09/11 - Kerkwijding van de basiliek van Lateranen

 1) Openingsvers Heer, open mijn lippen. En mijn mond zal uw lof verkondigen. 2) Uitnodiging Refr.: Christus die zijn Kerk bemint, komt, laat ons Hem aanbidden.Komt, laat ons de Heer met gejubel begroeten,juichen wij toe de Rots van ons heil.Laat ons verschijnen voor Hem met een lofzang,Hem met liederen eren. Refr.: Christus die zijn Kerk bemint, komt, laat ons Hem aanbidden.Een machtige God immers is de Heer,koning is Hij over alle goden.De aarde ligt uitgespreid in zijn hand, +aan Hem behoren de toppen der bergen.De zee is van Hem, Hij heeft haar gemaakt  +zo goed als het land door zijn handen gevormd. Refr.: Christus die zijn Kerk bemint, komt, laat ons Hem aanbidden.Komt, werpen wij ons aanbiddend ter aarde,knielen wij neer voor Hem die ons schiep.Hij is onze God en wij zijn volk,Hij is de herder en wij zijn kudde. Refr.: Christus die zijn Kerk bemint, komt, laat ons Hem aanbidden.Luistert heden dan naar zijn stem. +“Weest niet halsstarrig als eens in Meriba,zoals in Massa in de woestijn;waar uw vaderen Mij wilden tartenofschoon zij mijn daden hadden gezien.” Refr.: Christus die zijn Kerk bemint, komt, laat ons Hem aanbidden. “Veertig jaar stond dit volk mij tegen;Ik sprak: ze zijn toch een dolend volk +zij kennen mijn wegen niet.Daarom heb Ik in mijn gramschap gezworen:nimmer vinden zij rust bij Mij.” Refr.: Christus die zijn Kerk bemint, komt, laat ons Hem aanbidden.Eer aan de Vader en de Zoonen de heilige Geest.Zoals het was in het begin en nu en altijden in de eeuwen der eeuwen. Amen.Refr.: Christus die zijn Kerk bemint, komt, laat ons Hem aanbidden. 3) Hymne Christus, Gij Heer van alle dingen,en Maker van wat adem heeft,wij willen uwe bruid bezingen,de kerk die ons het leven geeft. Waar wij als kinderen zijn geboren,éénzelfde stam, één moedertaal,omdat Gij ons hebt uitverkorente delen in uw bruiloftsmaal. Waarnaar wij altijd wederkeren,o veilig huis, o moedergrond,waar wij van U de liefde leren,waar wij bestaan totdat Gij komt. Dan zult Gij in het eind verschijnen,uw kerk ziet wachtend naar U uit.Christus, de herder, roept de zijnen,de bruidegom begroet zijn bruid. 4) Lezingendienst Poorten, heft uw kroonlijsten op, gaat open, aloude deuren. Psalm 24 (23) Aan God hoort de aarde en al wat erop is,de aardschijf en al wat daar woont; Want Hij heeft haar op het water gegrondvest,haar vastgelegd op de zee. Wie zal beklimmen de berg van de Heer,wie in zijn heiligdom staan? Die rein is van handen en zuiver van hart,+zijn zinnen niet zet op wat kwaad is,zijn evenmens niet bedriegt. Hij zal gezegend zijn door de Heer,door God, zijn heil, gerechtvaardigd. Zo doet het geslacht dat zich richt tot Hem,dat staat voor het aanschijn van Jakobs God. Poorten, heft uw kroonlijsten op,+gaat open, aloude deuren:de Koning der glorie moet binnengaan. Wie is deze Koning der glorie?+De Heer, de sterke, de machtige,de Heer, de held in de strijd. Poorten, heft uw kroonlijsten op,+gaat open, aloude deuren:de Koning der glorie moet binnengaan. Wie is deze Koning der glorie?+De Heer van de hemelse machten,Hij is de Koning der glorie. Eer aan de Vader en de Zoonen de heilige Geest. Zoals het was in het begin en nu en altijden in de eeuwen der eeuwen. Amen. Poorten, heft uw kroonlijsten op, gaat open, aloude deuren.