Getuigenissen
„Uiteraard kom je jezelf tegen”
Een goede vriend van Veerle Putman (37) overleed vier jaar geleden aan een hartaderbreuk. Een paar weken later las ze in Kerk & Leven een aankondiging voor „Op de fiets met God”, een vijfdaagse bezinning georganiseerd door de Oude Abdij van Drongen. De bibliothecaresse van het Gentse Sint-Bavohumaniora voelde dat ze hieraan moest deelnemen en schreef zich in. -Geen vanzelfsprekende keuze, want u was niet met geloof bezig. Dat klopt. Was mijn vriend niet gestorven, dan was die aankondiging mij wellicht ontgaan. Ik ben thuis katholiek opgevoed, maar vanaf mijn zestiende gingen mijn ouders – en dus ook ik – niet meer elke week naar de mis. Iets dat ik helemaal niet erg vond. Ik kwam nog af en toe in de kerk, omdat ik in het Gents Madrigaalkoor en andere koren zong, maar dat was dan ook alles. Op die fietsbezinning is voor mij een heel andere manier van geloven opengegaan: één die sterk betrokken is op wie je bent en wat je doet. Zo lazen we Bijbelteksten en moesten we die via concrete vragen op ons leven leggen. -Het begin van uw gelovige ontdekkingstocht? Ik volgde nadien retraites in de Oude Abdij van Drongen, waaronder de Geestelijke Oefeningen in het dagelijks leven, en begon ook langzamerhand opnieuw naar zondagsvieringen te gaan. Ik begon ze steeds beter te begrijpen en werd er af en toe ook echt geraakt. Voorts deed ik in juli 2012 mee aan een veertiendaagse staptocht van Loyola naar Javier, ook georganiseerd door de jezuïeten. Die pelgrimstocht door het Spaanse Baskenland sprak mij aan, omdat het ook een sportieve uitdaging is. Uren stil op een bankje in een abdij zitten, is niets voor mij. Die Loyolatocht was er een met weinig luxe. We sliepen op een matje in een sportzaal of kerk en een douche was soms niet meer dan een hokje van canvas waarin een tuinslang hing die aangesloten was op een dorpskraan. Je nam alleen mee wat je zelf kon dragen. Best niet te veel als je jezelf niet te veel wilde belasten. Geen stress dus om wat je ’s morgens ging aandoen, zolang het maar iets droogs was. Je eigen bagage dragen was ook symbolisch, omdat ieder van ons in zijn of haar leven ook een rugzak meedraagt. -Geen vrijblijvende tocht ook, zo blijkt uit de folder, want je „onderschrijft een verbintenis met jezelf en ook met anderen en vooral met de Ander”. Doordat je bijna continu in de natuur wandelt en weinig auto’s en publiciteit tegenkomt, krijg je minder indrukken dan in het dagelijkse leven, waardoor je minder afgeleid bent en meer gaat verstillen. En uiteraard kom je jezelf tegen tijdens zo’n tocht, omdat je fysiek je grenzen opzoekt. Zo had ik grote blaren op mijn voeten, maar wou ik pas na lang aandringen mijn rugzak voor enkele uurtjes afgeven. We stapten twintig tot dertig kilometer per dag en in een groepje met ongeveer zeven generatiegenoten. En verrassend: er is nooit ruzie geweest. Ik vermoed dat dat is, omdat je elkaar goed leert kennen en daardoor meer begrip kunt opbrengen voor de anderen. Ook de Ander kwam op ons pad. Zo kreeg de hele groep, zo’n 35 mensen, ‘s morgens een inleiding op het thema van de dag, onder meer gestoffeerd met Bijbelteksten. ’s Avonds wisselden we daarover uit en viel het op hoe elkeen dezelfde tekst anders invult. We stapten ook dagelijks een half uur in stilte om een vraag zoals „Wie is God voor mij?” te overwegen en zochten elke namiddag een rustige plek in de natuur uit om er gedurende een half uur in stilte te bidden. En natuurlijk vierden we ook samen eucharistie. Onder meer in de kamer waarin Ignatius van Loyola, de stichter van de jezuïeten, op zijn ziekbed ervoer dat God hem riep. Er was ook een viering waarin we de