De dagen van de week

Hoe romantisch, dat etymologie en kosmologie, bij elkaar horen. De reeks van weekdagen, etymologisch-kosmologisch, beschouwd: Solis, Luna, Mars, Mercurius, Jupiter, Venus en Saturnus. De hemellichamen die eenvoudigweg, dag na dag, gedurende de week, rondreizen, op onze eigen planeet. Ziedaar op zondag de zonnegod Solis. Op maandag de eerste werkdag, loenst de heilige Luna, als een lunatic. Dinsdag marcheren we met Mars, de heilige voor de oorlog. Dan is 't-is-day het barbaarse Tisdei. Duitsers, traditionele heidenen, vinden Mercurius, de god van de handel, oneerbaar, gelet op Midweek of Mittwoch. De middenwake, eert men met een vrije middag. De Hollandse koopman wenst zich, meer curieus, goeden handel, op dé wensdag: wûnsdei is woensdag. Dan op donderdag Jupiter, de god van de hemel en Donar is met Recht de dag van Petrus. Donders, justem wat een jusday, voor doden. Enfin, eindelijk, voor het weekeinde, die vrij aangename vrijdag. Als de 'vrijman' naar de stad gaat voor zijn vrieslijke aankopen. Weg van het heim ontmoet hij de godin Venus en bedrijft met haar de liefde. Veneris, hij die nu, van haar is. Het weekend arriveert met zaterdag. De god Saturnus komt sweet als water tot Janus. De god van de doorgang, van het einde, en van het begin, met de twee gezichten. Op 's-waterdag t'ís wasdag, terugblikken en vooruitzien, de komtdag. Een dag van komen en van gaan. Goed, jawol, wat maakt ons bargoenske Frieskin daar dan voor kosmoois van: Sneon, Moandei, Tiisdei, Woansdei, Tongersdei, Freed en Snein.

 Kosmologica

© 2017 F.N. Heinsius