gedragscode

GEDRAGSCODE AVI (2018-….)


Voor atleten, trainers, joggers, ouders.


Beste AVI-ers,

je bent van harte welkom in onze atletiekvereniging.

Onze vereniging kenmerkt zich door zijn uitgesproken familiaal karakter.

Om ervoor te zorgen dat iedereen zich goed bij ons zou voelen, hebben wij het besluit genomen om deze gedragscode in te voeren.

De gedragscode is in een positieve vorm geschreven en is ze alles behalve bestraffend.


Gedragscode voor alle leden


  • Probeer op tijd op training te zijn, dat wil zeggen : minstens vijf minuten op voorhand ben je aanwezig zodat de training op tijd kan starten. Indien je toch te laat komt, ga dan eens langs bij de trainer om dit te melden. Er wordt vanaf heden op toegezien dat iedereen zeker opgewarmd moet zijn.
  • Atletiek is een individuele sport, maar we vormen één team, op en naast het veld.
  • Onsportiviteit van een andere atleet is nooit een reden om zelf onsportief te zijn.
  • Wijs een mede-atleet op onsportief of onplezierig gedrag.
  • Zie of voel je dat iemand niet goed in zijn vel zit? Meld het aan de trainer of iemand die je vertrouwt.
  • We staan voor fairplay tegenover tegenstander, scheidsrechter en publiek.
  • Als je nieuw bent in de groep, probeer de moeite te doen om de anderen te leren kennen en geef iedereen de kans om jou te leren kennen.
  • Je komt trainen, dat wil zeggen dat je gemotiveerd bent, straal dit ook uit.
  • Sportaccommodatie, kleedkamers en het materiaal worden altijd net en ordentelijk achtergelaten.
  • Laat de spullen van een ander met rust, anders is dit diefstal.
  • Meld blessures meteen aan de begeleider. Vertel duidelijk wat je voelt.
  • Eet gezond en drink voldoende, zowel buiten als tijdens het sporten.
  • Luister naar je lichaam en overbelast jezelf niet.
  • Indien je denkt dat je niet in de juiste groep zit, spreek de trainer aan om te overleggen. Je kan altijd overstappen naar een andere groep en indien het daar niet lukt kan je zeker terug naar uw vorige groep. Ook bij een mindere periode of na blessure kan je eventueel overwegen om tijdelijk naar een andere groep te gaan.
  • Bij de volwassenen kan je zonder problemen overstappen naar een andere groep. Geef dit wel door aan de trainers van beide groepen. Een woordje uitleg kan nooit geen kwaad.
  • Plezier beleven tijdens de training mag, wees eerlijk in wat je voelt en doet tijdens je sport.
  • Bepaalde medicatie is doping. Vraag steeds voldoende informatie aan je arts of apotheek.
  • We vragen dat indien je deelneemt aan wedstrijden, dat je dan ook loopt met ons clubshirt, zonder opdruk van eigen sponsors. Enkel de hoofdsponsors zijn toegelaten op de truitjes van AVI, indien het bestuur dit zelf beslist.


