Fungi - Dikarya - Basidiomycota - Agaricomycotina - Agaricomycetes - Agaricomycetidae - Agaricales - Amanitacea - Leucocortinarius - Leucocortinarius bulbiger
(Alb. & Schwein.) Singer, Lloydia 8: 141 (1945)
De Witspoorgordijnzwam (Leucocortinarius bulbinger) is een soort die niet in de Nederlandse lijst van Paddenstoelen staat en zou niet in Nederland voorkomen. Wij hebben hem echter eenmaal aangetroffen In de Deurnese Peel te Helenaveen maar dit was in onze begin jaren en hebben hem toen niet gemeld. Nadien hebben we hem echter ook nooit meer gezien in Nederland. en pas in 2024 vonden we hem weer in Polen. Hij heeft een hoed die 5-10 cm breed is, de vorm is halfrond of loopt iets taps toe als hij jong is; Op oudere leeftijd spreidt hij zich breed convex uit, vaak met een stompe bult in het midden. De rand is lang opgerold, later golvend. De kleur is latte-achtig (koffie met melk), vleeskleurig of bruinachtig rood. Het oppervlak kan bedekt zijn met witte zijdeachtige omhulselresten, vooral langs de rand. Het oppervlak is radiaal vezelig, jong licht plakkerig. De dicht op elkaar staande lamellen zijn uitgebocht aangehecht, wit of vuilwit van kleur. De steel is 6-10 cm hoog en tot 1 cm dik, onderaan knolachtig en kan totverdikt en daar tot 3,5 cm breed worden. De kleur is witachtig en er kunnen spinneweb achtige velum resten op zitten. Soms kun je ook een ringzone zien (van die velumresten). Het vruchtvlees is wit. De smaak en geur zijn selderij-achtig. Het sporenpoeder is wit. De sporen zijn elliptisch, glad en meten 6,5-9 x 4-5 μm. Hij vormt mycorrhiza in loof- en naaldbossen, voornamelijk bij sparren. Juli tot november. De geslachtsnaam komt van Leuco- wat wit betekent, en -cortinarius, een geslacht van schimmels met roestbruine sporen. In dit monotypische geslacht lijkt de soort eerder op een bolvormige Cortinarius-paddenstoel, maar met witte sporen. De soortaanduiding bulbiger is een verwijzing naar de gezwollen bolvormige basis van de steel.
Foto's © Alina & Chris Billekens.
Agaricus bulbiger - Albertini & Schweinitz - Conspectus Fungorum in Lusatiae superioris: 150 (1805)
Agaricus malleipes - Lasch - Linnaea 4: 519 (1829)
Agaricus cupreus - Secretan - Mycologie Suisse (1833)
Armillaria bulbigera - (Albertini & Schweinitz) P. Kummer - Der Führer in die Pilzkunde: 135 (1871)
Gyrophila bulbigera - (Albertini & Schweinitz) Quélet - Enchiridion Fungorum in Europa media et praesertim in Gallia Vigentium: 9 (1886)
Mastoleucomyces bulbiger - (Albertini & Schweinitz) Kuntze - Revisio generum plantarum 2: 861 (1891)
Cortinellus bulbiger - (Albertini & Schweinitz) Patouillard - Essai Tax. Hyménomyc. (Lons-le-Saunier): 161 (1900)
Tricholoma bulbigerum - (Albertini & Schweinitz) Ricken - Die Blätterpilze (Fasc. 11/12): 331 (1914)
Cortinarius bulbiger - (Albertini & Schweinitz) J.E. Lange - Dansk bot. Ark.: 13 (1935)
Leucocortinarius bulbiger - (Albertini & Schweinitz) Singer - Lloydia 8: 141 (1945)
Knudsen, H. & Vesterholt (2008) - Funga Nordica: 817
Gerhardt (1999) - Paddenstoelengids onderweg: 106
Leucocortinarius bulbiger op internet:
NMV Verspreidingsatlas Paddenstoelen
Nederlands Soortenregister
NMV Paddenstoel van de maand
MushroomExpert
The Ultimate Mushroom Guide
De Interactieve Paddenstoelengids