In 2021 heeft Willem elke maand een Big Day in het Fochteloërveen gedaan. In februari, maart en mei ben ik (een deel) van de dag meegegaan. Omdat ik dit jaar niet bezig ben met een Big Year sta ik veel minder onder druk van zeldzame soorten of goeie trekomstandigheden dus hebben we het idee opgevat om elke maand (zolang het leuk blijft) een Big Day in het Fochteloërveen én een Big Day in het Lauwersmeer te doen. Vandaag stond het Fochteloërveen op het programma. Qua weer beloofde het een droge en vrij windstille dag te worden. Er was wel kans op mist en ook zouden we de zon amper gaan zien, maar de combinatie van een voor januari redelijk milde temperatuur met weinig wind zorgt voor een aangename gevoelstemperatuur. Het eerste doel was om ons gezamenlijke aantal van 78 van februari 2021 verbeteren. Het einddoel was echter het aantal van 88 soorten dat Willem haalde op 26-01-2021. Daar zaten echter zoveel bonussen bij dat het een bijna onmogelijke opgave ging worden.
Om 8:15 sta ik bij Willem voor de deur in Veenhuizen. In eerste instantie lopen we een rondje door het dorp en noteren alvast de volgende soorten:
1. Merel
2. Sijs
3. Roodborst
4. Pimpelmees
5. Kauw
6. Huismus
7. Vink
8. Kolgans
9. Koperwiek
10. Koolmees
11. Zwarte Kraai
12. Keep
13. Boomkruiper
14. Goudhaan
15. Boomklever
16. Aalscholver
17. Roek
18. Houtduif
19. Heggenmus
20. Gaai
21. Spreeuw
22. Appelvink
23. Toendrarietgans
24. Winterkoning
25. Grote Bonte Specht
Daarna stappen we op de fiets om het Bankenbos uit te kammen. De eerste stop is de grote sluis voor de Waterspreeuw. Daarna fietsen we helemaal naar achteren, waar twee plassen liggen die vooral wat later in het jaar goed zijn voor bijvoorbeeld Scholekster, Oeverloper en Kleine Plevier. Daarna doen we het Esmeer en de nabij gelegen uitkijktoren. Dan fietsen we via de gevangenis weer terug naar Veenhuizen. We weten de volgende soorten te zien:
26. Glanskop
27. Kuifmees
28. Vuurgoudhaan
29. Staartmees (heel veel vandaag, opvallend aanwezig op vele plekken)
30. Wilde Eens
31. Waterspreeuw
32. IJsvogel (eerst alleen door mij bij de waterspreeuw, daar wegvliegend. Door Willem nog 1 bij het Esmeer)
33. Grote Lijster (3 foeragerend op een akker)
34. Kruisbek
35. Buizerd
36. Blauwe Reiger
37. Zwarte Mees
38. Grauwe Gans
39. Grote Zilverreiger
40. Holenduif
41. Stormmeeuw
42. Krakeend
43. Kuifeend
44. Wintertaling
45. Tafeleend
46. Zwarte Specht
47. Graspieper
48. Brilduiker
49. Rietgors
50. Matkop
51. Groene Specht
Vervolgens ruilen we de fiets in voor de auto. We zijn het fietsen wel zat en de te bezoeken gebieden in het Friese deel liggen wat verder uit elkaar. We beginnen bij de sluis waar Grote Gele Kwikstaart elk jaar broedt, Daarna doen we de Weperpolder aan en het plas-dras gebied achter het informatiecentrum. We lopen even het fietspad op en checken de akkers op de 80-bunder.
52. Waterhoen
53. Houtsnip
54. Kokmeeuw (1 tussen Stormmeeuwen, maar later nog een hele groep bij de zandwinplas)
55. Kievit
56. Klapekster (scherp opgepikt door Willem die de vogel al van ver over het veen aan zag komen vliegen)
57. Brandgans
58. Slobeend
59. Smient
60. Kramsvogel
61. Wilde Zwaan (wellicht het broedpaar met 4 groot geworden jongen!)
62. Meerkoet
63. Knobbelzwaan
64. Waterral
65. Pontische Meeuw (adult overvliegend)
66. Waterpieper
67. Zanglijster
68. Torenvalk
69. Blauwe Kiekendief
70. Kraanvogel
71. Pijlstaart
De 70 aangetikt en we moeten nog de polders bij Ravenswoud, de compagnonsbossen en de zandwinplas. We moeten nog wat 'makkelijke' soorten als Geelgors, Groenling, Putter, Raaf, Ringmus, Fuut etcetera. Ook gaan we nog een moedige poging doen voor de altijd lastige Ekster door alle akkers richting Smilde af te zoeken (waar Ekster in maart 2021 wel lukte).