mogelijkheid kregen te biecht of een verzoeningsgesprek te hebben. Om de tocht af te sluiten was er een viering in de tuin van het jezuïetenhuis in Javier. Op het einde ervan werden we als pelgrims het leven in gezonden en kregen we een eenvoudig kruisje uit klei waarin de woorden A Dios waren in gegraveerd. Dat betekent niet alleen „tot ziens”, maar ook „tot God”. -Volgens organisator Leo De Weerdt zie je de wereld en de anderen met andere ogen na de tocht. Herkenbaar? Zeker. Je laat je makkelijker leiden door je intuïtie en let bijvoorbeeld meer op non-verbale communicatie. Op zo’n tocht slaag je er goed in je problemen een plaats te geven waardoor er meer openheid voor anderen komt. Dat merkte ik toen een collega na de tocht mij iets persoonlijks kwam vertellen, terwijl ze voordien amper een woord met mij had gewisseld. Ik merkte ook dat ik in de supermarkt vaker enkel het hoogstnodige kocht en mij ook minder door reclame liet leiden. Al bots je terug thuis ook wel met je kop tegen de muur. Zo is over God praten zo evident tijdens de tocht, dat je haast zou vergeten dat het dat thuis niet altijd is. Gelukkig komen we tweemaal per jaar een weekend samen met de deelnemers van de voorbije tochten en spreken we met het stapgroepje maandelijks af om lief, leed en geloof te delen. Bijeenkomsten die ik niet meer zou kunnen missen. -Slaag je erin die openheid naar anderen lang vast te houden? Die is niet meer zo sterk als meteen na de tocht, maar kan ik toch weer wat oproepen als ik tijd maak voor stilte en gebed. Ik heb thuis een ruimte die sober is ingericht en daar probeer ik dagelijks stil te vallen. Inspiratie voor gebed vind ik op www.gewijderuimte.org, waar je een leidraad vindt om tien minuutjes te bidden. Ook als lid van de logistieke ploeg op de Loyolatocht deze zomer voelde ik opnieuw die openheid. En nog veel sterker tijdens de pelgrimstocht die ik meteen daarna ondernam van Saint-Jean-Pied-de-Port naar Santiago de Compostella. Verbazingwekkend hoe je op de camino met mensen kunt communiceren zelfs als je geen gemeenschappelijke taal hebt. |
Pelgrimstocht. Pelgrimeren is thuiskomen.
Impressies van Guy in het Parochieblad deelnemer Loyolatocht 2014 - Stappen. Stappen als pelgrim met je rugzak op je rug. Door de bergen, de hitte of de regen. Dat stappen heeft iets speciaals dat we in deze snelle wereld totaal verloren zijn. Het brengt mij terug naar het ritme dat volgens mij past voor de mens. Traag. Radicaal traag. Leerschool voor geduld. Maar altijd vooruit. Stap voor stap. Van een evenwicht naar een ander evenwicht door een evenwicht los te laten, soms letterlijk ook in diepe modderige wegen naar boven. Soms op mooie bergkammen met losse puntige rotsen. Je komt na enkele dagen op een eigenaardige wijze terug naar jezelf alsof de wereld je overal verspreid en verdeeld had. Dank zij de confrontatie met je eigen grenzen van moeheid, en voorbij die grenzen, het contact met de prachtige natuur, en vooral ook het contact met je medepelgrims, het samen leven in groep met een minimale privacy. Voorbij je kracht en je moed kom je tot een kwetsbaarheid die vele poorten opent in en rondom jezelf. Niet alleen naar anderen maar ook naar God toe. De genade van zo'n tocht is dat dit terugkomen naar jezelf je dichter bij de andere brengt. Dichter ook bij God. Het was niet enkel letterlijk maar ook symbolisch dat we mochten ontwaken in oude kleine kerkjes onder Gods aanwezigheid. Voor mij is het zo bevrijdend te leven in een groep waar God niet taboe is. Zalig dat God daar aanwezig mag zijn tot in onze humor. Dat pelgrimeren heeft ook iets verslavend. Als het gedaan is wil je onmiddellijk opnieuw of verder. Het komt er dan op aan dit traag vooruitstappen van evenwicht naar evenwicht te vertalen, te hertalen naar het concrete leven van elke dag, waar agressie, sleur en stress het eerste en laatste woord hebben. De spiritualiteit van het pelgrimeren brengt je dan terug naar jezelf. Je leeft weer wat meer in jezelf door een kracht buiten jezelf: een kracht met een grote K. |
