Monitoring 2016 – In het waterlichaam Brabantse Biesbosch zijn 40 pq’s opgenomen, waarvan 20 in de nieuwe Noordwaard. Ieder pq bestaat uit een water- en een oeverdeel.
Toestand en trends – In 2016 is de waterplantenbedekking hoog in vergelijking met het voorgaande meetjaar 2013. In de soortensamenstelling zijn geen duidelijke trends waarneembaar, behalve dat door de toevoeging van de Noordwaard aan het waterlichaam een groot areaal water en oever is ontstaan waarin in 2016 vooral pioniersoorten werden aangetroffen. Opvallend is dat Doorschijnend sterrenkroos Callitriche truncata in 2016 niet is aangetroffen, en dat Puntdragend glanswier Nitella mucronata alleen op één plek in de Noordwaard is gevonden.
Opvallende soorten die in de Noordwaard zijn aangetroffen zijn Gewoon kransblad Chara vulgaris (5 locaties) en Driekantige bies Schoenoplectus triqueter.
De soorten uit de oeverzone kunnen niet vergeleken worden met eerdere opnames, omdat in 2016 voor het eerst aparte oever-pq’s zijn opgenomen.
Nieuwe- en opvallende soorten – Nieuw aangetroffen soorten waterplanten zijn Haarfonteinkruid Potamogeton trichoides, Puntig fonteinkruid Potamogeton mucronatus, Naaldwaterbies Eleocharis acicularis, Gewoon sterrenkroos Callitriche platycarpa en Stomphoekig sterrenkroos Callitriche obtusangula.
Opvallende in 2016 aangetroffen soorten oeverplanten zijn: Spindotter Calta palustris ssp. araneosa (4 pq’s), Driekantige bies Schoenoplectus triqueter (1), Groot warkruid Cuscuta europaea (2), Slanke waterweegbree Alisma lanceolatum (4), Wollige munt Mentha x rotundifolia (2).
Natura 2000 – Een groot deel van de Biesbosch (Brabantse, Dordtse en Sliedrechtse Biesbosch inclusief Nieuwe Merwede, exclusief Noordwaard) is aangewezen voor het habitattype H360B (Beken en rivieren met waterplanten). De in het meetnet Water- en Oeverplanten verzamelde informatie laat echter geen beoordeling toe.
KRW-beoordeling – QBWAT berekeningen zijn uitgevoerd zowel inclusief- (40 meetpunten macrofyten + 2 meetpunten fytobenthos) als exclusief (20 meetpunten macrofyten + 1 meetpunt fytobenthos) de Noordwaard. Monsterlocaties en meetlocaties zijn gelijk; Voor het % oeverplanten is gerekend met resp. 0,35% (Amer), 0,06% (Brabantse Biesbosch) en 0% (Noordwaard).
De totaalscore is 0,526, boven de ondergrens van het GEP (0,46). De beoordeling op de maatlat ‘overige waterflora’ daarom Goed voor het waterlichaam inclusief Noordwaard en Matig als de Noordwaard niet wordt meegerekend.