Bij de eerste experimenten (vanaf 1820) betrok men de perslucht van een leiding langsheen het parcours. Dit was niet ideaal, en al vlug werd overgestapt
op het meenemen van een voorraad perslucht, opgewarmd onderweg via stoom uit een zogenaamde "bouillotte". De trams hier afgebeeld zijn van het
type "Mékarsky", in Parijs . Ze hadden een beperkte autonomie, en moesten dus geregeld bijgevuld worden.
Hieronder een zicht op de "bouillotte" en een Mékarsky tijdens de Parijse overstroming in 1910.
Vanaf 1879 werd het Mékarsky-systeem toegepast op het tramnet van de Franse stad Nantes, waar in 1900 een vloot van 94 persluchttrams reed (foto's
hieronder). Vanaf 1917 werden ze vervangen door elektrische trams. Onderaan rechts ook weer tijdens een overstroming.
Er reden ook persluchttrams in dezelfde periode in Aix-les-Bains, Saint Quentin, Vichy en La Rochelle. Meer info
over persluchttrams en -treinen vindt u hier (trams) en hier (trams en treinen) en op Wikipedia hier.
Er zijn persluchttreinen gebruikt tot tussen de 2 wereldoorlogen, sommige zelfs tot de jaren '60. Vooral in de
mijnbouw en de tunnelbouw bewezen ze hun diensten daar ze geen uitlaatgassen en geen vonken produceerden.
Foto's hieronder, met het oudste model uit 1840 van Andraud en Tessié du Molay en meer info over de treinen hier.
In de tweede helft van de 19de eeuw, "the horseless age", werden allerlei manieren geprobeerd om wagens aan te drijven: benzine, gas, stoom,
elektriciteit, en ook perslucht.
 Boven: Lee Barton Williams 1926
Onder: Pneumatic carriage company 1898
Rechts: Roy Meyers, Los Angeles 1932
|
 |
 |
Links: Stanley F 20HP eerst stoom, dan omgebouwd naar perslucht door Hugh
Rechts: De Hartley Power Supply Company uit Chicago had in 1897 een model op perslucht
|
 |
Le Plongeur: eerste duikboot aangedreven met een
persluchtmotor. Rochefort 1863
Vliegtuig op perslucht: Augustus HERRING met
de eerste bemande vlucht in 1899, vier jaar voor
de gebroeders Wright.
Britse torpedo's worden met perslucht gevuld 1916.

De Beaumont-English tunnelboormachine werkte op perslucht en werd gebruikt om de kanaaltunnel tussen Frankrijk en Engeland te boren in 1876. De werken werden echter door de economische crisis stilgelegd in 1883, nadat aan beide kanten iets minder dan 2 km gerealiseerd was. |
 |
|
Vanaf 1853 in Londen en later ook in Parijs, Berlijn , Wenen en Praag, New York en Philadelphia en vele andere steden werden telegrams, post en pakjes vervoerd door ondergrondse pijpen. Experimenten met een kat, cavia's, een haan, een bokaal met goudvissen en tenslotte mensen in de wagentjes bleven niet uit. (afbeelding links)
De wagentjes werden door perslucht voortgestuwd. Grote ventilatoren of compressoren maakten het luchtdrukverschil in de pijp voor en achter de wagens.
Later werd persluchtpost ook gebruikt in kantoren, grote winkels, banken en zelfs door de NASA. In New York werd het netwerk 27 mijl lang en bleef in gebruik tot 1953. In Parijs werd het 450 km lang, in gebruik tot 1984.
Nu zijn dergelijke systemen nog in ziekenhuizen actief.
Rechts: Persluchttanks in het postkantoor van Parijs
|
In 1812 had George Redhurst in Londen het idee passagierswagons door tunnels te "blazen". In 1864 reed in Londen gedurende 3 maanden een passagierstrein gezogen door een 550 meter lange tunnel in het Crystal Palace Park.
Van 1870 tot 1873 reed er onder Broadway in New York een korte metrolijn op perslucht, de Beach pneumatic transit, naar het Londense voorbeeld. (onder en rechts)
De wagen vervoerde 22 personen. Van de 8 km tunnel werd maar 95 meter afgewerkt, wat er eerder een attractie van maakte dan een tram. In zijn eerste jaar werden 400.000 ritjes heen en weer gemaakt. Een beurscrash zou het project uiteindelijk zonder fondsen zetten. |

De wagen werd geblazen en gezogen door enorme ventilatoren. De toegang was in de kelder van een grote kledingwinkel. |
Kindervoertuigen op perslucht uit 1925 (links) en 1933 rechts).
Het rechtse wagentje had een throttle, een rem- en een achteruithendel, en twee luchtcilinders onderaan in het chassis.
Zie het filmpje links hieronder.
|
|
Rechts: In 1897 werden driewielers op perslucht ingezet voor postverdeling in Chicago: twee wielen vooraan, en één wiel achteraan. Ze konden het werk dat de paarden in 8 uur deden, verrichten in slechts vier uur. De driewielers waren het werk van uitvinder Hartley waren geluidloos en reden ongeveer 50 km per dag met een snelheid van rond de 20 km per uur. Dit alles werd verkondigd door de krant New York Times, maar het is onduidelijk of dit ook allemaal gerealiseerd is. Onder: Dragster van Garrett uit de sixties. Snelheid 160 mijl/u
|
 |
Interview met Scott Robertson van de website Aircaraccess (geschiedenis van persluchtvoertuigen, uitvinders, patenten, technologie, ... in het Engels)