Flagelloscypha pilatii

• Flagelloscypha pilatii - Agerer - Sydowia 27: 239 (1975)

Karakteristieke kenmerken voor deze soort zijn, naast het substraat (zie Ecologie en Verspreiding), de minuscule, ongesteelde, behaarde, witte vruchtlichamen, waarvan de haren dikwandig zijn. Basidiën zijn 4-sporig, en de sporen nogal ‘standaard’, d.w.z. ellipsoïd, en slank traanvormig.

Nico Dam, 2018  CC-BY-SA 3.0

Zoals de Nederlandse naam al suggereert is het Zeggezweephaarschijfje (Flagelloscypha pilatii) een soort met een karakteristiek substraat. Inderdaad wordt deze soort met enige regelmaat op dode stengels van zeggen (Carex) gevonden, maar hij kan ook op russen (Juncus), grassen of kruidachtige stengels groeien. Op hout zijn geen meldingen van deze soort bekend (maar dat kan natuurlijk komen doordat in de determinatieliteratuur het substraat als kenmerk wordt gebruikt of in ieder geval vermeld). In Nederland is het een zeldzame, maar wel verspreid door het land voorkomende soort. De feitelijke algemeenheid is waarschijnlijk ernstig onderschat; het Zeggezweephaarschijfje zal bij gericht zoeken waarschijnlijk veel algemener blijken te zijn.

Nico Dam, 2018  CC-BY-SA 3.0

• Agerer, R. (1979) - Flagelloscypha sect. Lachnelloscypha, a link between the genera Lachnella and Flagelloscypha. Persoonia. 10(3): 337-346

• Agerer, R. (1975) - Studien an cyphelloiden Basidiomyceten - Flagelloscypha. Sydowia 27: 131-266

• Cooke, W. Bridge (1961) - The Cyphellaceous Fungi. A Study in the Porotheleaceae. Beihefte zur Sydowia Annales Mycologici, Ser. II. IV. Beiheft

• Dam, N. & M. Dam (2017) - Droogteminnende paddenstoelen van Nederland. Verslag van de binnenlandse werkweek in 2016. Coolia 60-3: 155-179 

• Knudsen, H. & Vesterholt, J. (2008) - Funga Nordica: 244-247

• Knudsen, H. & Vesterholt, J. (2012) - Funga Nordica: 307