Na al de vorige pagina's is het intussen wel duidelijk, dat de leden van ons koor rechtstreekse afstammelingen zijn van Sloveense emigranten, of vrienden, die Slovenië of onze koorzang een warm hart toedragen. Daarom past hier een informatieve pagina over Slovenië in het algemeen, weetjes, die uiteraard ook aan bod komen in de website over Slovenië. Na een eeuwenlange geschiedenis van annexaties bij grotere landen, werd Slovenië een soevereine staat, nadat het op 25 juni 1991 de onafhankelijkheid uitriep. Vóór de onafhankelijkheidsverklaring maakte Slovenië nog deel uit van het voormalige Joegoslavië als (Socialistische) Republiek Slovenië (Sloveens: (Socialistična) republika Slovenija). Op 1 mei 2004 werd Slovenië lid van de EU, en hanteert sinds 2007 de euro als betaalmiddel.
SLOVEENSE STEDEN
Grotendeels zijn er niet zoveel "grote" steden in Slovenië, en leven de mensen eerder in dorpsgemeenschappen of zelfs zelfstandig helemaal verspreid in de wijde natuur.
LJUBLJANA - MARIBOR
Pal in het midden van al het betoverend natuurgeweld, als een soort “overgangsgebied” tussen de streken Gorenjska, Primorska, Koroška, Prekmurje, Štajerska, Dolenjska, en Bela krajina, ligt de hoofdstad Ljubljana (bijna 300.000 inwoners) in het vlakkere landsgedeelte van het “binnenland”. Ljubljana is de grootste stad in Slovenië, die aan de rivier Ljubljanica ligt, gevolgd door Maribor (ruim 100.000 inwoners) in het noorden vlak tegen de Oostenrijkse grens (regio Štajerska), die aan de Drava ligt.
De grootste steden van Slovenië op basis van bevolkingsaantallen zijn:
Ljubljana – ca. 300.000 inwoners (de hoofdstad en grootste stad)
Maribor – ca. 100.000 inwoners (gelegen in het noordoosten, bekend om wijn en industrie)
Celje – ca. 40.000 inwoners (een historische stad met een middeleeuws kasteel)
Kranj – ca. 38.000 inwoners (een belangrijk economisch en industrieel centrum)
Velenje – ca. 25.000 inwoners (bekend om de steenkoolmijnen en industrie)
Koper – ca. 25.000 inwoners (een belangrijke havenstad aan de Adriatische kust)
Novo Mesto – ca. 24.000 inwoners (centrum van de farmaceutische industrie)
Ptuj – ca. 18.000 inwoners (de oudste stad van Slovenië met een rijk Romeins erfgoed)
Škofja Loka - ca. 12.000 inwoners (historische stad sinds de 10de eeuw als eigendom van de bisschoppen van Freising).
Ljubljana is veruit de grootste en belangrijkste stad, terwijl de andere steden vooral regionale economische en historische centra zijn. Zo mogen we zeker bij de reeks gekende steden de kuststeden vernoemen aan de “Sloveense Riviera”: Koper, Ankaran, Piran, Izola, Strunjan, Portorož. De meeste stadjes in Slovenië kennen diepgewortelde en eeuwenoude tradities, cultuur en historie, om nog enkele te vernoemen : Lipica, Nova Gorica, Kobarid, Tolmin, Radovljica, Žalec, Murska Sobota, Ljutomer, Ormož, Krško, Metlika … en nog zovele plaatsen meer. Vermeldenswaardig is de plaats Lipica (gemeente Sežana in het Kustgebied), waar de wereldberoemde Lipizanerstoeterij ligt.
Slovenië is een klein land, en heeft zo ongeveer de oppervlakte van 2/3 van België, met ongeveer 2,2 miljoen inwoners. Mede door de centrale ligging in Europa, maar ook wel vergemakkelijkt door een recente en goede infrastructuur aan autowegen, is Slovenië een “transitland” geworden. Al van oudsher, als noordelijkste staat van Joegoslavië, waren er heel wat migraties richting Slovenië vanuit de zuidelijkere gelegen staten. Ook was Slovenië in de geschiedenis altijd het mikpunt van veroveringen vanuit Italië, de Duitstalige gebieden, en de zuidelijke staten, met het gevolg dat Slovenië eeuwenlang beheerst werd door grotere mogendheden. Sinds de onafhankelijkheid ligt Slovenië nu ook nog wel als klein land tussen de grotere landen zoals Italië, Oostenrijk, Hongarije en Kroatië. Al deze factoren samen hebben bewerkstelligd, dat Slovenië ook kleinere minderheden heeft, die na de onafhankelijkheid officiële erkenning kregen :
Italiaanse en Hongaarse etnische minderheden
Deze minderheden zijn grondwettelijk erkend, en genieten speciale rechten, zoals onderwijs in hun eigen taal en politieke vertegenwoordiging.
Italiaanse minderheden : de kustregio rond Koper, Izola, en de grensstreek aan de Sloveense zijde van de Italiaanse grens;
Hongaarse minderheden : geconcentreerd in het noordoosten, in de streek Prekmurje.
Minderheid van Roma-zigeuners
Deze gemeenschap in Slovenië is erkend, maar heeft minder uitgebreide rechten. De grootste concentraties leven in het zuidoosten en noordoosten van Slovenië.
Andere niet-erkende minderheden
Heel veel minderheden zijn vooral afkomstig uit de voormalige Joegoslavische republieken, zoals Serviërs, Kroaten, Bosnische moslims, Kosovaren, Montenegrijnen en Macedoniërs, die geen officiële minderheidsstatus hebben, maar wel een aanzienlijk deel van de bevolking vormen, vooral in de stedelijke gebieden van Ljubljana en Maribor.
