Monitoring 2017 – In 2017 zijn alle 160 KRW-punten opgenomen, en in totaal 2823 punten voor de N2000-kartering.
Toestand en trends – De vorige opnamerondes in het IJsselmeer vormen een doorgaande reeks van 2005 tot 2014. In 2015 en 2016 is geen opname uitgevoerd in het IJsselmeer. In vergelijking met 2014 is het beeld vrij stabiel. Wel is het aantal punten met een hoge waterplantenbedekking bij waterdieptes van meer dan 1,50 m duidelijk minder dan in 2014. De diepste locatie waarop nog waterplanten zijn aangetroffen was IJSMDP_2_3 (waterdiepte 2,90 m).
Er lijkt een achteruitgang van Tenger fonteinkruid (Potamogeton pusillus) op te treden, maar mogelijk is dit het gevolg van een late opnamedatum. Ook lijkt het erop dat de in 2014 geconstateerde sterke toename van de soorten Aarvederkruid (Myriophyllum spicatum) en Smalle waterpest (Elodea nuttallii), die in 2014 op diverse plaatsen opdoken, is gestopt.
Waarschijnlijk neemt de verspreiding van Sterkranswier (Nitellopsis obtusa), Puntig fonteinkruid (Potamogeton mucronatus) en Snavelruppia (Ruppia maritima) over de afgelopen jaren geleidelijk toe. Draadwieren hebben nog steeds een marginaal aandeel in de vegetatie.
Nieuwe- en opvallende soorten - Doorschijnend sterrenkroos (Callitriche truncata) was al langer verwacht, maar is in 2017 voor het eerst daadwerkelijk aangetroffen in het IJsselmeer. Andere nieuwe soorten waren Pijlkruid (Sagittaria sagittifolia) en Ruwe bies (Schoenoplectus tabernaemontani). Ruwe bies komt al veel langer voor langs de IJsselmeerkust, maar is tot dusver niet onderscheiden van Mattenbies.
Opvallend was de vondst van de exoot Watercrassula (Crassula helmsii) nabij de Flevocentrale ten noorden van Lelystad. Er is mogelijk een relatie met de in 2017 geconstateerde vestiging van deze soort op IJsseloog in het Ketelmeer.
Natura 2000 - Kranswier-associaties hebben een belangrijk aandeel in de waterplantenvegetatie van het IJsselmeer. Deze zijn typerend voor het habitattype H3140 (Kranswierwateren). De associatie van Doorgroeid fonteinkruid (Ranunculo-fluitantis-Potametum perfoliati) is typerend voor het habitattype H3150 (Meren met Krabbescheer en fonteinkruiden). Het IJsselmeer is aangewezen voor beide habitattypen.
KRW-beoordeling – Voor de berekening van de KRW-maatlatten zijn 160 monsterlocaties verdeeld over de deelgebieden Friesland-zuid (56 monsters), Friesland-west (60 monsters), Noordholland (28 monsters) en Flevoland (16 monsters) gebruikt. 67 monsterlocaties met een waterdiepte van 1,00 m of minder werden toegekend aan de emerse zone (E), de overige 93 aan de submerse zone (S). De gebruikte oeverlengtes (variërend tussen 0% en 38,5%) en –breedtes (variërend tussen 0,0 en 18,0 m) per deelgebied geven de situatie in 2012 weer.
Voor de beoordeling van het KRW-waterlichaam IJsselmeer blijft de abundantie wat achter, wat in belangrijke mate te wijten is aan de slechte toestand van de oevervegetatie (alleen in het deelgebied Friesland-west scoort de oevermaatlat matig). Omdat de grens tussen GEP en Matig is vastgesteld op 0.23, voldoet het IJsselmeer aan het GEP op de maatlat ‘overige waterflora’.