Fungi - Dikarya - Ascomycota - Taphrinomycotina - Taphrinomycetes - Taphrinomycetidae - Taphrinales - Taphrinaceae - Taphrina - Taphrina farlowii
Sadeb., Jahrbuch der Hamburgischen Wissenschaftlichen Anstalten 8: 61 (1890)
Taphrina farlowii is een parasitaire schimmel die behoort tot de familie Taphrinaceae. Het veroorzaakt blaarachtige misvormingen op de bladeren en bloemen van de Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina), een invasieve soort in veel natuurgebieden in Nederland. Soms worden de geïnfecteerde bladeren felrood. De schimmel produceert sporen op het vervormde oppervlak en kort na de vorming van sporen sterven de bladeren en soms hele scheuten af. De schimmel lijkt zijn verspreidingsgebied uit te breiden en meer Amerikaanse vogelkersen in het land aan te tasten.
Taphrina farlowii - Sadebeck - Jahrbuch der Hamburgischen Wissenschaftlichen Anstalten 8: 61 (1890)
Exoascus farlowii - (Sadebeck) Saccardo - Sylloge Fungorum 10: 70 (1892)
Lalaria farlowii - R.T. Moore - Mycotaxon 38: 322 (1990)
Taphrina farlowii vormt gallen op bladeren van de Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina) en op bloemen/bloemtrossen en jonge takjes. De bladblazen zijn variabel van grootte, ca. 5-25 mm of meer. De bolle zijde zit doorgaans aan de bovenkant van het blad, de holle zijde aan de onderkant. De schimmel vormt geen vruchtlichamen, de asci zijn te vinden op de bolle kant van de bladblaas. De blazen zijn rood of (geel)groen van kleur, zijn soms wittig ‘bepoederd’ (daar zitten de rijpe asci), worden later bruin en sterven dan af waarna er een gat in het blad overblijft. Bij ernstige infectie krult het blad. Aangetaste twijgen vervormen en sterven later in het seizoen af. De bladblazen zijn te vinden in de maanden juni-september. De gallen op de bloemen lijken enigszins op de gallen van T. padi, maar met meer vervorming en veel langer uitgroeien van vooral het vruchtbeginsel (narrentasjes), waardoor de hele bloemtros een warrige indruk maakt. Vergalde bloemtrossen zijn al in de maand mei te vinden, nog voordat de waardplant in bloei staat. Vermeld bij opgave van de vondst de waardplant. [AnnaElise Jansen]
Taphrina farlowii is in 1890 door Sadebeck beschreven op grond van materiaal van Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina). Van de soort zijn geen DNA-sequenties beschikbaar. Een andere, morfologisch sterk hierop gelijkende soort is T. confusa die in 1894 door G.F. Atkinson is beschreven van Prunus virginiana (Kleine vogelkers) uit de Verenigde Staten. Uit moleculair onderzoek van diverse Nederlandse vondsten op Amerikaanse vogelkers is gebleken (Boomsluiter 2025) dat de betreffende DNA-sequenties identiek zijn aan een authentieke collectie van T. confusa die in 1936 door de Amerikaanse onderzoeker A.J. Mix (zie Mix 1949) is geïsoleerd en uiteindelijk gedeponeerd bij het Centraalbureau voor Schimmelcultures (thans Westerdijk Instituut, Utrecht). Hiermee is echter nog niet vastgesteld dat de naam T. farlowii voor de Nederlandse vondsten onjuist zou zijn want het valt niet uit te sluiten dat T. farlowii en T. confusa synoniemen zijn (dezelfde soort betreffen). In dat geval heeft de naam T. farlowii voorrang op T. confusa omdat eerstgenoemde soort vier jaar eerder is beschreven. Voorlopig wordt vastgehouden aan de naam Taphrina farlowii voor de Taphrina-bladblaasjes op Amerikaanse vogelkers. [Eduard Osieck]
AnnaElise Jansen, 2025 CC-BY-SA 3.0
(bron: NMV Verspreidingsatlas Paddenstoelen, (zie onder links)Alle Taphrina-soorten zijn parasitair op levende planten (biotrofe parasieten). Het grootste deel van het jaar leven ze als gisten ongezien op de waardplant waar ze geen mycelium van hyfen of draden en geen vruchtlichamen vormen; de asci zitten eenvoudigweg op de oppervlakte van de gal. De asci zijn er maar een korte periode van het jaar. In het voorjaar infecteert de schimmel uitlopende knoppen en bloeiwijzen; de plant reageert daarop met de vorming van gallen (bij T. farlowii bladblazen en narrentasjes). In een koud en nat voorjaar kunnen de infecties massaal zijn, in een droog en zonnig voorjaar heeft de schimmel minder kans om goed te infecteren.
Er wordt van uitgegaan, dat alle Taphrina-soorten waardspecifiek zijn. Een juiste determinatie van de waardplant is dan ook van belang. Taphrina farlowii staat nog niet zo lang in de Verspreidingsatlas, pas sinds 2021. Inmiddels is de soort algemeen te noemen en is het verspreiding ervan goed bekend: de hogere pleistocene zandgronden en de duinen. Dat is overigens maar een deel van het verspreidingsgebied van de Amerikaanse vogelkers in Nederland; die komt in bijna geheel Nederland voor. Op blad van Amerikaanse vogelkers komen ook nog andere schimmelsoorten voor, maar dat zijn geen Taphrina-soorten.
AnnaElise Jansen, 2025 CC-BY-SA 3.0
(bron: NMV Verspreidingsatlas Paddenstoelen, (zie onder links)Ellis, W.N. (2016) - antparasieten van Europa. bladmineerders, gallen en schimmels. [genus] Taphrina.
Gravendeel, Barbara & Menno Schilthuizen (2016) - Inheemse insecten hebben anval op bospest ingezet. De Levende Natuur - 117-5: 208-209
Grosscurt, A.C. (2020) - w observations on the flower galls of the ascomycetes Taphrina farlowii, T. padi and T. pruni on, respectively, Prunus serotina, P. padus and P. spinosa. Cecidology 35: 43-51
Mix, A.J. (1949) - A Monograph of the Genus Taphrina. University of Kansas Science Bulletin 33: 3-160
Roobeek, Kees (NMV) (2017) - Parasitaire schimmel op Amerikaanse vogelkers verovert Nederland. webdocument NatureToday
Taphrina farlowii op internet:
Funbel
First Nature
Bioinfo.uk
NMV Paddenstoel van de maand
SLU Artdatabanken
MushroomExpert
Myco DB
123 Pilze
Nahuby
Nagrzyby
In vivo veritas (H.O. Baral)
Ascomycete.org
The Ultimate Mushroom Guide
Pilzbuch Pilzwelten
All about funghi
Guía de Setas y Hongos de Navarra
Česká mykologická společnost
Funghi in Italia
Asturnatura
De Interactieve Paddenstoelengids
Asco Sonneberg
Fungipedia