Home - Geschiedenis
Ontstaan Regiment Infanterie 'Chassé'.
Het Regiment Infanterie 'Chassé' is de voorzetting van het voormalige 7e Regiment Infanterie (7 RI) uit Harderwijk en (vanaf 1953) het 10e Regiment Infanterie (10 RI) uit Ede. Het Regiment Infanterie 'Chassé' begint in 1950 aanvankelijk als 'Regiment Zware Infanterie Chassé' en krijgt meteen de traditie van de antitankeenheden mee, maar wordt in 1953 al hernoemd in 'Regiment Infanterie 'Chassé'. Begin jaren '90 van de 20e eeuw wordt Regiment Infanterie 'Chassé' ten ruste gelegd. Het laatste bataljon van dit regiment was het 43 Pantserinfanteriebataljon.
De naamgever van het regiment, Generaal baron D.H. Chassé (18 maart 1765 - 2 mei 1849), werd door tijdgenoten als één van de grootste militairen beschouwd. Hij kreeg vooral bekendheid door de verdediging van de Citadel van Antwerpen in 1832 bij de strijd met de Fransen tijdens de Belgische opstand.
Ontstaan 43 Pantserinfanteriebataljon.
In januari 1949 ging de ministerraad akkoord dat er een legerkorps van drie divisies (1e Divisie, 4e Divisie en 5e Divisie) zou worden gevormd.
Als onderdeel van de op te richten 4e Divisie werd in 1952 het 421 Bataljon Infanterie 'Chassé' opgericht. Per 15 juli 1957 werd de naam gewijzigd in 43 Bataljon Infanterie 'Chassé'. In het kader van de aanstaande motorisering werd de naam op 1 november 1960 gewijzigd in 43 Pantserinfanteriebataljon Regiment Infanterie 'Chassé'. De eerste DAF YP-408 ontving het bataljon in 1966. Bij de invoering van de YPR-765 op 1 juli 1988 werd de naam gewijzigd in 43 Pantserinfanteriebataljon YPR-765. Per 16 april 1992 ging het bataljon over naar het Regiment Johan Willem Friso. Door inkrimping van de Koninklijke Landmacht en de overgang naar een beroepsleger zorgde ervoor dat in 1994 het 43 Pantserinfanteriebataljon werd opgeheven. De formele opheffing van het Regiment gebeurde bij Koninklijk Besluit van 29 juli 1994. De traditie werd ter ruste gelegd. De Bevelhebber der Landstrijdkrachten, Luitenant-generaal H.A. Couzy, nam het vaandel in en droeg het over aan het Infanteriemuseum te Harskamp, waar het werd opgelegd.
Correcties en/of aanvullingen? Stuur een e-mail.