*Hoe lief is mij uw woning, Heer der hemelmachten. Psalm 84 (83) Hoe lief is mij uw woning, Heer der hemelmachten,mijn ziel verlangt en hunkert naar uw heiligdom. Mijn hart en heel mijn wezengaan juichend uit naar U, de God die leeft. Want zelfs de mussen vinden wel een schuilplaats,de zwaluwen een nestje voor hun broed; Bij uw altaren, Heer der hemelmachten,mijn koning en mijn God! Gelukkig zij die wonen in uw huis, o Heer,die U daar altijd mogen prijzen; Gelukkig die op U mag steunenwanneer hij aan zijn bedevaart begint. Het dorre dal wordt op zijn tocht tot een oase,door vroege regen overdekt met rijke tooi. Hij zal zijn weg vervolgen met hernieuwde krachttot hij in Sion vindt de God der goden. Gij, Heer der hemelmachten, hoor mijn smeken,wil mij aanhoren, Jakobs God. God, mijn beschermer, zie omlaag,zie om naar uw gezalfde. Voor mij is één dag in uw voorhof beterdan elders duizend dagen. Veel liever sta ik op de drempel van Gods huisdan dat ik gast ben in de tent van zondaars. Want God de Heer is als een zon en als een schild,Hij geeft ons zegen en bescherming. Hij zal de voorspoed niet onthoudenaan wie zijn weg gaat zonder schuld. O Heer der hemelmachten,gelukkig is de mens die op U hoopt. Eer aan de Vader en de Zoonen de heilige Geest. Zoals het was in het begin en nu en altijden in de eeuwen der eeuwen. Amen. Hoe lief is mij uw woning, Heer der hemelmachten.*Hoe groots is het wat er van u wordt voorzegd, Jeruzalem, stad van God. Psalm 87 (86) Zijn stad op de heilige bergen:de Heer heeft haar lief; De poorten van Sion veel meerdan alle tenten van Jakob. Hoe groots is het wat er van u wordt voorzegd,Jeruzalem, stad van God! Eens worden Egypte en Babel geteldtot hen die de Heer vereren. Ja, Filistijnen en Tyrus en Koes,ook zij worden burgers van Sion. Zij zullen dan zeggen: ‘Mijn moeder is zij,uit haar zijn wij allen geboren.’ En Hij zal het zelf verklaren,de Allerhoogste, de Heer; Hij zal in het boek der volkeren schrijven:‘Ook dezen horen daar thuis.’ Dan zullen zij dansen en zingen: ‘De bron van ons leven zijt Gij!’ Eer aan de Vader en de Zoonen de heilige Geest. Zoals het was in het begin en nu en altijden in de eeuwen der eeuwen. Amen. Hoe groots is het wat er van u wordt voorzegd, Jeruzalem, stad van God. Ik werp mij neer, gebogen naar uw tempel.U prijs ik om uw goedheid en uw trouw. 5) Lezing + stille tijd 6) Lofzang Te Deum U, God, loven wij.U, Heer, prijzen wij.Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid.U, Vader, onmetelijk in majesteit.U, eniggeboren Zoon, waarachtig en hoogverheven.U, heilige Geest, de Vertrooster:U willen wij prijzen iedere dag.Uw Naam verheerlijken voor altijd.Op U, Heer, is onze hoop gevestigd,beschaam ons niet in eeuwigheid. 7) Morgengebed  
Mijn huis zal een huis van gebed worden genoemd, voor alle volkeren. Psalm 63 (62) God, mijn God zijt Gij,ik zoek U reeds bij het ochtendgloren. Naar U dorst mijn ziel en hunkert mijn hartals dorre akkers naar regen. Zo zie ik omhoog naar de plaats waar Gij woont,beschouw ik uw macht en uw glorie. Meer waard dan het leven is mij uw genade,mijn mond verkondigt uw lof. Ik zal U prijzen zolang ik leef,mijn handen uitstrekken naar U. Mijn ziel wordt verzadigd met voedzame spijs,mijn mond zal U jubelend danken. Wanneer ik op mijn bed aan U denk,dan blijf ik wakend over U peinzen. Want Gij zijt altijd mijn beschermer geweest,ik koester mij onder uw vleugels. Met heel mijn hart houd ik vast aan U,het is uw hand die mij steunt. Eer aan de Vader en de Zoonen de heilige Geest. Zoals het was in het begin en nu en altijden in de eeuwen der eeuwen. Amen. Mijn huis zal een huis van gebed worden genoemd, voor alle volkeren.