Fungi - Dikarya - Basidiomycota - Agaricomycotina - Agaricomycetes - Agaricomycetidae - Agaricales - Lyophyllaceae - Lyophyllum - Lyophyllum rancidum
(Fr.) Singer, Ann. Mycol. 41 (1/3): 103 (1943)
Lyophyllum rancidum, in het Nederlands bekend als de Wortelende grauwkop, is een middelgrote plaatjeszwam. De soort is goed te herkennen aan een combinatie van zijn grijze uiterlijk, een kenmerkende sterke ranse, melige geur en een lange, wortelende steel. In Nederland hebben we hem nog niet waargenomen (of herkend). Foto,s zijn gemaakt in Polen waar we hem op meerdere plekken gevonden hebben in begin november.
Uiterlijke kenmerken:
Hoed: De hoed is aanvankelijk kegelvormig en wordt later gewelfd, vaak met een duidelijke bult (umbon). De hoedhuid is eerst witachtig berijpt, maar wordt al snel glad en glanzend. De kleur varieert van grijs tot grijsbruin, en is soms concentrisch gekleurd. De rand van de hoed is glad (niet geribbeld).
Lamellen: De lamellen zijn grijs, elastisch en bochtig aangehecht.
Steel: De steel is cilindrisch of naar de top toe iets dunner wordend, glad, glanzend, grijs en kraakbenig van consistentie. Hij is van binnen hol. Het meest opvallende kenmerk is het wortelende deel dat diep in de grond steekt en vaak net zo lang, of zelfs langer, kan zijn als het deel boven de grond.
Vlees: Het vlees is dun, elastisch-stevig en grijs van kleur.
Geur: De Engelse naam is "Rancid Greyling", wat wijst op een ranzige geur.
Microscopische kenmerken:
De sporen van deze paddenstoel zijn inamyloïde (verkleuren niet met jodium), onversierd en min of meer rond.
De kieuwvlakken en -randen (lamelzijden en -randen) hebben geen cystidiën (speciale cellen).
Ecologie en verspreiding:
Het is een saprofytische schimmel, wat betekent dat hij leeft van dood organisch materiaal.
De schimmel groeit van de vroege herfst tot de vroege winter op een humusrijke bodem in loofbossen, vaak op voedselrijke of kalkrijke klei- of leembodems
De soort is in Nederland en België zeldzaam en staat vermeld op de Rode Lijst.
Alle foto's © Alina & Chris Billekens.
Agaricus rancidus - Fries - Systema Mycologicum 1: 141 (1821)
Collybia rancida - (Fries) Quélet - Mém. Soc. Émul. Montbéliard Ser. 2, 5: 99 (1872)
Tephrophana rancida - (Fries) Kühner - Bull. Mens. Soc. Linn. Lyon 7: 210 (1938)
Lyophyllum rancidum - (Fries) Singer - Ann. Mycol. 41 (1/3): 103 (1943)
Tephrocybe rancida - (Fries) Donk - Beih. Nova Hedwigia 5: 284 (1962)
Mycobank CC BY-NC-ND
Knudsen & Vesterholt (2008) - Funga Nordica: 503
Knudsen & Vesterholt (2012) - Funga Nordica: ?
Arnolds, Chrispijn & Enzlin (2014) - Hoofdstuk 27b: Loofbossen op basenrijke leem en potklei. Ecologische Atlas Paddenstoelen Drenthe 3: 385 (met illustratie)
Eyssartier & Roux (2013) - Guide Champignons France Europe: 542
Læssøe & Petersen (2019) - Fungi Temperate Europe 1: 286 (foto; als Tephrocybe rancida)
Tanchaud, P. (2016) - Lyophyllum rancidum (Fr.:Fr.)Singer. MycoCharentes
Lyophyllum rancidum op internet:
First Nature
NMV Paddenstoel van de maand
MushroomExpert
The Ultimate Mushroom Guide
Pilzbuch Pilzwelten
All about funghi
Guía de Setas y Hongos de Navarra
De Interactieve Paddenstoelengids
Fungipedia