Hoe de uiterlijke tocht leidt naar innerlijke verdieping…
Een pelgrimstocht van Loyola naar Javier... van 11 tot 24 juli 2014 Kerk en Leven Brugge- interview Parochieblad
Zondag 13 juli 2014 Loyola. Om 8 uur vertrekken een 23-tal pelgrims verdeeld in drie groepjes op pelgrimstocht in het voetspoor van Iñigo, Spaans Baskisch edelman, (stichter van de Jezuïetenorde) naar Javier, dat ze na 10 dagen stappen zullen bereiken. Een pelgrimstocht zoals zovele ? Niets is minder waar. In tegenstelling met de vaak individuele en meer en meer prestatie gerichte pelgrimstochten naar Santiago de Compostela, naar Rome, naar Nidaros is deze tocht niet zomaar vrijblijvend. Al bij het inkijken van de folder stel je vast dat een inschrijving voor deze tocht geen evidentie is. Door samen met anderen op tocht te gaan, een stukje diepgang zoeken, schrijf je je niet zomaar in alsof het de eerste beste wandeltocht betreft, maar onderschrijf je een verbintenis met jezelf en ook met anderen en vooral met de Andere. Een gesprek met Leo De Weerdt, organisator en bezieler van Loyolatochten.
Is dit geen hinderpaal waar mensen op afhaken ? De informatiefolder geeft denk ik goed de opzet van onze tocht weer: namelijk oog leren hebben voor een drietal domeinen in ons leven waar we terug wat tot eenheid willen mee komen: onze verbondenheid met de natuur, terug ons eigen lichaam ervaren met zijn mogelijkheden en beperkingen, open staan voor de andere en de Andere, en dit alles in het voetspoor van de weg die Ignatius zelf is gegaan. Belangstellenden nodigen we voorafgaand uit voor een gesprekje en we organiseren voor de start een bijeenkomst waar de deelnemers met elkaar kunnen kennismaken. Maar toch blijft deze tocht bijzonder ? In Loyola maken we kennis met lgnatius, de man die, doorheen zijn betrokkenheid op het wereldgebeuren, plots ervaart dat zijn leven ook iets met God te maken heeft, en God met zijn leven. Hij komt tot de bevinding dat, wanneer hij daarop ingaat, een innerlijke vrede en een diepe vreugde hem voortstuwen, en beslist daarom anders te gaan leven. Hij begeeft zich op tocht, gewoon om God voor 'n stuk het roer van zijn leven te laten overnemen. Vertrekkend uit Loyola, de ogen gericht op de machtige Baskische bergen, blikken we terug op ons eigen leven. Wellicht ligt er ergens een rode draad in. Misschien kom ik tot de ontdekking dat er al heel wondere dingen gebeurd zijn in mijn leven, dingen die mogelijk iets vertellen over de weg die God met mij gaat. Ook het minder fraaie is aanwezig in de wereld waarin wij staan, en voor 'n stuk in ons eigen leven. Aan eigen krachten overgelaten zal de wereld niet veranderen, en worden wijzelf wellicht ook niet beter. We stellen ons dus open voor het bevrijdende woord van God. Hij nodigt ons uit onszelf 'au sérieux' te nemen, en ons leven tot echtheid te brengen, zowel naar onszelf als naar de anderen toe. Wij nemen dan ook de tijd om te kijken hoe Jezus in zijn leven steeds 'echt' is geweest. Te Javier sluiten we dankbaar onze voettocht af, en worden we, zoals Francisco missionaris van het Oosten, terug de wereld ingezonden, naar mensen toe. Een wereld en mensen die we nu wellicht met andere ogen gaan bekijken. Gedragen door de diepe vriendschap die op de tocht ontstond, willen we onze verworven inzichten gaan waar maken.