*Looft de Heer in zijn heilige tempel, looft de Heer, Hij is onmetelijk groot. Lofzang Dan. 3, 57-88.56 Looft de Heer, alle schepselen Gods,prijst en verheft Hem eeuwig. Looft de Heer, hemelse sferen,boden des Heren, prijst Hem. Looft Hem, wateren boven de hemel,hemelse machten, prijst Hem. Looft de Heer, zon en maan,sterren des hemels, prijst Hem. Looft de Heer, regen en dauw,alle stormwinden, prijst Hem. Looft de Heer, vuur en hitte,koude en warmte, prijst Hem. Looft Hem, nevels en buien,hagel en vorst, prijst de Heer. Looft de Heer, ijs en sneeuw,nachten en dagen, prijst Hem. Looft de Heer, licht en donker,bliksem en wolken, prijst Hem. Loof de Heer, heel de aarde,prijs en verhef Hem eeuwig. Looft de Heer, bergen en heuvels,al wat daar groeit, prijs de Heer. Looft de Heer, zeeën en stromen,bronnen van water, prijst Hem. Looft de Heer, zeegedrochten, +alles wat leeft in het water,vogels des hemels, prijst Hem. Looft Hem, wilde en tamme dieren,mensenkinderen, prijst de Heer. Israël, loof de Heer,prijs en verhef Hem eeuwig. Looft de Heer, priesters des Heren,al zijn dienaren, prijst Hem. Looft Hem, geesten van de rechtvaardigen,vromen, ootmoedigen, prijst de Heer. Looft Hem, Ananja, Azarja, Misaël,prijst en verheft Hem eeuwig. Loven wij Vader en Zoon en Geest,laat ons Hem prijzen, verheffen voor eeuwig. Geprezen Gij, Heer, in de koepel des hemels,U komt de lof toe in alle eeuwen. Looft de Heer in zijn heilige tempel, looft de Heer, Hij is onmetelijk groot.*Zingt Hem toe, allen die Hij heeft geroepen. Alleluia. Een nieuw lied voor onze God. Alleluia, alleluia. Psalm 149 Zingt voor de Heer een nieuw gezang,zijn lof weerklinke te midden der zijnen. Israël juiche zijn Schepper toe,laat Sions volk zijn koning begroeten. Looft zijn Naam in een heilige dans,bespeelt voor Hem tamboerijn en citer. Want onze Heer, die zijn volk bemint,omkranst de verdrukte met zegekransen. Jubelt dus, heiligen, om uw triomf,viert feest in uw legerplaatsen. Gaat met het lied van God in uw mond,het vlijmscherpe zwaard in uw handen. Trekt met uw wraak door het heidense land,bestraft de vijandige volken. Neemt hun vorsten geboeid met u mee,hun leiders in ijzeren kluisters. Voltrekt aan hen het vonnis van God,glorievol is dit voor al zijn getrouwen. Eer aan de Vader en de Zoonen de heilige Geest. Zoals het was in het begin en nu en altijden in de eeuwen der eeuwen. Amen. Zingt Hem toe, allen die Hij heeft geroepen. Alleluia. Een nieuw lied voor onze God. Alleluia, alleluia. 8) Bijbellezing 9) BeurtzangGroot is de Heer en hoog te loven.In de stad van onze God, op zijn heilige berg.En hoog te loven.Eer aan de Vader en de Zoonen de heilige Geest.Groot is de Heer en hoog te loven. 10) Lofzang uit het Evangelie Zacheüs, kom vlug naar beneden, want heden wil Ik in uw woning te gast zijn. Hij ontving Hem met vreugde in zijn huis. Heden is dit huis alle heil ten deel gevallen. 
Geprezen zij de Heer, de God van Israël,omdat Hij omziet naar zijn volk en het bevrijdt. Een redder heeft Hij ons verwektin het geslacht van David, zijn getrouwe; Zoals Hij reeds van oudsher had verklaardbij monde van zijn heilige profeten: Verlossing uit de macht van onze vijandenen uit de hand van allen die ons haten. Zo zal Hij onze vaderen barmhartig zijn,zijn heilige verbond gestand doen; De eed aan onze vader Abraham gezworenons eenmaal te verlenen; Om aan de greep van vijanden ontruktHem zonder vrees te dienen; In vroomheid en gerechtigheidal onze dagen voor zijn aanschijn. En gij, kind, zult profeet zijn van de Allerhoogste,want gij gaat voor de Heer uit om zijn weg te banen. Gij zult zijn volk de boodschap van verlossing brengendoor de vergeving van hun zonden; Dank zij de innige barmhartigheid van onze God,die als een nieuwe dag voor ons zal opgaan; Om licht te brengen in het duister en de schaduw van de dooden onze voeten te geleiden op een weg van vrede. Eer aan de Vader en de Zoonen de heilige Geest. Zoals het was in het begin en nu en altijden in de eeuwen der eeuwen. Amen. Zacheüs, kom vlug naar beneden, want heden wil Ik in uw woning te gast zijn. Hij ontving Hem met vreugde in zijn huis. Heden is dit huis alle heil ten deel gevallen. 11) Slotgebeden, Onze Vader, Zegen