De tambura is een op de Griekse bouzouki gelijkend snaarinstrument, dat voorkomt in Bulgarije, Macedonië, de balkan en occasioneel ook gebruikt wordt door zigeuners in zuid-oost Hongarije.
De klankkast van het instrument wordt doorgaans gesneden uit één stuk hout. De tambura wordt met een plectrum bespeeld.
De snaren van alle soorten "balkan"-tambura's zijn dubbelkorig gestemd, dus steeds per twee snaren die "unisono" (gelijkklinkend) gestemd zijn, hetgeen bedoeld is om het instrument luider te laten klinken.
Naast een druk koorleven in de Sloveense verenigingen kende ook het Tambura-ensemble jarenlang veel muzikale successen. Het ensemble stond onder leiding van Alojz Hribar, die ook de dirigent was van het Sloveens gemengd koor Zvon.
(1935) - Centraal zit met gekruiste armen de dirigent Alojz Hribar.
Helemaal links bovenaan bespeelt Štefan Rogelj de "brda", een viersnarige contrabas waarop getokkeld wordt met een plectrum.