72. Fuut
73. Kleine Rietgans (1 tussen Toendras tijdens de zoektocht naar Ekster)
74. Geelgors
75. Groenling
76. Smelleken (mannetje in struikje tussen de akkers)
77. Raaf (2 overvliegend met beiden een volledige maiskolf in de snavel)
78. Sperwer
79. Ringmus
Ons doel om ons gezamenlijke aantal van februari 2021 te verbeteren is gelukt met 1 soort. Bosuil lukt op het laatste toch niet meer en ook kunnen we nergens putters of een Goudvink vinden. Ook laten Turkse Tortel en Ekster het weer volledig afweten en lukt Havik weer eens niet. Goede januarisoorten voor het Fochteloërveen zoals Baardmannetje, Witte Kwikstaart, Ooievaar, Veldleeuwerik en Roodborsttapuit schitterden in afwezigheid. Daarentegen leuke bonussen als Waterspreeuw, IJsvogel, Houtsnip, Pontische Meeuw en Smelleken.
Amper twee weken na de eerste Big Day van dit jaar staat de tweede alweer op het programma. Ditmaal gaan we het Lauwersmeer in. Het gebied waarbinnen onze Big Days zullen plaatsvinden ziet er globaal zo uit: Het Lauwersmeer, de Marnewaard en Peasens buitendijks. Tevens tellen we ook alles wat we vanuit dit gebied zien, zoals bijvoorbeeld vogels op de Waddenzee.
We hadden de weersvoorspellingen weer in de gaten gehouden op zoek naar een mooie dag. Deze werd echter niet gevonden. Alle dagen van eind januari zagen er grauw uit. Dus besloten we Willem op Willem zijn verjaardag te gaan. Van te voren werd even nagedacht over de route, maar kwamen we toch snel weer tot het standaard Lauwersmeer rondje van Zoutkamp tot de Pomp en Peasens. We hebben om 7:45 afgesproken in Groningen, maar door zijn verjaardagsontbijt met cadeau etc. is Willem de tijd wat vergeten en zo zitten we pas net voor acht uur in de auto. De eerste stop is de Oehoe die al jaren bij de boerderijen tussen Lauwerzijl en Zoutkamp zit. Het blijft een onvoorspelbaar beest, want zoals zovaak kunnen we deze vandaag niet vinden. We hebben echter aan het einde van de dag nog een kans. De volgende stop is een Waterhoentje in Zoutkamp, waarna we Toendrarietganzen proberen te vinden onderweg naar het Jaap Deensgat. Daar stoppen we even aan de weg en doen we ook even het Roodkeelplasje aan.
1. Zwarte Kraai
2. Winterkoning
3. Huismus
4. Keep
5. Aalscholver
6. Stormmeeuw
7. Buizerd
8. Kokmeeuw
9. Spreeuw
10. Blauwe Reiger
11. Houtduif
12. Grauwe Gans
13. Kramsvogel
14. Torenvalk
15. Grote Zilverreiger
16. Wilde Eend
17. Zilvermeeuw
18. Meerkoet
19. Waterhoen
20. Veldleeuwerik
21. Fuut
22. Graspieper
23. Brandgans
24. Wintertaling
25. Grote Mantelmeeuw
26. Bergeend
27. Baardman
28. Waterral
Dan rijden we door via de Vlinderbalg en het Nieuwe Robbengat naar de zuidelijke ingang van de Marnewaard. Hier hebben we als target de Ruigpootbuizerd. November vorig jaar had ik er daar twee en ze worden er nog geregeld gemeld. We staan even raar te kijken als een paartje boterbuikjes (Grote Zaagbekken) komt overgevlogen. Daarna is de Ruigpootbuizerd snel binnen. We lopen het bos nog even in en checken de slootjes op Dodaars. We vinden een mooi aantal soorten en besluiten dan snel weer richting de auto te gaan. Opvallend aanwezig vandaag zijn de Goudvinken die we op meerdere plekken tegen komen.