Niet niks, maar hoe realiseer je dat tijdens zo'n tocht ? Bij de ochtendwijding wordt telkens het thema van de dag aangereikt, samen met enkele tips voor bezinning en gebed. Iedere stapper krijgt een pelgrimboekje mee waarin dat alles zeer zorgvuldig is opgetekend. Je merkt het, deze pelgrimstocht heeft een eigen stempel. Het is niet zomaar een sportieve manier om aan toerisme te doen en het Baskenland te verkennen. Het is meer. Deze tocht is ook bedoeld als een eigentijdse manier om zichzelf te ontdekken en goed met zichzelf om te gaan, om het beste van onszelf naar boven te laten komen, en om van daaruit zin en richting aan ons leven te geven. Hij richt zich dus tot mensen die met open ogen en een open hart de dag van morgen tegemoet willen. Mensen die niet meteen alle gaatjes opgevuld hebben met zekerheden. Om echt te weten wat deze tocht met je doet moet je hem zelf ooit eens meelopen.
Gelijkgestemde zielen dus ? Niets is minder waar. Iedereen is verschillend. De tocht is vooral een confrontatie met jezelf. Vooreerst het fysieke : tien dagen stappen in bergachtig terrein met een rugzak van tien kilo weegt door: je voelt terug je hele lichaam door het stappen én dragen van de rugzak heen. Ook de materiële vanzelfsprekendheden moet je je ontzeggen: een gsm, laptop, een bed, je kleerkast… Het is ‘back to basics’… Daarbij aansluitend heb je de mentale confrontatie: de verschillende gevoelens en gemoedstoestanden die opkomen tijdens stappen, de eventuele pijn aan de voeten… het zijn allemaal zaken die je verplichten afstand te nemen van je dagelijkse routine en er voor zorgen dat je tot een nieuwe ervaring komt : de diepmenselijke laag in jezelf. Het is precies daar waar God je aanraakt en tot leven roept. Een bevrijdende ontdekking. Het samen op tocht gaan met een groep van verschillende mensen inzake leeftijd, achtergrond, verwachtingen is zeer verrijkend. Tijdens de uitwisselingsmomenten per groepje worden persoonlijke en authentieke ervaringen gedeeld. Dit is maar mogelijk door het respect en vertrouwen dat dag na dag groeit. Onderweg heeft iedereen ruim de tijd om bij een rustpauze de teksten in het stapboekje door te nemen, alsook de vragen die je eigen persoonlijke bezinning en gebed kunnen verdiepen.
Zo'n tocht vraagt toch heel wat organisatie? Vast en zeker. De voorbereiding vraagt heel wat inspanning. Het uitstippelen van de routes, de overnachtingsplaatsen, de nodige aankopen, … Gelukkig beschikken we over een enthousiaste ploeg van 11 vrijwilligers die instaan voor de logistiek en telkens een veranwtoordelijke en een begeleider naar inhoud toe per stapgroepje. Tijdens de tocht is het hard werken voor de logistieke ploeg. Iedere dag de overnachtingsplaatsen in orde brengen, de maaltijden voorbereiden, douchecabines en wc’s plaatsen, … De volgende dag moeten we alles opruimen, de vrachtwagen in en naar de volgende stopplaats. In 2016 zal het 25 jaar geleden zijn dat de eerste Loyolatocht startte. Een jubileumjaar ? Het zijn de pelgrims zelf die ons inspireren om elke keer (nu om de twee jaar) de tocht te laten doorgaan. De Loyolatocht is een uiterlijke pelgrimstocht die leidt naar innerlijke verdieping. Het aangegane engagement bij de inschrijving rijkt verder dan de tocht. De tocht wordt een zending, de drive om voor een ander leven te gaan.
“God wil dat ik vrij ben. Vrij om te doen wat best gedaan wordt. Vrij word ik pas gaan-de-weg. Zo ben ik dankbaar voor de afgelegde weg. Ik vraag licht en kracht voor de weg die zich nu voor mij aftekent, en ook moed om terug te keren tot het laatste juiste pijltje, mocht ik ooit verloren lopen.”
