Monitoring 2016 – Er zijn 180 PQ’s opgenomen, waarvan er 80 gepland waren in ondiepe zones (ODP: 0-1,5 m), 80 in diepe zones (DP: 1,5-3 m) en 20 in extra diepe zones (DPE: 3-6 m).
Toestand en trends – Vergeleken met eerdere meetjaren in de period vanaf 2005 is de bedekking met waterplanten in 2016 bijzonder hoog; ten opzichte van 2013 is de gemiddelde bedekking verdubbeld. Draadwier en darmwier zijn ten opzichte van 2013 niet toegenomen. Smalle waterpest Elodea nuttallii, die tot en met 2013 nagenoeg niet werd aangetroffen in het Volkerakmeer, heeft zich in de afgelopen paar jaren explosief vermeerderd en komt nu in ca. de helft van de PQ’s voor; vooral in diep water vormt het soms woekerende matten. Kranswieren (twee Chara-soorten) zijn ook sterk toegenomen ten opzichte van eerdere meetjaren. Een zeer sterke toename was ook te constateren van Doorgroeid fonteinkruid Potamogeton perfoliatus, waarvan zowel de gemiddelde bedekking als het aantal vindplaatsen is verdrievoudigd ten opzichte van 2013, en voor Aarvederkruid Myriophyllum spicatum. Daarentegen lijkt de populatie van Gekroesd fonteinkruid Potamogeton crispus in te storten en neemt Snavelruppia Ruppia maritima geleidelijk verder af.
Hoge waterplantenbedekkingen komen voor in waterdieptes tot ca. 4 m, in water dieper dan 4,8 m zijn de bedekkingen verwaarloosbaar.
Nieuwe- en opvallende soorten – In 2016 werd Brede waterpest Elodea canadensis voor het eerst in de periode vanaf 2005 aangetroffen. Smalle waterpest Elodea nuttallii, dat in 2016 in de helft van alle PQ’s werd aangetroffen, was voorheen alleen in 2009 op één plek gevonden. Dit ligt geheel in de lijn van de in 2015 geconstateerde explosieve toename van Smalle waterpest in het Zoommeer.
KRW-beoordeling – Voor de berekening van de maatlatscores zijn alle 180 monsterlocaties gebruikt, verdeeld over de deelgebieden Volkerak-Oost en Volkerak-West. Er waren 44 monsterlocaties met een waterdiepte van 1,00 m of minder die werden toegekend aan de emerse zone (E), alle overige aan de submerse zone (S). Er is één waarde voor oeverlengte (53,85%) en voor oeverbreedte (8,01 m) gebruikt voor het gehele waterlichaam.
Voor de beoordeling van het KRW-waterlichaam Volkerak is de grens tussen GEP en Matig vastgesteld op 0.30, zodat de beoordeling op de maatlat ‘overige waterflora’ Goed is.