29. Kuifeend
30. Nonnetje
31. Roodborst
32. Putter
33. Vink
34. Merel
35. Zanglijster
36. Grote Zaagbek
37. Ruigpootbuizerd
38. Goudhaan
39. Koolmees
40. Goudvink
41. Pimpelmees
42. Grote Bonte Specht
43. Sperwer
44. Holenduif
45. Heggenmus
46. Koperwiek
47. Boomkruiper
48. Sijs
49. Staartmees
50. Krakeend
51. Gaai
52. Blauwe Kiekendief
Een standaard rondje Robbenoort volgt. In de boom waar vorig jaar altijd Ransuilen in zaten zit nu niks. Er is nog steeds erg veel ontlasting zichtbaar en er liggen nog veel braakballen. We vermoeden dat deze sporen niet allemaal maanden oud zijn, maar ondanks onze verwoede pogingen dippen we ook onze tweede uil. Een laatste rondje langs een slootje achter Robbenoort levert nog een verre lachende Groene Specht op (scherp opgemerkt door Willem) en een IJsvogel. Groenling en Appelvink zijn dan de grootste missers.
53. Brilduiker
54. Ekster
55. Kauw
56. IJsvogel
57. Groene Specht
We checken dan even de eerste plas aan de kustweg vanaf de haven bekeken voor de Dodaars die daar altijd wel zit en lopen ook de dijk nog wel even op. In de haven is de Roodhalsfuut dit keer snel gevonden (vorig jaar frustrerend vaak gedipt), maar zijn de Sneeuwgorzen weg, zitten er even geen Paarse Strandlopers, zwemt er geen Eider of Middelste Zaagbek en kunnen we tussen de meeuwen geen Pontische Meeuw of Kleine Mantelmeeuw vinden. We proberen het vanaf de veerhaven nog een keer, waar we ook even genieten van een door Siska gekochte traktatie. Eén van de gemiste soorten lukt hier gelukkig wel.
58. Tafeleend
59. Dodaars
60. Scholekster
61. Steenloper
62. Wulp
63. Roodhalsfuut
64. Tureluur
65. Eider
Een pot pindakaas bij het huisje van de Bantpolder heeft een aantal Ringmussen aangetrokken en in de polder lukt het na wat moeite een Goudplevier te vinden. Iets verderop blijkt een hele groep te lopen dus het speuren naar die ene vogel tussen de Kievitten was totaal overbodig. We zien nog wat eenden die we nog niet hadden, maar een Zwarte Ruiter of Slechtvalk kunnen we niet vinden.
66. Rotgans
67. Kievit
68. Smient
69. Slobeend
70. Pijlstaart
71. Watersnip
72. Ringmus
73. Goudplevier
74. Knobbelzwaan
Tijd om ganzen te kijken. De Rotganzen zitten op dit moment vlakbij Esonstad en bij Stiem en we vinden er een Witbuik- en Zwarte Rotgans tussen. De Keeg rijden we even voorbij want iets zuidelijker zit een Sneeuwgans tussen de Brandganzen.