Speciaal voor onze jeugdatleten


  • Plezier beleven tijdens de training kan en màg, Maar het mag geen gekke boel worden met roepen, duwen en trekken.
  • Als je iets niet goed begrijpt, vraag dan uitleg.
  • De jeugd wordt ingedeeld in groepen door de trainers na onderling overleg en vanaf heden ook met een bijhorende test. Wij vragen dat de atleten zich hieraan houden. Dit kan wel besproken worden om iets te wijzigen bij blessures of in aanloop van een wedstrijd.
  • Onze jeugdatleten trainen met de jeugd tot en met de leeftijd van 16 jaar en niet met de volwassenen.
  • Toiletbezoek tijdens de training: we laten dit toe, maar de gemiste oefeningen worden ingehaald. Dit om wantoestanden en misbruik tegen te gaan. Probeer voor de training naar het toilet te gaan.
  • Als je wint, wees blij, maar heb respect voor uw tegenstanders die na u eindigen en lach niet met hen.
  • Als je verliest, wens je tegenstander dan proficiat met een glimlach en laat je niet ontmoedigen door een tegenslag.
  • Aanvaard de beslissingen van de juryleden.
  • Iedereen doet zijn best, winnen kan er maar één. Na een wedstrijd kan je jezelf motiveren met de wedstrijd te beoordelen met wat je goed hebt gedaan. Leer uit de fouten die je gemaakt hebt.
  • Heb respect voor jezelf, je mede-atleten, je trainer, de scheidsrechter, alle anderen en het materiaal waar je mee omgaat. Ook als je wil winnen.
  • Als je last hebt van stress voor een wedstrijd, hebben we enkele tips: voer de taken uit die je afspreekt met je trainer en dan zal het resultaat wel volgen. Je wat zenuwachtig voelen voor een wedstrijd is normaal, er negatief over denken maakt het nog moeilijker om goed te presteren. Richt je gedachten op jezelf en wat controleerbaar is: je voorbereiding, je zelfcontrole, je gedrag.
  • Grof taalgebruik hoort niet thuis bij ons, dus kan het gebeuren dat een trainer ingrijpt waar nodig.
  • Lichamelijke hygiëne is belangrijk, dus wassen na het sporten moet, op het sportcentrum of thuis, aan u de keuze.


Pesten is verboden!

Pesten en plagen zijn twee verschillende dingen. Maak het onderscheid.

Heb je het gevoel gepest te worden? Probeer te achterhalen wanneer en waarom.

Je hebt een keuze: speel je slachtoffer of doe je er iets mee?

Pesten is actie en reactie: niet reageren of met humor reageren kan werken!

Houdt het pesten aan? Neem iemand in vertrouwen en bespreek het.

Je reactie als trainer? Observeren in plaats van reageren. Betrek de kinderen bij het zoeken naar een oplossing. Kies geen kant, de gepeste zou er wel eens de dupe kunnen van worden. Een gesprekje lost het probleem niet op, besteed aandacht aan de nazorg en opvolging.

Het gebeurt vaak dat een kind zegt dat het gepest wordt, om aandacht te krijgen. Probeer dit ook eerst te beoordelen, vooraleer er gereageerd wordt op dergelijke feiten.


Trainers

  • Eis niet te veel, maar ook niet te weinig van jouw atleten. Zo kunnen ze positief groeien, zonder dat er problemen komen.
  • Regels tellen voor iedereen, probeer hen dat aan te leren. Indien men de regels niet volgt, spreek deze atleten aan, maar hou rekening met andere factoren (school, thuissituatie, stress, werk).
  • Schreeuw niet als zij fouten maken of een wedstrijd verliezen en maak ze zeker en vast niet belachelijk.
  • Atleten verdienen een trainer die zij respecteren. Geef ze complimenten wanneer ze dit verdienen.
  • Iedere atleet heeft talenten en kwaliteiten, als je ze maar ziet. Probeer de atleet bewust maken van zijn/haar kwaliteiten.
  • Vertrouwen geven geeft vertrouwen en is een hulpmiddel voor een positief sportresultaat.
  • Behandel je atleten zoals je zelf zou willen behandeld worden.
  • We laten geen jongeren toe (jonger dan 17 jaar) bij de volwassenen (A, B of C). De jeugdtrainers stellen alles in het werk om iedereen te begeleiden.
  • Probeer de kinderen in te delen volgens leeftijd, vaardigheid, motivatie en fysieke gesteldheid.
  • Kinderen sporten voor hun plezier en willen iets leren. Winnen is een onderdeel van de sport, verliezen ook.
  • Je bent als trainer verantwoordelijk voor het aanleren van de sport en bij jongeren voor het gedrag tijdens de training. Geef voldoende aandacht voor deze 2 punten en neem je verantwoordelijkheid hierin op. Geef op voorhand aan wat jouw regels zijn en dat men hier rekening moet mee houden. Wees hierin consequent.
  • Je begeleid ook atleten tijdens jou trainingen, die niet aan competitie willen doen.
  • Zorg bij jongeren voor een goede mix tussen sporttechnische oefeningen en spelvormen.
  • Voor en na de trainingen heb je een taak en verantwoordelijkheid. De vlotte samenwerking en communicatie met ouders, andere trainers, bestuurders, … is een deel hiervan. Indien iedereen doet wat van hem verwacht wordt, dan is het top samenwerken! Werk aan je eigen competentieniveau: school je bij wanneer mogelijk.
  • Wees niet ontgoocheld door een slecht resultaat van één van je sporters. Dit is slechts een momentopname, jouw kwaliteit als trainer moet een constante zijn!
  • Sporters zijn heel vatbaar voor jouw advies: geef hen raad en help hen!
  • Communiceer positief, ook non-verbaal!
  • Wees concreet en duidelijk in je communicatie.
  • Let op je manier van communiceren: ironie schept verwarring bij jonge sporters, let ermee op! Geef concrete en duidelijke tips. Maak onderscheid tussen feiten en interpretatie.
  • Houd rekening met de leefwereld van je sporters. Zijn er examens: erken de bezorgdheid van ouders en sporters. Houd er ook rekening mee dat er tijdens examens meer vermoeidheid en stress is.
  • Werk met duidelijke afspraken en routine. Routines zijn herkenbaar, vergroten controle en geven je een middel om gericht bij te sturen.
  • Leer atleten aan met zorg om te gaan met materiaal en accommodatie.
  • Geef aan dat niemand iets van een ander pakt. Dat is diefstal.
  • Volg het advies op van een arts bij het bepalen of een geblesseerde atleet wel of niet kan deelnemen.
  • Heb oog voor elk kind achter de sporter. Een compliment is een basisfundament om tot een positief zelfbeeld te komen.
  • Indien je een initiatief of evenement plant, eerst het bestuur of hoofdtrainer Franky op de hoogte brengen.
  • Indien je afwezig bent op een training of evenement ingericht door AVI, steeds de hoofdtrainer Franky of het bestuur op de hoogte brengen.
  • Alle afspraken die vanuit het bestuur gevraagd worden opvolgen en correct behandelen.

Denk b.v. aan vooraf inschrijvingen voor clubevenementen.


Deontologische code

Wees niet té familiair met jongeren waarmee je werkt. Dit geldt ook voor de groepen met volwassenen. Houd een gezonde afstand.

Een aanraking kan maar wees je bewust dat een opgroeiende jongere of volwassene hier anders mee kan omgaan dan het bedoeld is.

Laat de atleet geen dingen doen waar hij/zij zich niet goed bij voelt.


Ouders


  • Als jouw kind niet wil deelnemen aan sport, is daar een reden voor. Forceren helpt niet.
  • Kinderen sporten voor hun plezier, niet voor dat van jou. Jouw kampioen is in de eerste plaats jouw kind, pas daarna atleet.
  • Moedig je kind aan de regels te volgen (zowel wedstrijdreglementen als gedragscode AVI).
  • Ondersteun alle pogingen om positief gedrag te stimuleren en negatief gedrag te voorkomen.
  • Elk kind is welkom bij deze sportclub. Ouders kunnen hun eigen kinderen stimuleren om te sporten. Als ouder mag je echter geen handelingen stellen die een afbreuk zijn voor andere jongeren.
  • Een gesprek werkt, een verwijt niet.
  • Aan één trainer heeft je kind ruimschoots voldoende. Jouw taak als ouder is belangrijker: ouders oordelen niet. Ze ondersteunen. Jouw kampioen weet trouwens vaak zelf heel goed wat hij/zij moet doen.
  • Jouw kind moet op tijd op training zijn, help daar ook aan mee, dwz. 5 min. op voorhand aanwezig zijn.
  • Accepteer de beslissingen van de trainer. Ga je niet akkoord: spreek hem of haar er dan onder vier ogen over aan en kies hiervoor een geschikt moment.
  • Erken de waarde en het belang van (vrijwillige) trainers. Zij geven hun tijd en kennis om het sporten van jouw kind mogelijk te maken.
  • De trainer is geen helderziende: durf op een gepaste manier te zeggen wat je denkt en voelt. Vertel je trainer bijvoorbeeld wanneer iets werkt voor jou, hij zal er positief op reageren. Maak ook beleefd duidelijk wanneer de trainer iets zegt of doet waarbij je je onprettig voelt.
  • Kinderen willen niet altijd winnen, ze willen vooral plezier maken. Toon als ouder ook een glimlach als het even niet zo goed gaat. Verander een nederlaag in een overwinning door op andere zaken te wijzen.
  • Leer je kind dat eerlijkheid en inzet belangrijker zijn dan winnen. Moedig de jongeren altijd aan om zich aan de spel-/wedstrijdbepalingen te houden.
  • Val een jurylid nooit in het openbaar aan en trek de integriteit van de juryleden niet in twijfel.
  • Check wat je kind leuk vindt aan je reacties na de wedstrijd.
  • Spreek jouw kind aan als het onrespectvol omgaat met het materiaal, met teamgenoten of anderen.
  • Kinderen zijn geen volwassenen in pocketformaat, ze hebben een eigen aanpak nodig.
  • Zorg dat je kind voldoende rust en een goede voeding krijgt, dat zijn de basisvoorwaarden om te groeien, zowel fysiek, psychisch als in prestaties. Probeer zelf een voorbeeld te zijn. Doping of andere zijn volledig uit den boze. Vroeg of laat hang je toch aan de lamp.
  • Bij gebruik van Rilatine en Concerta moet je ook de trainer verwittigen. Beneden de 18 jaar is dit toegelaten, mits bewijs van dokter. Boven de 18 jaar is dit doping. Contacteer uw dokter om naar een geschikte oplossing te zoeken.
  • Laat je kind ontwikkelen volgens de sportieve fasen die eigen zijn aan de leeftijd. Praat hier eventueel over met de trainer.
  • Veroordeel elk gebruik van geweld.
  • Indien jouw kind aangeeft dat het gepest wordt, probeer dan ook te observeren, tijdens training of wedstrijden wat hiervan klopt. Als je merkt dat er herhaaldelijk onregelmatigheden zich voordoen, spreek de trainer of vertrouwenspersoon aan om dit te bespreken. Ga nooit recht naar de vermoedelijke pester om deze aan te pakken. Hou rekening dat zelfs uw eigen kind u iets kan vertellen die niet echt strookt met de waarheid.
  • Zorg ervoor dat uw gedrag sportief is. Goed voorbeeld doet goed volgen.
  • Geef applaus bij een goede prestatie van zowel uw eigen atleet als van andere atleten.
  • Toon respect voor tegenstanders. Zonder hen zou er geen wedstrijd zijn.
  • Maak een kind nooit belachelijk en scheld het niet uit als het een fout maakt gedurende een wedstrijd.
  • Motiveer uw kind (-eren) door zelf deel te nemen aan de trainingen en/of wedstrijden.


Sanctioneren bij schenden van de gedragscode

Bij het schenden van deze gedragscode treedt in eerste instantie het bestuur (schendingen door trainers, ouders) of de trainer/sportief verantwoordelijke (schendingen door atleten) op en komt men, indien nodig tot een gepaste sanctie.

Deze sanctie zal variëren volgens de aard van de schending.

Bij ernstige feiten, of herhaaldelijke schending van de gedragscode, kunnen personen in samenspraak met het bestuur / de sportief verantwoordelijke verwijderd worden uit de groep.