Fungi -  Dikarya - Basidiomycota - Agaricomycotina - Agaricomycetes - Agaricomycetidae - Agaricales - Lycoperdaceae - Utraria - Utraria umbrina

Utraria umbrina

(Pers.) R.L. Zhao & J. Xin Li, Mycosphere 15 (1): 5007 (2024)

De Donkerbruine stuifzwam (Lycoperdon umbrinum) is een schimmel die bekend staat om zijn kenmerkende peervormige vruchtlichaam en donkere kleur.

Belangrijkste kenmerken:

Vorm en grootte: Het vruchtlichaam is meestal peervormig of enigszins kogelvormig, met een goed ontwikkeld steriel 'voetje' (pseudostipe) aan de basis. Het bereikt typisch een hoogte van 2 tot 5 (soms 7) cm.

Kleur: De buitenkant (exoperidium) varieert van lichtbruin tot roodbruin en wordt donkerder naarmate de paddenstoel ouder wordt, vaak tot donkerbruin of zwartbruin.

Oppervlak: Het oppervlak is bedekt met kleine, zachte stekels (tot 1 mm lang) die individueel of in groepjes bij elkaar staan. Tussen de stekels is de glimmende, papierdunne binnenwand (endoperidium) vaak zichtbaar. De stekels vallen bij rijpheid niet af en ze laten geen netvormige structuur op de vruchtlichamen achter. Binnenkant (Gleba): In jonge toestand is het vruchtvlees wit. Naarmate de schimmel rijpt, wordt de binnenkant (de gleba) olijfgeel en uiteindelijk bruin tot olijfbruin.

Geur en smaak: Deze zijn niet uitgesproken.

Habitat en verspreiding:

De soort is kenmerkend voor naald- en loofbossen op zure, voedselarme, zandige bodems.