75. Witbuikrotgans
76. Zwarte Rotgans
77. Kolgans
78. Sneeuwgans
Omdat we dan nog steeds geen Appelvink hebben en ook nog Roek, Raaf en Zeearend moeten besluiten we om toch naar de Pomp te gaan (stond in eerste instantie niet op de planning, omdat de soorten die we daar konden zien ook wel elders konden zien). Bij het inrijden van de weg naar de Pomp zien we een aantal kraaiachtigen in de boom zitten en na even goed kijken weten we een Roek te ontwaren. Bij de Pomp zelf wagen we ons maar weer eens aan het glibberige dijkje, dat dit keer gelukkig redelijk droog is. Snel vliegt een Bruine Kiekendief lang, maar Appelvink horen we niet. Vanaf de uitkijkheuvel blijkt het toch wat te mistig om goed te zoeken naar Zeearend. We blijven een tijdje over het riet speuren in de hoop op een overvliegende Roerdomp als Willem ineens een Raaf hoort. Op dat moment hebben mijn oren zich net gericht op een roepen Zwarte Kraai, waardoor ik de Raaf mis, maar deze roept gelukkig nog enkele malen. We besluiten dan om maar via het bos terug te lopen en hier stikt het van de vogels. Veel Putters, Vinken, lijsters Goudhaantjes en mezen. Opeens zie ik een zwijgzame Appelvink overvliegen die door zijn typische vleugeltekening snel gedetermineerd is. De Appelvink land in een boom en Willem heeft em ook. Groenling is dan nog steeds niet gelukt.
79. Roek
80. Bruine Kiekendief
81. Raaf
82. Waterpieper
83. Appelvink
Dan eindelijk de Keeg. Een paartje Roodborsttapuit zit fijn op het hek, maar Kemphanen zijn onvindbaar. Op noord niet de gehoopte Kleine Zwanen en ook kunnen we hier geen Roerdomp of Zeearend vinden. We rijden dan door Anjum (want die verrekte Turkse Tortels blijven lastig) naar Peasens. Hier klimmen we de dijk op en kijken nog even achter ons of hier dan Turkse Tortels zitten. Snel heb ik twee van die mooie duifjes in beeld en Willem kan snel aanhaken. Buitendijks hebben we nog een mooi aantal targets waarvan Frater en Sneeuwgors snel lukken. We kijken nog even steltjes alsof het zomer is, maar meer dan een Zilverplevier weten we er niet uit te peuteren. Ook blijven de Velduilen stijf op de grond zitten, zitten er geen IJsgorzen, Strandleeuwerikken en Kleine Zilverreigers meer en dus zien we in dat de 100 soorten vandaag niet gehaald gaan worden.
84. Wilde Zwaan
85. Roodborsttapuit
86. Turkse Tortel
87. Oeverpieper
88. Frater
89. Bonte Strandloper
90. Sneeuwgors
91. Zilverplevier
92. Rietgors
Desondanks blijven we doorstrijden voor een zo hoog mogelijk aantal en rijden weer terug richting het Groningse deel alwaar we nog een paar dips proberen glad te strijken. De eerste is Paarse Strandloper. Er zit nu wel een vogel tussen de Steenlopers op één van de steigers. De tweede is Groenling en we proberen het gewoon op een plek waar we er maanden geleden ook eens één hebben gezien, namelijk het paadje tussen Robbenoort en Lauwersoog. Ook dit lukt vrij simpel met zelfs een zangetje. Dan de robbengaten nog eens afkijken voor Kleine Zwaan, maar dit mislukt. Rondom vierhuizen worden de akkers nog afgezocht op Toendrarietgans wat ook mislukt en dan is het tijd voor Oehoe poging twee. We staan er bijna een uur te posten tot het nagenoeg donker is, maar de Oehoe laat zich niet zien. We blijven dan toch steken op 94 soorten.
93. Paarse Strandloper
94. Groenling
In de winter is er in theorie altijd een heleboel mogelijk in het Lauwersmeer. Zo zitten er geregeld wel Geoorde Futen, een Kuifduiker of IJseend, wil er af en toe wel een Middelste Zaagbek in de haven of op de Waddenzee zwemmen en hetzelfde geld voor bijvoorbeeld Zeekoet of Zwarte Zee-eend. Ook verschilt de soortenrijkdom bij Peasens buitendijks nog wel eens met ook regelmatig Strandleeuwerikken, IJsgorzen, Kleine Zilverreiger, Velduilen en soms wat meer overwinterende steltlopersoorten dan nu het geval was. Daarnaast is ook Roodhalsgans of Toendrarietgans niet ondenkbaar. Daarbij hadden we vandaag pech met soorten als Oehoe, Ransuil, Kleine Barmsijs, Vuurgoudhaan, Kleine Zwaan, Slechtvalk, Zeearend (helderder weer had zeker geholpen) en bijvoorbeeld Roerdomp. Grote Lijster, Zwarte Mees, Houtsnip, Bokje, Kleine Mantelmeeuw, Pontische Meeuw en wellicht zelfs een Zwartkopmeeuw of Geelpootmeeuw zullen vast wel ergens gezeten hebben. Dan heb je nog wat van die schaarse overwinteraars als Tjiftjaf en Zwartkop en je ziet dat er op een echte topdag in de winter nog een veel hoger aantal in zit. Vorig jaar waren Willem en ik verheugd dat we in januari in de Top of Holland meer dan 100 soorten haalden. Voor nu is het doel om dat eens in de winter in alleen het Lauwersmeer voor elkaar te krijgen. Daarnaast is 94 soorten ook een mooi richtgetal voor februari.
