Goudhoed

Fungi - Dikarya - Basidiomycota - Agaricomycotina - Agaricomycetes - Agaricomycetidae - Agaricales - Agaricaceae - Phaeolepiota - Phaeolepiota aurea

Phaeolepiota aurea

(Matt.) Maire ex Konrad & Maubl., Icones Selectae Fungorum Fasc. 3: 112 (1927)

De Goudhoed (Phaeolepiota aurea) is een vrij algemene maar kenmerkende paddenstoel met een imposant uiterlijk uit de familie Agaricaceae. Hij is de enige vertegenwoordiger van het geslacht Phaeolepiota. Deze plaatjeszwam geeft de voorkeur aan voedsel- en stikstofrijke plaatsen buiten bossen, vaak onder Grote brandnetel (Urtica dioica). Hij verschijnt van de late zomer tot de herfst en groeit meestal in grotere groepen. De hoed bereikt een diameter tot 25 centimeter en heeft een kleur die varieert van licht oker tot fel oranje. De lamellen hebben aanvankelijk een lichtbruine kleur en, wanneer de vruchtlichamen rijpen, een oker-roestkleurige kleur door het uitvallende sporenpoeder. De volledige steel groeit tot 22 centimeter hoog en 4 centimeter dik. Het gescheurde velum blijft als statig manchet op de steel zitten. De hoed, steel en velum zijn bedekt met karakteristieke, felgekleurde schubben, die echter alleen bij jonge exemplaren op de hoed duidelijk zichtbaar zijn. Het vruchtvlees is witachtig van kleur. In Peel en Maas nog niet aangetroffen. Foto's zijn gemaakt tijdens een PSL excursie in het Zwart water te Venlo in 2015 waar we door de excursieleider Peter Eenshuistra opmerkzaam werden gemaakt op hem. Verwisselbaar met de Prachtvlamhoed (Gymnopilus junonius).

Foto's © Alina & Chris Billekens.

Synoniemen

Agaricus aureus - Mattuschka - Résult. Voy. Belgica, Lich.: 331 (1777)
Agaricus vahlii - Schumacher - Enumeratio Plantarum, in Partibus Sællandiae Septentrionalis et Orientalis Crescentium 2: 258 (1803)
Agaricus aureus var. vahlii - (Schumacher) Cooke - Handbook of British Fungi: 140 (1884)
Pholiota aurea - (Mattuschka) Saccardo - Sylloge Fungorum 5: 736 (1887)
Pholiota aurea var. vahlii - (Schumacher) Saccardo - Sylloge Fungorum 5: 736 (1887)
Togaria aurea - (Mattuschka) W.G. Smith - Synopsis of the British Basidiomycetes: A descriptive catalogue of the drawings and speciments in the department of Botany British Museum: 122 (1908)
Togaria aurea var. vahlii - (Schumacher) W.G. Smith -Synopsis of the British Basidiomycetes: A descriptive catalogue of the drawings and speciments in the department of Botany British Museum: 122 (1908)
Phaeolepiota aurea - (Mattuschka) Maire ex Konrad & Maublanc (1928) - Icones Selectae Fungorum Fasc. 3: 112 (1927)
Cystoderma aureum - (Mattuschka) Kühner & Romagnesi - Flore Analytique des Champignons Supérieurs: 393 (1953)

Sleutel(s)

Knudsen & Vesterholt (2008) - Funga Nordica: 515
Knudsen & Vesterholt (2012) - Funga Nordica: 656

Literatuur

Arnolds, Chrispijn & Enzlin (2014) - Hoofdstuk 20a Parken, begraafplaatsen, boomgaarden, erven en tuinen. Ecologische Atlas Paddenstoelen Drenthe 2 : 451 (met illustratie)
Eyssartier & Roux (2013) - Guide Champignons France Europe: 676
Gerhardt (1999) - Paddenstoelengids onderweg : 244
Lek, A. van der (1953) - Een bruinsporige parasolzwam? Phaeolepiota aurea. Fungus 23-2 p. 21-26
Læssøe & Petersen (2019) - Fungi Temperate Europe 1: 315 (foto)

Phaeolepiota aurea op internet: