Fungi - Dikarya - Basidiomycota - Agaricomycotina - Agaricomycetes - Phallomycetidae - Geastrales - Geastraceae - Geastrum - Geastrum fimbriatum
Fr., Systema Mycologicum 3: 16 (1829)
De Gewimperse aardster hebben we binnen de gemeentegrenzen van Peel en Maas ook aangetroffen . Ook vondsten in Venlo (Zwart Water) Vlodrop station (Meinweg) en Eijsden en in Polen.
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De Gewimperde aardster (Geastrum fimbriatum) is een schimmel die behoort die behoort tot de familie Geastraceae. Hij is te herkennen aan de gelijktijdige aanwezigheid van minimaal zes slippen, een gewimperde mondzone zonder plooien, ringvoor of hof en het missen van een steeltje tussen bolletje en slippenkrans. De vruchtlichamen verschijnen alleen of in groepen van april tot november, maar meestal tussen september en oktober. De aardster groeit in zowel loof- als naaldbossen. Hij wordt vaak gevonden in het strooisel van naaldbossen, vooral onder sparren. Maar hij komt ook voor op bospaden, in struiken, op spoordijken of in parken en begraafplaatsen. De vruchtlichamen zijn 2 tot 8 cm breed en tot 5 cm hoog. Jonge vruchtlichamen zijn bolvormig en roodbruin van kleur. Ze ontwikkelen zich ondergronds. Bij rijpheid scheurt de buitenste schil (Exoperidium) stervormig open en buigt naar buiten. Dit tilt het vruchtlichaam uit de grond en geeft het een typische stervorm. Het exoperidium bestaat dan uit 5 tot 10 stervormige, lichtgrijsbruine tot crèmekleurige lobben die al snel opkrullen. Het endoperidium, dat wil zeggen de schaal die de binnenbal (sporenzak) omringt, is zittend en zit direct op de buitenschaal. Het oppervlak is crème tot bleekbruin, watachtig en bedekt met vastgegroeide aarde. Aan de top van de sporenzak bevindt zich een kleine, omzoomde opening die het peristoom wordt genoemd. Door deze licht kegelvormige opening kunnen de lichtbruin gekleurde sporen ontsnappen. Het peristoom heeft geen halo in de gerimpelde aardster. De ronde, fijne wrattige sporen hebben een diameter van 3 tot 4 µm. De Gewimperde aardster is een typische bos-aardster. De soort staat het meest in naaldbossen, maar is ook in loof- en gemengd bos,(duin)struwelen, tuinen en parken en langs lanen te vinden. De soort staat op droge tot matig vochtige plaatsen, vooral op zand, maar ook op lemig zand en klei, en heeft een lichte voorkeur voor kalkhoudende bodems. De gewimperde aardster groeit zowel op voedselrijke als op voedselarme bodems, vaak op plaatsen met veel strooisel. In Nederland komt hij algemeen voor. Hij staat op de rode lijst in de categorie 'kwetsbaar'. Hij is wijd verspreid in Nederland, ook in het binnenland. De soort is het meest algemeen in de binnenduinrand van de kalkrijke duinen en in Zuid-Limburg en wordt opvallend weinig gevonden in het Waddendistrict. In België is de gewimperde aardster de meest algemene aardster.
Dit artikel maakt gebruik van materiaal uit het Wikipedia-artikel "Gewimperde aardster", uitgebracht onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen License 3.0. Er is misschien inhoud weggelaten uit het origineel maar er is geen inhoud gewijzigd of toegevoegd.
Foto's © Alina & Chris Billekens.
Geastrum rufescens var. minor - Persoon Synopsis methodica fungorum: 134 (1801)
Lycoperdon sessile - Sowerby - Coloured figures of English fungi or mushrooms, Suppl. (no. 28 no. 1 of suppl.): [87] (1809)
Geastrum fimbriatum - Fries - Systema Mycologicum 3 (1): 16 (1829)
Geaster fimbriatum - Fries - Systema Mycologicum 3 (1): 16 (1829)
Geastrum tunicatum - Vittadini - Mem. Accad. Torino 5: 18 (1842)
Geastrum tunicatus - Vittadini - Mem. Accad. Torino 5: 18 (1842)
Geaster tunicatus - Vittadini - Mem. Accad. Torino 5: 18 (1842)
Geastrum novohollandicum - F. Mueller ex Berkeley - (as 'Geaster novo-hollandicus'), J. Linn. Soc., Bot. 13: 170 (1872)
Geastrum fimbriatum f. pallidum - A.H. Smith - Puffballs and their Allies in Michigan: 94 (1951)
Geastrum sessile - (Sowerby) Pouzar - Folia geobotanica phytotaxonomica Bohemoslovaca 6: 95 (1971)
Geastrum fimbriatum var. melanocyclum - Dörfelt, Kiet & A. Berg bis - Feddes Repertorium Specierum Novarum Regni Vegetabilis 115 (1-2): 172 (2004)
Geastrum fimbriatum var. pseudohieronimii - Calonge & M. Mata - Anales del Jardín Botánico de Madrid 62 (1): 34 (2005)
De Gewimperde aardster is een kleine tot middelgrote, licht gekleurde aardster; jonge exemplaren zijn vrijwel wit. Het bolletje zit in een verdieping van de slippenkrans, is ongesteeld en glad en heeft een gewimperde, niet begrensde mondzone. De 6 tot 10 slippen zijn vaak naar onderen omgerold en hebben aan de onderzijde vastgegroeide aarde. De zwamvloklaag laat aan de randen van de slippen vaak los, waardoor de onderliggende glanzende, roomwitte laag zichtbaar wordt. Bij oudere exemplaren kan de zwamvloklaag geheel ontbreken. Ongeopende vruchtlichamen groeien ondergronds en zijn bolvormig tot uivormig, 10-25 mm. Het oppervlak is crème tot bleekbruin, watachtig en bedekt met vastgegroeide aarde. De Roze aardster (G. rufescens) is veel groter, heeft grotere sporen en na drogen blijkt het bolletje toch gesteeld (kort en breed). Bovendien is na het afpellen van de zwamvloklaag een bruinroze tot licht vuilbruine laag zichtbaar. Jonge, net geopende exemplaren van de Gekraagde aardster (G. triplex) worden relatief vaak aangezien voor de Gewimperde aardster aangezien de hof soms moeilijk te zien is en de kraag nog niet ontwikkeld en bovendien de habitus hetzelfde is. De Gekraagde aardster heeft echter slippen met gladde bruine onderzijde zonder vastgegroeide aarde. Verwarring met de Viltige aardster (G. saccatum) komt ook voor. De Viltige aardster heeft slippen met okergele tot geelbruine onderzijde zonder vastgegroeide aarde.
Leo Jalink, 2019 CC-BY-SA 3.0
(bron: NMV Verspreidingsatlas Paddenstoelen, (zie onder links)De Gewimperde aardster (Geastrum fimbriatum) is een typische bos-aardster. De soort staat het meest in naaldbossen, maar is ook in loof- en gemengd bos,(duin)struwelen, tuinen en parken en langs lanen te vinden. De soort staat op droge tot matig vochtige plaatsen, vooral op zand, maar ook op lemig zand en klei, en heeft een lichte voorkeur voor kalkhoudende bodems. De Gewimperde aardster groeit zowel op voedselrijke als op voedselarme bodems, vaak op plaatsen met veel strooisel. De Gewimperde aardster is vrij algemeen en wijd verspreid in Nederland, ook in het binnenland. De soort is het meest algemeen in de binnenduinrand van de kalkrijke duinen en in Zuid-Limburg en wordt opvallend weinig gevonden in het Waddendistrict. In België is de Gewimperde aardster de meest algemene aardster. De Gewimperde aardster is de meest algemene soort van Europa en komt voor van de Middellandse Zee tot in Schotland, Noord-Scandinavië en Noord-Rusland.
Leo Jalink, 2019 CC-BY-SA 3.0
(bron: NMV Verspreidingsatlas Paddenstoelen, (zie onder links)Hansen L. & H. Knudsen (1997) - Nordic Macromycetes, Vol. 3: 342
Jalink, Leo M (1995) - De aardsterren van Nederland en België. Coolia 38 Supplement
Kelderman, P.H. (1996) - Aardsterren en Gesteelde stuifzwammen in Limburg. Natuurhistorisch maandblad 86(10): 235-249
Læssøe, T.; J.H. Petersen; T.G. Frøslev & J.Heilmann-Clausen (2024) – Key to star-shaped gastromycetes (Astraeus, Geastrum and Myriostoma). Keys to the fungi of temperate Europe
NMV (?) - Veldgids zeereep: Aardsterren (Geastrum en Myriostoma) online
Wertwijn, J.W. (?) - Determinatietabel aardster-achtigen voor natuurgidsen. Natuur in en om Diemen
Arnolds, Chrispijn & Enzlin (2014) - Hoofdstuk 22: Bermen van schelpenpaden in bossen. Ecologische Atlas Paddenstoelen Drenthe 2: 685 (met illustratie)
Breitenbach & Kränzlin (1986) - Pilze der Schweiz 2: 382 volgnr 501 (als G. sessile)
Chrispijn, R. ed. (1999) - Champignons in de Jordaan (De paddenstoelen van Amsterdam), Schuyt en Co, 162-163
Dam & Kuyper (2016) - Veldgids paddenstoelen II: 161 (met foto)
Eeden, F.W. van (1877) - Geaster fimbriatus - Franje-Aardster. Flora Batava 15: 1195-1195
Eyssartier & Roux (2013) - Guide Champignons France Europe: 1050
Fricke, S. & H-H. Handke (1961) -Untersuchungen zur 0ffnungsweise der Geastraceen-Fruchtkörper. Zeitschrift für Pilzkunde 27: 113-122
Gerhardt (1999) - Paddenstoelengids onderweg: 612
Jeppson, M., Nilsson, R.H. & Larsson, E. (2013) - European earthstars in Geastraceae (Geastrales, Phallomycetidae) – a systematic approach using morphology and molecular sequence data. Systematics and Biodiversity 11(4): 437-465
Jülich (1984) - Nichtblätterpize, Gallertpilze und Bauchpilze: 479 (als Geastrum sessile)
Keizer (1998) - Geïllustreerde Paddenstoelenencyclopedie: 146
Kelderman, P.H. - Hoe is het anno 2010 met de aardsterren in Limburg gesteld. Natuurhistorisch maandblad 2010 99-10 blz. 217-225
Knijnsberg, L. (2013) - Aardsterren in de duinen van Kennemerland. tussen Duin & Dijk - Natuur in Noord-Holland 12(3): 12-15
Læssøe & Petersen (2019) - Fungi Temperate Europe 2: 1248 (foto)
Merino A., Demetrio (2011) - Geastrum fimbriatum. MicobotanicaJaen
Tanchaud, P. (2019) - Geastrum fimbriatum Fr. Mycocharentes
Verma, R.K.; V. Pandro; D. Raj & D. Patel (2018) - Diversity of macro-fungi in Central India-XVII: Geastrum fimbriatum and Geastrum triplex. Van Sangyan 5-10: 1-11
Geastrum fimbriatum op internet: