Intredelied: ZJ 522 Heer, laat mij voor uw altaar komen ZJ 534 Wie naar het altaar gaat Antwoordpsalm: ZJ 316 Barmhartige Heer ZJ 318 Onze hulp is de naam van de Heer Alleluia-vers: ZJ 4k Heer Jezus, ontsluit voor ons de Schriften Bij de bereiding van de gaven: ZJ 566 Hoe is uw naam ZJ 670 Liefde, eenmaal uitgesproken Communiezang: ZJ 309 Zo spreekt de Heer (str. 3,4) ZJ 721 Wees niet verbaasd Slotlied: ZJ 763 Als jij wil, zal ik jou dienen Gregoriaans: Graduale Romanum pg. 278-281 TOELICHTING Inhoudelijk aansluitend bij de evangelielezing: ZJ 309 Zo spreekt de Heer (str. 3,4) De zondagsliturgie stelt Jezus’ oproep tot barmhartigheid heel centraal. Die barmhartigheid komt al aan het licht in de grootmoedige houding van David ten opzichte van Saul. Het grondmotief is altijd dat God zelf ons het eerst barmhartigheid heeft betoond. Antwoord op die oneindige barmhartigheid van God, die zelfs aan zondaars zijn liefde niet onthoudt, is een diepe deemoed en een scherp besef van goed en kwaad. Een heel passende intredezang vandaag is dan ook het lied: Wie naar het altaar gaat, moet kennen goed en kwaad: het één staat hem te wachten, het ander laat hij achter (534). De antwoordpsalm 103 duidt God aan als de bron van alle barmhartigheid: “De Heer is steeds barmhartig, zijn genade onbeperkt” (P 179 en P 180). Deze psalm is ook als gecomponeerde beurtzang terug te vinden onder de nummers 316 (Barmhartige Heer, genadige God ... zover als het oosten van het westen vandaan is, zover van ons af werpt Hij al onze zonden) en 318 Onze hulp is de naam van de Heer. Als wij voor de communiezang een goede echo zoeken op het evangeliewoord over de oproep tot barmhartigheid, dan kan gedacht worden aan de derde en vierde strofen van een bekend vastenlied: Zo spreekt de Heer die ons geschapen heeft (309). De derde strofe herhaalt uitdrukkelijk het evangelie: "Bemint uw vijand" en de vierde strofe: "Mensen, verdraagt elkaar". Andere mogelijkheden vormen lied 721 Wees niet verbaasd als u de wereld haat; gij moet integendeel uw liefde geven of 739 Als gij naar de woorden luistert die hier tot u zijn gezegd. |
Liedsuggesties >