Nadat Willem en ik in januari twee Big Days hadden hadden gedaan leek het er lange tijd op dat het er in februari niet van zou komen. De dagen met slecht weer bleven elkaar maar opvolgen. Aan het einde van de maand gloorde er een sprankje hoop aan de horizon, maar kon ik op veel dagen niet. Aangezien Jannie de 28e jarig was werd dit in het weekend al met mijn ouders gevierd. Tevens hadden we afgesproken om de 28e bij mijn schoonouders te gaan eten en een taartje bij de koffie te gaan eten. Toch vond Jannie het geen probleem dat ik de 28e overdag zou gaan vogelen dus zo gezegd zo gedaan. De weersvoorspelling bleek met de dag beter te worden en uiteindelijk bleek het een zonovergoten dag te worden. De dag begon met nachtvorst en ook overdag was de wind vrij koud, maar toch konden de handschoenen 's middags uit. We hadden ons echter een beetje verkeken op het tijdstip waarop het licht zou worden. We hadden afgesproken om rond half 8 a 8 uur te beginnen, maar toen ik rond 6:45 uit bed stapte bleek de ochtendschemer al in volle gang.
Aan onze route veranderden we niets en zo begonnen we weer met een rondje door Veenhuizen die dit keer niet veel soeps opleverde. Eksters en Turkse Tortels schitteren nog steeds in afwezigheid. De roestplek van de plaatselijke Bosuil blijft nog steeds een door de Bosuil goed bewaard geheim. De Groene Specht had zich alleen voor mijn aankomst aan Willem laten horen, de Roeken die er in januari zaten waren nu weg en ook de Waterhoentjes zaten er niet.
1. Pimpelmees
2. Heggenmus
3. Koperwiek
4. Merel
5. Koolmees
6. Vink
7. Spreeuw
8. Zanglijster
9. Grote Bonte Specht
10. Appelvink
11. Roodborst
12. Huismus
13. Boomkruiper
14. Vuurgoudhaan
15. Sijs
16. Putter
17. Houtduif
18. Zwarte Kraai
19. Gaai
20. Stormmeeuw
21. Holenduif
22. Boomklever
23. Wilde Eend
24. Kauw
25. Winterkoning
Omdat ik deze keer geen fiets bij me heb besluiten we om direct de weg over te steken en een rondje in het bos te lopen. De Ooievaars zijn weer terug op de nestpaal en dit is de eerste van de zomergasten die we bij kunnen schrijven. Gezien de vele zonneschijn en de wind uit het zuidoosten hopen we er nog meer op te kunnen pikken. In het bos vinden we wat algemene soorten, maar de bonussoorten blijven nog even uit. We moeten nog steeds de schaarse spechten, vinken en mezen.
