Oefeningen 1

Oefeningen en opdrachten

De opdrachten die je maakt voor het vak Adobe worden beoordeeld. De resultaten worden verwerkt op je cijferlijst. Per periode zul je meerdere opdrachten maken waarvan het gemiddelde je cijfer op de resultatenlijst is.  Voor je de opdrachten kunt maken, werk je aan de oefeningen. Technieken die worden gebruikt in de opdrachten komen in de oefeningen aan bod. Als je bepaalde technieken nog niet begrijpt of beheerst na de oefeningen kun je aanvullende oefeningen krijgen. Vraag daarnaar bij je docent. Als je snel klaar bent met de oefeningen kun je werken aan verdieping. Onderaan deze pagina staan dit soort oefeningen.

Oefeningen

Om te oefenen met de interface maak je opdrachten in het programma. Dat gaat als volgt in het werk. Als je Photoshop start kom je in de "home-pagina" terecht waar vanuit je bestanden kunt openen, nieuwe bestanden kunt maken en oefeningen kunt doen om het programma te leren gebruiken. In het onderstaand filmpje wordt uitgelegd waar je de de oefeningen kunt vinden. 

Opslaan

Als je klaar bent met de oefening sla je het bestand op op je computer met de naam van de opdracht met je initialen ervoor. Dat wordt dus voor de eerste opdracht: FB-Kennismaken met lagen.psd. Dit bestand bewaar je op je laptop op een logische plek.

Het is het meest voor de hand liggend om voor de verschillende vakken een map te maken waarin je bestanden komen te staan.  Voor dit vak zou dat dan bijvoorbeeld worden:

Documentenmap > Adobe > Periode 1 > FB-Kennismaken met lagen.psd