SLOVEENSE MINDERHEDEN IN DE BUURLANDEN
Deze minderheden wonen vooral in die gebieden, die historisch deel uitmaakten van Slovenië, of waar Slovenen al lange tijd gevestigd zijn, zoals in Italië, Oostenrijk, Hongarije en Kroatië.
Italië : Er is een aanzienlijke minderheid in Friuli-Venezia Giuia (Veneto, Benečija), met name in de provincies Triëste, Gorizia en Udine. Zij genieten geen officiële erkenning, maar hebben een aantal rechten, zoals onderwijs in hun eigen taal en vertegenwoordiging in de politiek.
Oostenrijk : De grootste Sloveense gemeenschap woont in Karinthië, en in mindere mate in Stiermarken. De minderheid in Karinithië heeft een lange geschiedenis, en heeft taalkundige rechten, zoals tweetaligheid van plaatsnaamborden, en onderwijs in het Sloveens. Spanningen in het verleden over taalrechten zijn de laatste decennia verbeterd.
Hongarije : Een kleine Sloveense minderheid woont in het westen van Hongarije, vooral in de streek van het Rába-gebied (Porabje), langs de grens met Slovenië.
Kroatië : een kleine minderheid van Slovenen woont in het noorden van Kroatië, met name op het schiereiland Istrië, in Gorski Kotar en Medžimurje. Zij zijn niet officiëel erkend, maar behouden wel hun taal en cultuur in sommige regio’s.
Tot slot onderscheidt men nog een laatste groep van Sloveense (uitgeweken) minderheden, die verspreid leven in verschillende landen over heel de wereld, hetgeen men ook wel de Sloveense diaspora noemt. De emigratie van deze Slovenen gebeurde doorheen de decennia omwille van een heel gamma aan redenen, de meesten omwille van economische redenen, iets minder omwille van politieke redenen. Veel grotere groepen emigreerden naar Argentinië, Cleveland, en Toronto, waar ze generatie na generatie nog tot op heden zelfvoorzienende gemeenschappen vormen. Bijna in alle landen van Europa ontstonden sinds WO I tot een tiental jaren na WO II Sloveense kulturele verenigingen, waaronder ook in België
WEETJES OVER SLOVENIË
Op het ogenblik van de onafhankelijkheidsverklaring van Slovenië na een referendum, werd in Slovenië de munteenheid “tolar” ingevoerd (1991-2006), tot op het ogenblik, dat Slovenië tot de Europese Unie toetrad, en op bepaald moment ook de Europese Euro heeft geïntroduceerd.
Afbeeldingen op de Euromunten van Slovenië :
1 cent : Ooievaar, als symbool van de streek Prekmurje, die ook al op het 20 Tolar stuk afgebeeld werd;
2 cent : Vorstensteen van Karantanië;
5 cent : De "Zaaier" van Ivan Grohar, die vijfentwintig sterren zaait;
10 cent : Het oorspronkelijke, niet uitgevoerde ontwerp van Jože Plečnik voor de Državni Zbor (nationaal parlement) met opschrift “Katedrala svobode” (kathedraal van de vrijheid);
20 cent : Een paar Lipizzaners;
50 cent : De Triglav met daarboven het sterrenbeeld Kreeft waarin Slovenië onafhankelijk werd en het aan een volkslied ontleende opschrift "Oj Triglav, moj dom";
1 Euro : Reformist Primož Trubar;
2 Euro : Dichter France Prešeren, die jaarlijks gevierd wordt tijdens de Dag van de Kultuur op 8 februari.
Sloveense euromunten
Vorstensteen van Karantanië
Kathedraal van de vrijheid (ontwerp van Plečnik)
De nationale vlag van Slovenië bestaat uit drie gelijke horizontale balken, van bovan naar beneden in de kleuren wit, blauw en rood. In de bovenhoek aan de hijskant staat het wapenschild van Slovenië afgebeeld, gecentreerd tussen de witte en blauwe balken. Slovenië nam deze vlag op 27 juni 1991 officieel in gebruik.
Het wapen van Slovenië toont een blauw, rood omrand schild met daarop de Triglav, de hoogste berg van Slovenië. Onderaan staan twee golvende blauwe lijnen die de Adriatische Zee en lokale rivieren vertegenwoordigen. Aan de bovenkant staan drie zesbenige gele sterren die in een omgekeerde driehoeksvorm staan. De sterren zijn afkomstig uit het wapenschild van de hertogen van Celje. Het Sloveense wapen, dat in 1991 werd ontworpen door Marko Pogačnik, staat op de Sloveense vlag. De zee en de Triglav verschenen in 1945 voor het eerst op een Sloveens wapen, toen Slovenië een deelstaat van Joegoslavië werd.
Het nationaal volkslied van Slovenië
Zdravljica (heildronk) is het gedicht van de Sloveense dichter France Prešeren waarop het huidige Sloveense volkslied is gebaseerd. Het werd in 1844 geschreven. Het gedicht propageert de gedachte van het Verenigde Slovenië (Zedinjena Slovenija), de vereniging van alle Slovenen onder eenzelfde bestuur, wat tijdens het revolutiejaar 1848 en daarna steeds opnieuw een belangrijke rol zou spelen. Op 24 september 1905 schreef Stanko Premrl (koor)muziek voor het gedicht.
Partituur van "Zdravljica"