26. Ooievaar
27. Goudhaan
28. Kuifmees
29. Zwarte Mees
30. Aalscholver
31. Kokmeeuw
32. Blauwe Reiger
De volgende stop is het plas/dras gebied in het uiterste zuidoosten van het gebied. We hopen dat de Scholeksters weer terug zijn uit het waddengebied, maar vinden deze daar niet. Wel merken we de eerste Witte Kwikstaart op. Op het Esmeer zien we weer de inmiddels standaard Brilduikers en horen we een overvliegende Boomleeuwerik. De derde zomergast van de dag. Tijdens het teruglopen naar de auto zien we ineens dat er wat paniek van zangvogels is. We vermoeden dat ergens een rover in de Grove Den moet zitten en na veel speuren zie ik ineens wat zitten. Ik kan zo door de takken heen niet direct zien wat het is, maar mijn eerste gedachte is nog een duif. Ik besluit een foto te maken en op het beeldscherm in te zoomen. Het blijkt toch een uil te zijn. Even maakt mijn hart een sprongetje: een uil in een den met alarmerende mezen. Zo hadden we ons altijd al ingebeeld om een Dwerguil te vinden. We worden al snel weer uit onze droom ontwaakt als we zien dat de vogel veel te vors is voor een Dwerguil. Gezien de gedrongen houding en de kleur van de vogel denken we in eerste instantie aan een grijze vorm Bosuil, maar als ik later de foto deel in de appgroep met vrienden merkt Robert direct op dat het een Ransuil is.
33. Grote Zilverreiger
34. Buizerd
35. Witte Kwikstaart
36. Grauwe Gans
37. Geelgors
38. Staartmees
39. Kievit
40. Blauwe Kiekendief
41. Grote Lijster
42. Krakeend
43. Rietgors
44. Kleine Barmsijs
45. Brilduiker
46. Wintertaling
47. Kuifeend
48. Raaf
49. Boomleeuwerik
50. Kruisbek
51. Ransuil
Na het Esmeer doen we altijd de uitkijktoren ten noorden van het Esmeer aan, alwaar je uitkijkt over het plas/dras gebied waar we eerder wel soorten als Zomertaling en Roodhalsfuut hebben gezien. Op het pad ernaartoe zien we een Kramsvogel waarmee we de te verwachten lijsters compleet hebben. Ook horen we na elkaar een Groene Specht lachen en een Zwarte Specht roepen. Vanuit de Toren horen we ook Waterrallen roepen en na wat eten en drinken besluiten we weer terug te lopen. Willem ziet wat zangvogels op een akker scharrelen en in eerste instantie vliegt een wat forsere vogel op tussen de Graspiepers en in eerste instantie denken we aan een Veldleeuwerik. De vogel heeft echter geen witte achterrand aan de vleugels dus een Veldleeuwerik kan het niet zijn. Direct erna vliegt er wel een Veldleeuwerik op en we zien dat deze minder fors is dan de vogel die we hiervoor in beeld hadden. Samen vliegen ze verder en duidelijk is dat de voorste toch echt een stukje forser is. De volgende gedachten is een lijster, maar de vogel jizzt meer als een leeuwerik en ook is de buik egaal licht en zonder de spikkels die je van een Zang- of Grote Lijster mag verwachten. Onder het motto: "hoop op niks, verwacht alles" gaat mijn volgende gedachte uit naar Bergkalanderleeuwerik en dit spreek ik dan ook uit naar Willem. Ik ben de beide vogels echter achter wat boomstammen kwijtgeraakt en hoop dat we de vogels verderop weer op het veld kunnen vinden. Helaas lukt dit niet. We vinden alleen nog twee extra Witte Kwikstaarten.
52. Zilvermeeuw
53. Kramvogels
54. Groene Specht
55. Zwarte Specht
56. Meerkoet
57. Graspieper
58. Kraanvogel
59. Fuut
60. Waterral
61. Veldleeuwerik
Vervolgens gaan we op verschillende plekken langs de Kolonievaart zoeken naar Grote Gele Kwikstaart, Waterspreeuw en IJsvogel. Verder doen we ook de plek aan waar we in Januari Houtsnip vonden. De Waterspreeuw lijkt helaas na maanden het Fochteloërveen te hebben verlaten. Ook de IJsvogel die er vorige maand zat kunnen we niet vinden en hoe we ook zoeken we missen voor de tweede maand op rij de Grote Gele Kwikstaart. Het blijven toch lastige rakkers als ze niet aan het nest gebonden zijn.
