Fungi -  Dikarya - Basidiomycota - Agaricomycotina - Agaricomycetes - Agaricomycetidae - Agaricales - Agaricaceae - Lycoperdon - Lycoperdon perlatum

De Parelstuifzwam (Lycoperdon perlatum, syn. L. gemmatum), is een van de meest voorkomende Stuifzwammen. Lange tijd werd deze soort ingedeeld bij de buikzwammen (Gastromycetidae), maar recente fylogenetische bevindingen laten dit taxon niet meer toe. De Parelstuifzwam en zijn verwanten behoren nu tot de Agaricaceae, die naast de zwammen met lamellen ook soorten omvatten die geen vruchtlichamen met lamellen vormen. De 3-10 cm hoge vruchtlichamen hebben de vorm van een omgekeerde fles of peer en hebben een duidelijk ontwikkelde steel. Het steeldeel is steriel, waardoor er geen sporen ontstaan. Het oppervlak is bedekt met talrijke grovere wratten en stekels die conisch van vorm zijn. De wratten worden kleiner naar de basis van de steel toe. Bij aanraking laten ze heel gemakkelijk los, waardoor een netachtig patroon op het oppervlak achterblijft. Jonge exemplaren zijn wit, bij toenemende rijpheid worden ze geelachtig tot grijsbruin. De vruchtmassa in de kop is aanvankelijk stevig en wit als hij jong is, later droogt het echter op en valt uiteen in olijfbruin sporenpoeder. Ten slotte scheurt het vruchtlichaam aan de top open, zodat de volwassen sporen naar buiten kunnen ontsnappen en door de wind kunnen worden verspreid. De geur en smaak worden omschreven als aangenaam kruidig.