Fungi - Dikarya - Basidiomycota - Agaricomycotina - Agaricomycetes  - incertae sedis - Russulales - Russulaceae - Russula - Russula fragilis

Russula fragilis

Fr., Stirpes agri Femsionensis 5: 57 (1825)

Russula fragilis var. fragilis - Broze russula (var. fragilis)

Fr., Stirpes agri Femsionensis 5: 57 (1825)

Russula fragilis var. gilva - Broze russula (var. gilva)

Einhell., Hoppea Denkschrift der Regensburgischen Naturforschenden Gesellschaft 43: 56 (1985)

Russula fragilis var. knauthii - Broze russula (var. knauthii)

(Singer) Kuyper & Vuure, Persoonia 12 (4): 451 (1985)

De Broze russula (Russula fragilis) is een kleine, zeer breekbare paddenstoel die bekendstaat om zijn extreem variabele hoedkleur en scherpe smaak. Het is een wijdverspreide soort die voorkomt in gemengde bossen en vochtige, bemoste habitats in Europa, Azië en Noord-Amerika. 

Belangrijkste kenmerken

Hoed: De hoed (2-5 cm in diameter) varieert sterk in kleur, van donkerpaars met een bijna zwart centrum tot verschillende tinten olijfgroen, violetroze of zelfs bleekgeel. De kleur vervaagt vaak snel. De hoed is aanvankelijk convex (gewelfd) en wordt later afgeplat met een ingedeukt centrum. De rand van oudere exemplaren is vaak gegroefd of gestreept.

Lamellen: De lamellen zijn wit en staan dicht op elkaar. Ze zijn aan de steel gehecht (adnex) en hebben kenmerkende, inkepingen of kartels aan de vrije randen, wat een goed diagnostisch kenmerk (loep).

Steel: De steel is lang in verhouding tot de hoed, smal knotsvormig en hol vanbinnen. Hij is wit, zeer broos en breekt gemakkelijk als krijt (een kenmerk van alle Russula-soorten).

Vlees: Het vlees is wit en heeft een zeer hete, scherpe smaak, vaak met een fruitige geur.

Sporenafdruk: De sporenafdruk is wit. 

Habitat: De Broze russula is een mycorrhizapartner en wordt vaak gevonden in de buurt van verschillende boomsoorten, waaronder berken, eiken en coniferen.