62. Glanskop
63. Houtsnip
Na het Drentse deel te hebben gehad gaan we nu de Friese kant op. Altijd een mooi punt is het plas/dras gebied aan de westkant van het gebied. Hier hadden we de vorige keer de familie Wilde Zwaan en Willem had er in januari 2021 veel goede soorten als IJsvogel, Baardman en Roodborsttapuit. Dit keer is het wat karig, maar scoren we wel een roepende Tjiftjaf. We hopen dat we nog een zingende vogel horen, maar daar zal het, ondanks het zonnige weer nog wel te koud voor zijn.
64. Kolgans
65. Slobeend
66. Brandgans
67. Smient
68. Tjiftjaf
69. Waterhoen
70. Sperwer
Dan weer terug naar de Weperpolder. Willem vind weer scherp een Klapekster, maar we merken dat het grote sprokkelen begonnen is. Dodaars mislukt en in de plas op de hoek vinden we ook geen Tafeleend of Pijlstaart. Een mooie bonus zijn de door Willem opgepikte Zeearenden. Ze vliegen ontzettend ver, maar zijn gelukkig ook ontzettend groot. Ik weet er zelfs wat bewijspixels uit te peuteren. We lopen dan het pad achter de natuurmonumentenschuur af en scoren tussen de vele Graspiepers ook een Waterpieper. Hier helaas ook geen zwanen of eenden die we nog niet eerder hadden gezien.
71. Klapekster
72. Zeearend
73. Waterpieper
74. Torenvalk
Ook de plas naast het fietspad herbergt geen nieuwe eenden, maar op de 80 bunder is het jackpot. Op de akkers scharrelen tussen de vele Kieviten ook aanzienlijk wat Goudplevieren. Een erg goede soort voor het veen. Aan de andere kant zien we nu wel zwanen zwemmen en dit blijken twee Knobbelzwanen en vier Wilde Zwanen. Willem ziet ineens toch twee Scholeksters zitten en ik weet er een Toendrarietgans uit te peuteren (nergens meer een groep rietganzen in het veen). Iets verderop zwemt ook een groep Pijlstaarten en zeven Tafeleenden. Dat ging ineens lekker hard.
75. Goudplevier
76. Knobbelzwaan
77. Wilde Zwaan
78. Scholekster
79. Toendrarietgans
80. Pijlstaart
81. Tafeleend
Dan weer even langs traditiegetrouw de laatste 'gegarandeerde' soort van de dag: de Ringmussen bij het huis in het bos. Willem hoort op een gegeven moment een Goudvink. Ik spits mijn oren nog wat meer, maar weet alleen een Keep op te pikken die Willem dan weer mist. We blijven gespitst en de Keep komt nog een keer over gevlogen. We besluiten om dan nog maar een flinke wandeling door het bos te maken op zoek naar die Goudvink. We komen na een stuk lopen eerst een ondergelopen pad tegen en even later blijkt dat we een doodlopend pad zijn ingelopen. We wandelen het hele stuk dus maar weer terug en klagen nog eens over de ontelbare roepende en zingende Sijzen van de dag die alles lijken te overstemmen. Daarna rijden we een stuk richting Smilde en op één van de akkers scharrelt een groep Roeken. Als we dan richting het Ravenswoud rijden horen we nog een Roodborsttapuit roepen. Een laatste ronde door het Ravenswoud levert ons geen nieuwe soorten meer op, maar leuk is dat we een Raaf op het nest zien zitten. Mooi dat het nest de storm heeft overleefd en voor het zoveelste jaar op rij gebruikt kan worden. Ook laat het paartje Zwarte Specht zich weer zien. Uiteindelijk precies op de 85 soorten uitgekomen die we vooraf als target hadden gesteld. Toch hebben we ook het gevoel dat we toch best wel veel te verwachten soorten hebben laten liggen. In ieder geval is het een flinke verbetering van het aantal van vorig jaar.
82. Ringmus
83. Keep
84. Roek
85. Roodborsttapuit
Soorten die we in januari niet hebben gezien:
Ooievaar
Witte Kwikstaart
Kleine Barmsijs
Boomleeuwerik
Ransuil
Zilvermeeuw
Veldleeuwerik
Zeearend
Goudplevier
Scholekster
Roodborsttapuit
Soorten die we in Januari wel hebben gezien, maar nu niet
Waterspreeuw
IJsvogel
Matkop
Pontische Meeuw
Groenling
Smelleken