Koen De Witte |
Zélf pelgrimeren om pelgrims te begeleiden
Langs bronnen en door woestijnen
Op pelgrimstocht gaan van Loyola naar Javier. Het bleek voor mij een uitdaging en een zoektocht naar vertrouwen en overgave. Vanaf het begin werd ons voorgehouden dat we eigenlijk twee tochten begonnen. De fysieke tocht bracht mijn leven even weer terug naar een basisbestaan: wat heb ik werkelijk nodig, wat kan ik meeslepen, wat met die hitte en de vele stapdagen? Maar ook: hoe dichtbij de natuur kan je eigenlijk wel leven, welk een plezier om gewoon op weg te zijn! De innerlijke tocht volgde een bergachtig parcours. Op tocht gaan geeft tijd om na te denken en te bidden op velerlei wijzen: wie ben ik, waar sta ik, hoe sta ik tegenover anderen, wat is de plaats van God in mijn leven? Maar ook: hoe ga ik om met het aanbod van Zijn liefde? Dag na dag vorderden we op beide vlakken in een sterke dynamiek, afwisselend langs bronnen en door woestijnen.
Ignatius achterna We waren alleszins in goed gezelschap. We reisden in het voetspoor van Ignatius van Loyola, op beide tochten. Hij legde immers een lange weg af: van hang naar wereldlijke roem over hang naar geestelijke heroïek naar een besef van zijn eigen kleinheid, maar ook van zijn kracht en waarin die geworteld was. De trots en wil om zijn leven zelf vorm te geven zijn voor mij heel herkenbare thema's. Voor de tocht bleek al dat het durven loslaten en vertrouwen ook voor anderen een belangrijk aspect was. Loslaten is echter geen achterlaten: het werd ons eerder gepresenteerd als “anders vastpakken”, zodanig dat het je niet onvrij zou maken. Ignatius' tocht en de invloed die het op zijn hele verdere leven had, leverde ons een concrete methode om hiermee op weg te gaan. Als pelgrims op weg gaan...kunnen wij dan achterblijven? We trokken door het prachtige landschap van het Spaanse Baskenland en Navarra. Elke dag weer mochten we genieten van die scheppingsmozaïek, waar we zelf allemaal slechts een puzzelstukje van zijn. De grootsheid vulde me met ontzag, met een diep gevoel van dankbaarheid en aanvaarding. Er was ook een keerzijde aan die medaille. We kunnen niet blind blijven voor het kwaad dat in die schepping huist. Voor mij leidde dit deels tot een gevoel van onmacht: de taak om mee te bouwen aan Gods Rijk is immers zo groot indien we ons geconfronteerd weten met de alomtegenwoordigheid van onrecht en onrechtvaardigheid! Toch ervoer ik ook een troost: als we bereid zijn te werken met Hem en voor Hem, zal Hij werken met ons, door ons en in ons. Een van de allermoeilijkste dingen was voor mij het erkennen van het heel concrete kwaad in mezelf en er ook een plaats aan geven. De drang om een goed mens te willen zijn en al het kwaad daarvoor te externaliseren is groot. Op onze 'woestijndag', waarin we alleen op tocht werden gestuurd, werd ik hier sterk mee geconfronteerd. Het was een contact met het diepste van mezelf, die tempel waar God woont. Geen geblindeerd of afgesloten construct, maar een bouwsel met open zicht op de wereld, waar de winden van die wereld ongemoeid doorheen kunnen waaien – verhalend van zowel goede als kwade dingen. Met de pijn kwam echter ook een heel bevrijdende ervaring: het gevoel van dankbaarheid om zelfs nu aanvaard te zijn, opgenomen in Liefde, met een heel royaal aanbod: “Ik wil met jou iets nieuws beginnen.” Na een mistige tocht, kwamen we zo boven op de berg aan – een prachtig uitzicht onder een staalblauwe hemel. Als Hij ons zo liefheeft, kunnen wij dan achterblijven? Unidos como hermanos Het sterke aan een pelgrimage ligt niet enkel in het individuele aspect. Het is net de uitgesproken verbondenheid met anderen, veraf en dichtbij, die het