk opgekomen menigte de deelnemers en de medewerkers zou hinderen. Om 06u15 klonk in het bijzijn van "een echte menschenzee op de Rooigemlaan" plots een schot en het peloton zette zich onder begeleiding van drie volgwagens in beweging richting het Citadelpark en de Dampoort.
‘Heeren, vertrekt!’
Het legendarische verhaal van op de Koornmarkt waarbij Karel Van Wijnendaele op een stoel staande de renners op 25 mei 1913 toeriep ‘Heeren, vertrekt!’ mag hiermee dus naar het rijk der fabelen verwezen worden. Alhoewel dit echter niet betekent dat het voorval nooit heeft plaats gehad en dat de Gentse binnenstad nooit betrokken raakte in de geschiedenis van de Ronde.
Vandaag kennen alle wedstrijden twee startplaatsen. Eerst is er een samenkomst op een ceremoniële startplaats waar de renners de administratieve formaliteiten moeten vervullen, aan de toeschouwers voorgesteld worden en eventueel nog geïnterviewd worden door radio- en tv-reporters of journalisten. Dan brengt de wagen van de koersleiding het peloton naar de officiële startplaats waar de koers mag losbarsten. Waarschijnlijk bestond dit gebruik nog niet of kregen de organisatoren geen toelating van de Stad Gent om door het centrum te rijden. Daarom bevonden de beide startplaatsen van 1913 en 1914 zich aan de zaak van Frans Demeunynck.
Op 23 maart 1919, amper vier maanden na de Wapenstilstand, ging de derde Ronde van start. De ceremoniële start van de Ronde bevond zich op de Botermarkt rechtover het stadhuis ter hoogte van Café Sportwereld waar de administratieve controle van de renners gebeurde. De zaakvoerder van het café, Albert Carlier, was tevens een medewerker van Sportwereld en beheerder van de velodroom van ’t Arsenaal te Gentbrugge, waar de Ronde toen finishte. [15]
De start van de Ronde in 1923 op de Brugsesteenweg in de richting van Mariakerkebrug ter hoogte van het
Maurice Claeysplein (zie het spandoek op de achtergrond).
Koersdirecteur Karel Van Wijnendaele rechtstaand in de volgwagen leidt het peloton naar de wedstrijdstart op de Brugsevaart .
(Foto: Luc Fortie, Marka)
Van 1920 tot 1923 werden de namen van de deelnemers gecontroleerd en de rugnummers uitgedeeld in het Hotel Continental aan het Sint-Pietersstation en van 1924 tot 1926 in het Hotel des Milles Colonnes op de hoek van het Woodrow Wilsonplein. Van 1927 tot 1932 was de Korenmarkt uitverkoren waar voormalig wielrenner en Lovendegemnaar Pierre 'Pier' Vandevelde Café Rotterdam uitbaatte. Aangezien de directeur van Sportwereld, Leon Van Den Haute, tot aan zijn dood in februari 1931 meestal de de honneurs van de protocollaire start waarnam, kan de beruchte ‘Heren Vertrekt’ scene van Karel Van Wijnendaele enkel dateren uit deze periode, dus bijna vijftien jaar na de eerste Ronde.
Van het Gentse stadscentrum reed men in gesloten peloton achter de volgwagen van de koersdirectie naar de wedstrijdstart. Tijdens de jaren twintig en dertig bevond die zich op de Brugsevaart, behalve in 1920 en 1921, toen werd die georganiseerd op de Kortrijksesteenweg voorbij de Sterre. Aan het café van Demeunynck werd halt gehouden en na een laatste controle van de renners werd het peloton naar de Brugsevaart begeleid waar de wedstrijd op gang werd gevlagd. Later werd de controle één kilometer verder op de Brugsesteenweg verplaatst op de grens van Gent en Mariakerke ter hoogte van Café De Sportman (zie foto).
Tot 1976 zou de start nog meerdere keren verplaatst worden en bleef de Gentse binnenstad de vaste uitvalsbasis van Vlaanderens mooiste. Ook het parcours zou nog ettelijke keren veranderd worden. Naarmate de kwaliteit van de verkeersinfrastructuur verbeterde zocht men meer en meer de kleinere wegen op en om de koers moeilijker te maken nam het aantal hellingen gestaag toe, waardoor de Vlaamse Ardennen het sportief centrum werd van de Ronde.
Café Au Repos des Cyclistes, heden Café De Kroon,
op de hoek van de Brugsesteenweg en Rooigemlaan
aan de Gentse stadsring.
Conclusie
De wielerzaak van Frans Demeunynck en zijn Café Au Repos des Cyclistes in het bijzonder waren zeer belangrijke schakels in de ontwikkeling van de wielercultuur in de omgeving van Gent, en ze namen voorname plaatsen in bij de voorgeschiedenis en de organisatie van de eerste Ronde(n) van Vlaanderen. Het cafe en het fietsatelier waren het logistieke en administratieve centrum van het gehele startgebeuren. En de Ghent Bicycle Club werkte mee aan de organisatie van het vertrekpunt van de bekendste Vlaamse wielerklassieker.
Sinds de jaren twintig werden de start en het parcours van de Ronde regelmatig veranderd. Hierdoor kwam het historisch belang van de zaak van Demeunynck tijdens de eerste edities meer en meer op de achtergrond. Geleidelijk werd de vroege geschiedenis van Vlaanderens bekendste klassieker totaal vergeten. De overgebleven historisch gekende fragmenten werden uit hun context getrokken en raakten met elkaar verstrengeld. Door speculatie, betweterigheid tot zelfs persoonlijke mediageilheid werden nieuwe verhalen verzonnen en met een saus van mystiek overgoten. Sommige van die verhalen begonnen een eigen leven te leiden, terwijl de historische feiten uit het collectief geheugen gewist werden, ... tot nu.
Het Café Au Repos des Cyclistes en de Ghent Bicycle Club raakten in de vergetelheid, maar het gebouw heeft de tand des tijds overleefd. Het architecturale erfgoed van de eerste Ronde(n) van Vlaanderen staat onder de naam van Café De Kroon op de hoek van de Rooigemlaan en Brugsesteenweg stil te wachten om haar rijk sporthistorische verleden te onthullen.
Artikel 2022 @ Filip Walenta
Project Karelvanwijnendaele.be
Volledig artikel met bronvermelding op aanvraag via het contactformulier.