meer dan wat ook de moeite waard maakt en die kracht geeft om door te gaan. We werden op vele manieren ondersteund. Eerst en vooral door onze logistiekers, een dappere pijltjes- en kookploeg en tal van begeleiders. Elke keer kregen we echter ook weer beschikking over een kerk (met klokken) of andere gelegenheid om te overnachten. Natuurlijk stond niets ons in de weg een nacht onder de prachtige sterrenhemel door te brengen – voor diegenen die het aandurfden. Ondanks het feit dat het groepsgevoel in de grote groep uitstekend was, lag voor mij de echte kern van de ervaring toch in ons achtkoppige stapgroepje. Omgaan met anderen verliep nochtans niet altijd even vlot. Ook dat was een uitdaging en een groeiproces in vertrouwen. De meeste mensen kenden elkaar immers niet en waren zo verschillend! Doorheen de dagen was er echter een duidelijke evolutie. Dit bleek vooral in de ‘deelrondes, een dagelijkse terugblik op een persoonlijk halfuur voor eigen reflectie en gebed eerder op de dag. In de eerste deelrondes was een zekere terughoudendheid merkbaar, hoewel ik wel dacht aan te voelen dat er bij iedereen de wil was daar samen in te groeien. Dat is zeker geslaagd. De laatste uitwisseling, bij het slot van Javier, was heel krachtig, in die mate dat onze groep na afloop nog lange tijd stil bij elkaar bleef zitten om het gevoel wat langer vast te houden. In zo'n groep, waarmee je er vaak zingend op uit trekt, waar mensen elkaar ondersteunen zodra het even moeilijk lijkt te gaan en waar je in gesprekken wederzijds grootsheid en kleinheid kan erkennen, kan je ook in je vriendschap God op het spoor komen. Een gesprek of ontmoeting van mens tot mens kan dan immers resulteren in een ontmoeting op het niveau van ieders persoonlijke tempel, met de uitnodiging er binnen te komen. Zo wordt een ontmoeting tussen mensen ook een ontmoeting in de Heer. De uitdaging: “zaad van Gods Rijk” “...En op duizend wegen zendt U ons weer uit, om het zaad te zijn van Gods Rijk.” Dit is de laatste regel van een lied dat we vaak gezongen hebben in onze groep. Het verhaalt hoe God voor ons Waarheid, Weg en Leven kan zijn, hoe Hij ons oproept niet bang te zijn en ten slotte...hoe we met die wetenschap uitgestuurd worden in het spoor van Christus. Dat is de uitdaging waarvoor ik me nu gesteld voel, een uitdaging van vertrouwen in mezelf, in anderen en in God. Het zaad zijn van Zijn Rijk, een aanbod van liefde dat sterker is dan de dood,...het lijkt zoveel groter dan ik, lijkt zo'n overgave te vragen dat ik er niet toe in staat ben. Zelfs op het einde van onze tocht in Javier was ik dat niet. Twee dingen mocht ik toen echter ervaren. Ten eerste mocht ik herontdekken dat 'zaad zijn' niet noodzakelijk grootse dingen omvat. Het betekent openstaan en bereid zijn iets van de liefde die we zelf ervaren door te geven, in concreto. Als tweede was er de ervaring van tekort te schieten in mijn antwoord op het aanbod dat werd gedaan. Het weerwoord was verlossend: geef maar waar je wel toe in staat bent zonder zorgen om wat je zou kunnen of moeten geven – daarmee raak je ongetwijfeld al een heel eind ver. Tot slot nog één kort gesprek dat me bijblijft als wegwijzer voor een grondhouding om mee door het leven te gaan. Het ging over dromen. Een medepelgrim vroeg me wat mijn grootste droom was. Ik heb vele dromen en wist ook wel iets te noemen, maar voelde me zelf niet echt tevreden met het antwoord dat ik gaf. De vraag die erop volgde was echter buitengewoon to the point: “Als je zou sterven, wanneer zou je dan het gevoel hebben dat je leven de moeite waard was geleefd te worden?” – “Eerlijk? Nu.” “Doe al het goede ~ John Wesley ~ Lieven Billiet
|
Javier is nog ver